zondag 30 november 2014


Het Koninkrijk Cambodja









Vorige week een blog over Stung Treng, waar we wonen maar niets te beleven valt. Gelukkig, want men kan hier wel wat rust gebruiken. Deze week een blog over armoede en ellende om een idee te geven waarom hier ontwikkelingshulp zo hard nodig is.

Cambodja is 4,5 keer zo groot als Nederland en er wonen zo’n 15 miljoen Cambodjanen.
Het ligt in Zuidoost Azië / Indochina en grenst aan Thailand, Laos en Vietnam. De bevolking bestaat voor 90 % uit Khmer. De gemiddelde levensverwachting is 56 jaar. De populatie is jong en groeit snel. 50% is jonger dan 23 jaar.
Het klimaat is tropisch. Warm, warm en nog wat warmer.

Wat we makkelijk vergeten is dat Cambodja nog maar 25 jaar geleden volledig verwoest en totaal ontmantelt was.
De Vietnamoorlog met veel bombardementen in Cambodja, het Rode Khmer regime van Pol Pot en de aansluitende burgeroorlog is hier echter nog springlevende geschiedenis. Iedere familie draagt de sporen van de genocide die onder Pol Pot heeft plaats gevonden. De huidige machthebber wint al bijna 30 jaar iedere ‘verkiezing’ wat mede te verklaren is uit het feit dat alles beter is dan het onder Pol Pot was. Dat het land nog steeds leeg geplunderd wordt nemen de Cambodjanen op de koop toe.



Men put moed en trots uit de gloriedagen van de Khmer. Het machtige Khmer koninkrijk wat van de
9e tot de 15e eeuw over grote delen van Azië heerste. Sinds die tijd is het echter kommer en kwel en waren afwisselend Thailand (Siamezen), Vietnam (Cham) en Fransen (1863-1953) de baas. De tempel complexen uit de Angkor periode zijn aan het oerwoud ontworsteld en vormen een overweldigende ervaring voor toeristen. Niet voor niets siert Angkor Wat de nationale vlag.





Op de wereldranglijsten van organisaties als de UN en WHO staat Cambodja er niet best op. Het is een van de armste landen ter wereld en daarbij ook een van de meest corrupte. In de praktijk betekent dit dat het overgrote merendeel arm is en een heel klein percentage zich ten koste van alles en iedereen verrijkt.

De armoedegrens is hier bepaald op 1 dollar per dag en ongeveer 23% van de Cambodjanen leeft onder deze grens. Wij krijgen van VSO $500,- per maand. Huur, elektriciteit, (rivier)water, gas en internet kosten om en nabij $270,-.
Er rest ons dus zo’n $7,- per dag om van te leven.  Dat is ruim boven de armoede grens. Een eigen keus is dat we niet alleen maar van rijst, groente en water willen leven en we dus wel tekort komen.


Met name op het platteland zijn de problemen groot. Men probeert te leven van wat de grond en het schaarse water opbrengt. Wanneer er een stukje land is wordt dit gebruikt voor wat landbouw. De wijze waarop ze rijst verbouwen is kleinschalig en gebeurt van generatie op generatie op dezelfde wijze. Aangezien er geen irrigatiesystemen (slootjes) zijn kunnen ze maar 1x per jaar rijst oogsten. Daarnaast proberen ze te vissen of scharrelen anderszins eten uit het bos. Wanneer de oogst een keer tegenzit lijden ze onvermijdelijk honger. De situatie op het platteland doet ons af en toe aan de middeleeuwen denken.


Een van de grote sociale problemen is landonteigening waardoor Cambodjanen van hun grond verdreven worden.
Het land wordt verkocht aan buitenlanders die al het hout kappen en vervolgens rubberplantages aanleggen.
Daarbij komt dat het platteland nog bezaaid ligt met landmijnen. Het gebrek aan land en de noodzaak om voedsel te verbouwen dwingt de ‘landlozen’ naar gebieden waar nog volop landmijnen liggen met tot gevolg dat er nog dagelijks Cambodjanen verongelukken. Ze trekken vanzelfsprekend ook naar de stad. Phnom Penh heeft inmiddels al meer dan een miljoen inwoners en dat zal de komende jaren nog fors groeien. Dat er in die stad nauwelijks werkgelegenheid is doet het ergste vrezen over de te verwachten leefomstandigheden daar.


Een  groeiende bevolking die steeds minder land heeft om in haar onderhoud te voorzien is kwetsbaar en loopt het risico terecht te komen in mensenhandel en slavernij met als grote afnemer de seksindustrie. Thailand en Bangkok zijn inmiddels berucht maar ook in Phnom Penh neemt deze schande toe. 


Een bord langs de rivier met als tekst ‘Alstublieft bescherm onze nationale schatten’ en een grote HIV/AIDS afdeling in het ziekenhuis spreken wat dat betreft boekdelen. 

De directeur van de provinciale gezondheidszorg vertelt ons over het probleem van kinderprostitutie, maar ook van mannen die naar Bangkok vertrekken om te werken en terugkomen als ze besmet en ziek zijn. Armoede en HIV.
En ze hebben hier al zoveel ellende met Malaria en Dengue (knokkelkoorts).



Over het gebrek aan zuiver drinkwater hebben we al in een vorig blog geschreven. Dit aspect van armoede heeft vanzelfsprekend ook grote gevolgen voor de gezondheidszorg. 1 op de 7 kinderen wordt niet ouder dan 5 jaar. Want wat moet je doen wanneer je kind ziek wordt? Is er geld om het ziekenhuis te betalen? Kun je er wel komen? Wie kan er gemist worden om mee te gaan? Kortom het kind geneest zelf of niet...
En dan hebben we het nog niet eens over de zorg in het ziekenhuis die nog danig te wensen overlaat.



De armoede heeft ook effecten op het onderwijs. Hoewel onderwijs officieel gratis is voor de kinderen blijken er in de praktijk heel veel financiële belemmeringen. Schooluniformen, boeken, pennen, reisafstand, handgeld voor de onderbetaalde leerkrachten of gewoon de noodzaak tot kinderarbeid (Cor) zorgen er voor dat slechts een kwart van de kinderen een lagere schoolopleiding kan afronden. Het gebrek aan opleiding betekent geen baan, geen baan betekent geen geld en geen opleiding voor de kinderen en voortdurende armoede. Wat we op de voortgezette opleiding zoals de school voor verpleegkundigen en verloskundigen zien stemt ook niet tot vrolijkheid. Geen enkel budget (boeken bijvoorbeeld) voor fatsoenlijk onderwijs. Op papier ziet het er allemaal wel aardig uit maar de praktijk is minder fraai.



Kortom op alle terreinen problemen met als resultaat armoede. Of misschien wel andersom. Een moeilijk te doorbreken cirkel van ellende. Maar hoe inefficiënt of corrupt ontwikkelingslanden ook mogen zijn financiële hulp en mensen zoals Ans zijn nu en in de toekomst nog hard nodig om een ietsepietsie verbetering aan te brengen. Niet alleen in een land als Cambodja is de rijkdom oneerlijk verdeeld.





Het nieuwste rapport (2014) van de Wereldbank geeft aan dat in Cambodja sinds 2004 de armoede gehalveerd is.
Van 50% van de bevolking in 2004 naar nog maar 23% in 2013. Er hoeft echter maar weinig te gebeuren, een minder regenseizoen bijvoorbeeld, en velen zullen terugvallen onder de armoedegrens. Desalniettemin is het goed nieuws.
De keerzijde is echter dat Cambodja door de UN opgewaardeerd zal worden. Van de categorie armste land naar de categorie ‘nieuw opkomende markt’. De angst is hier dat dit tot gevolg zal hebben dat veel ontwikkelingshulpgelden elders heen gaan stromen. Myanmar (Birma) bijvoorbeeld, daar schijnt de armoede nog wel schrijnend te zijn.




Maar niet alles is hopeloos. Tot zijn grote verbazing zag Martin op een ritje met de motor tussen alle
dorre en droge velden opeens iemand die blijkbaar wel in staat is geweest om zich minder afhankelijk te maken van het regenseizoen en een rijstveldje.









Een prachtig en hoopvol voorbeeld van hoe het ook kan.








O ja, komende week zijn we in Phnom Penh voor de jaarlijkse VSO bijeenkomst. Veel dagdelen gevuld met presentaties en discussie. Wat ons betreft zeker ook over het feit dat ze stoppen met het financieren van gezondheidszorg projecten in april 2015.

Alvast een fijne Sinterklaas gewenst aan diegene die dat vieren. Nog een paar dagen om de surprises en gedichten in elkaar te frutselen.



Voor Loek, Koos en Cor;


Deze Sint durft wel te beweren
Dat Nek dit jaar niet zal promoveren
En over een jaar of wat miljoen
Wordt Feyenoord weer eens kampioen
Maar och, deze arme arme Sinterklaas
Mist Ajax en vooral zijn plakje kaas.



Li Hai





zondag 23 november 2014

Waar ben jij nu?






 Wij zijn in Stung Treng, de hoofdstad van de gelijknamige provincie in het noordoosten van Cambodja.


Een aantal van jullie zal ongetwijfeld gegoogeld hebben en tot de conclusie zijn gekomen dat hier niets is. En dat is juist. De ‘Lonely Planet’ reisgids noemt Stung Treng een stoffig plaatsje wat weinig te bieden heeft. De provincie is het ondergeschoven kindje van Cambodja. Lastig om een blog mee te vullen. Maar ja, we willen er toch iets over schrijven. 

Om een idee te geven wat statistieken. De provincie heeft een oppervlakte van 12.000 km². Friesland, Groningen en Drenthe tezamen. Er wonen zo’n 120.000 mensen waarvan een kwart hier in en rond de hoofdstad. Het is de op één na armste provincie van Cambodja. De jaarlijkse begroting van de gemeente IJsselstein (60 miljoen) is al groter dan die van de totale economie in deze provincie (50 miljoen). Voor overheidstaken is hier ongeveer 10 miljoen dollar beschikbaar waarvan een groot deel door het buitenland gedoneerd wordt. Niet zo heel vreemd dat er nergens geld voor is.




De bevolking van de provincie Stung Treng leeft voor bijna 90% van de landbouw waarvan rijst het
belangrijkst is. Uitgestrekte velden zien we niet dus de productie van rijst is hier nog grotendeels een familie aangelegenheid. De akkers zijn net zo groot als men met behulp van wat waterbuffels kan bewerken. 





Er zijn 3 nationale wegen, min of meer geasfalteerd, 24 ongeplaveide provinciale wegen en 44 plattelands weggetjes (voor ons onbegaanbaar). Ondanks een motortje blijft onze actieradius beperkt. Het overgrote merendeel van de provincie is jungle en ondoordringbaar. Even een ommetje maken op de fiets of een wandeling in het bos kunnen we wel vergeten.

De zopas in augustus geopende ‘Mekong’ brug en de ‘Sekong’ brug over de Tonle San uit 2007 zijn voorbeelden van de wijze waarop China haar achterland aan het ontsluiten is. China is de grootste donor van bruggen en wegen in Cambodja. Deze beide ‘Cambodja-China vriendschapsbruggen' en de twee daarop aansluitende nationale wegen, naar Laos (60km) en Siem Reap (300km), behoren nu nog tot de beste wegen in Cambodja. 

De nieuwe brug over de Mekong verbindt Stung Treng met Siem Reap, de toeristische trekpleister van Cambodja. Het gevaar zit er echter in dat de bussen dankzij de goede wegen en bruggen de reizigers langs Stung Treng voeren op weg van en naar Laos, Vietnam of Angkor Wat (achtergrondafbeelding van ons weblog).
Maar goed, de betere bereikbaarheid heeft ongetwijfeld voordelen en infrastructuur is van wezenlijk belang voor een verdere ontwikkeling van de provincie.



Stung Treng stad ligt op de plaats waar de San rivier zich bij de machtige Mekong voegt. Ondanks dat deze rivieren groot zijn is er geen scheepvaart. Vrachtschepen kunnen er niet varen want er is geen vaargeul zoals wij die kennen en de stroming is te sterk. Over watervallen maar gezwegen. Daarbij komt dat het waterpeil gigantisch wisselt. In augustus stroomde het water van de Tonle San over de kademuur en inmiddels is het al weer meters gezakt. Het zal ons benieuwen hoe de rivieren er in maart bijliggen.



Langs de Tonle San zijn terrasjes waar we wat kunnen drinken en eten. Een avond- of nachtleven is er niet.
Om 18.00 uur wordt het donker, om 20.00 uur gaan de deuren dicht en om 22.00 uur ligt een ieder te bed.
Om 6.00 uur begint het leven dan weer en rond 7.00 uur is het de beste tijd om naar de markt te gaan voor etenswaren. Dan is het namelijk nog vers en een beetje koel. Vanochtend om 7.00 uur was het zelfs fris, 23 graden.




De rivieren zijn misschien wel het aantrekkelijkst van de stad. Sinds de nieuwe brug geopend is vaart er geen veerboot meer over de Mekong. De aanlegsteiger is er natuurlijk nog wel en kleine bootjes varen op en neer om handelswaren naar de markt te brengen. Er wordt gebaad en gewassen en natuurlijk gevist. De rivieren bieden, naast water voor de huishoudens, wat verkoeling en fraaie vergezichten.




Overdag is er een boel bedrijvigheid. Er zijn heel veel éénmans/vrouws zaakjes aan huis. Allemaal de hele dag open.
’s Avonds halen ze hun spulletjes naar binnen en gaan ze slapen. De volgende ochtend gaan de deuren weer open en zijn ze klaar voor wat klanten. 

Wie kan koken heeft een restaurant waar ‘s ochtends door met name de mannen op weg naar hun werk wat gegeten wordt. (De vrouwen eten de resten van het vorige avondmaal.) 
Wie kan sleutelen sleutelt aan brommers en fietsen, wie wat met een schaar kan heeft een kapperszaak, het bezit van een naaimachine betekent een kleermakerij en de vaardigheid met hout maakt ze tot meubelmaker en anders is er altijd wel handel.



De markt is de centrale ontmoetingsplaats in Stung Treng. Het is een doolhof van smalle gangetjes waar Ans inmiddels behoorlijk haar weg weet te vinden. Grappig is haar zoektocht naar eieren. Dit zijn hier echte scharreleieren en de kippen scharrelen om en rond de huizen en de hanen scharrelen driftig mee. Eieren met een dooier??? Zoeken. 
Met een door Sophea beschreven papiertje op zoek naar eieren en dan bij de vierde verkoopster de juiste eieren vinden is een knappe prestatie. Sophea is haar gids op de markt geweest en zo heeft Ans een kleermaakster gevonden die een jurk gaat maken naar voorbeeld van een jurk uit Nederland. Naar de kapster durft Ans nog niet maar dat zal eens moeten gaan gebeuren. Al is de bloempot pluizenbol die Martin, onder veel goedwillend bekijks, heeft laten knippen nauwelijks aanmoedigend. Zulke dunne witte haartjes zijn ze hier niet gewend.



Verder puilen de stalletjes uit van de etenswaren, potten, pannen, gereedschap, lappen, doeken en verzin het maar.


Een krioelende massa mensen in een temperatuur waar met name Martin niet vrolijk van wordt. Zeker de vleeshoek probeert hij met ingehouden adem snel te verlaten. Ja, ze zijn er echt van alle markten thuis.


We zien dat er hard gewerkt wordt om Stung Treng aantrekkelijker te maken voor toeristen. De kademuren worden verfraaid, er worden hotels gebouwd langs de hoofdstraat en de riolering wordt verbeterd. Een aantal gebouwen waaronder het ziekenhuis, het provinciehuis en het RTC waar Martin werkt zijn vernieuwd. Anderen zijn in aanbouw.


Ecologie zou de toeristische trekpleister van deze provincie en stad kunnen worden. De Mekong stroomt grillig en soms onstuimig door ongerepte natuurgebieden. Daarnaast leven er hier in de Mekong de zeldzame en bedreigde 'Irrawaddy' zoetwater dolfijnen. Problematisch is het kappen van tropisch hardhout. Het teakhout wat al eeuwen lang gebruikt wordt door de lokale bewoners voor het bouwen van huizen, bootjes en meubels brengt op de legale en illegale markt veel geld op. Rubberplantages komen er voor in de plaats. Des al niet te min is er meer dan genoeg prachtige natuur. Er zijn honderden schitterende eilandjes en een groot natuurreservaat wat voor toeristen aantrekkelijk kan zijn. 



Maar om die toeristen daar te krijgen moet er infrastructuur zijn en die is (nog) niet aanwezig. De hoop is dat beide bruggen een eerste aanzet leveren om daar verbetering in aan te brengen.

Kortom de ‘Lonely Planet’ heeft vooralsnog gelijk. Stung Treng, een stoffig plaatsje wat weinig te bieden heeft. 
Maar wij ervaren het als woonplaats plezierig. De Cambodjanen zijn vriendelijk en voorkomend. We hebben niet de indruk dat we heel erg afgezet worden in de winkeltjes of op de markt. De sfeer is plezierig ontspannen en een ieder laat plaats en ruimte voor een ander. En ze zijn zorgzaam.

Mooi voorbeeld daarvan is onze huisbaas die een stukje tuin opoffert om een cementvloertje te leggen waarop we onze fietsen en motor kunnen parkeren. Dat hij ook iedere avond ons motortje in zijn eigen piepkleine woninkje bergt kwamen we pas te weten nadat we ons eerst rot geschrokken waren omdat de motor 's ochtends vroeg weg was. “Nee hè, gestolen.” “Hoe is het mogelijk.” Het hek zit dicht de tuin/boomgaard achter het huis moeilijk begaanbaar en toch is ons motortje verdwenen. Ans balend op de fiets naar de markt (7 uur zondagochtend) en Martin zenuwachtig thuis.

 
Tot opeens de motor er weer staat en de huisbaas aan de toegesnelde Martin, die een foto van het nummerbord wil maken, vriendelijk grijnzend gebaart dat hij hem ’s nachts binnen zet. Owkoen (dank je wel) man but … aah handen op hart, verschrikt gezicht. Begrijpende glimlach en hoofdknik. Ja, vriendelijk en zorgzaam. Jammer dat wij geen Khmer kunnen.






Li Hai




zondag 16 november 2014


Voortgangsrapportage











Het partogram wat Ans in Phnom Pehn heeft laten produceren is deze week gearriveerd. 

Mooi en professioneel.

Nu nog zien of VSO ons $20,=  gaat terug betalen anders,  

gedoneerd door:  

‘Ans Ohms, 
midwife the Netherlands’. 


:)











Na onze introductie en verhuizing naar Stung Treng hebben we eerst de kat wat uit de boom gekeken.
Observeren en inventariseren heet dat in projecttaal.

Zoals eerder beschreven in dit blog valt de situatie in het ziekenhuis nauwelijks te vergelijken met wat wij in Nederland gewend zijn. Een rommelige drukte rond de bevallingen, hygiëne die te wensen overlaat en in zijn algemeenheid weinig vaste structuren of werkafspraken.

Na het gesprek met de praktijkbegeleiders om in het ziekenhuis trainingen te geven is Ans voortvarend aan de slag gegaan. Bovenverwachting valt het maken van een training haar makkelijk. Ze is begonnen met een hechtcursus.
Want hechten is iets wat nog veel aandacht vereist. Ans vindt dit belangrijk want als er niet of niet op de juiste manier gehecht wordt kan dat vervelende gevolgen hebben voor de vrouwen die bevallen zijn.


De lesstof is af en Ans heeft alle praktijkbegeleidsters in 3 sessies kennis laten maken met de training. Tot haar verbazing komt ze er achter dat de verloskundigen de hechtvaardigheid maar zeer summier beheersen. Ze moeten nog flink op de sponzen oefenen om de juiste techniek te leren, want anders kunnen zij deze training nooit aan studenten gaan geven.

In de praktijk blijkt het lastig om geregelde afspraken te maken over aanwezigheid. Het lijkt even of ze nu opeens niet meer zo graag willen leren. Misschien wat schaamte? Want met de billen bloot en toegeven dat je, net als de studenten, niet goed kan hechten is lastig. Een zelfde soort probleem heeft Martin met zijn lessen Engels. Het onderlinge verschil in vaardigheid is groot en dus ziet hij een aantal zwakke broeders stilletjes langs de plinten verdwijnen. Daarnaast hebben we te maken met het feit dat we tijdens hun werkuren lessen willen geven en dus andere zaken voor kunnen gaan. 
Het Calvinistische ‘afspraak is afspraak’ en ‘op tijd komen’  is maar een rare culturele opvatting.

Waar we meer rekening mee dienen te houden is dat in Cambodja status nog wel een belangrijkere rol speelt dan bij ons in Nederland. Ans heeft inmiddels een 'verloskundigen uniform' gekregen zodat haar status op dit punt voor een ieder duidelijk is.


Het hoofd van de verloskundigen en de gynaecoloog mengen zich niet in de leergroep met de praktijkbegeleidsters wanneer die met z’n allen naar de instructievideo kijken. Ze zijn bereid aanwijzingen van Ans aan te nemen maar gaan apart zitten en volgen de instructies van het filmpje in hun eentje op.









Later draait dit bij en oefent het hoofd 'Madame Som' gewoon met de anderen mee.




Allen staan natuurlijk wel boven de studenten en daarbij hoort een grotere kennis en vaardigheid. Wanneer nu in de praktijk blijkt dat dit niet het geval is ontstaan er ongemakkelijke situaties. Een mooi voorbeeld bleek afgelopen dinsdag.

De elektriciteit in Stung Treng is uitgevallen. Een vrouw moet na de geboorte van haar kind gehecht worden.
De verloskundige die de studenten en bevalling begeleidt heeft vraagt of Ans het hechten wil demonstreren.
Voordat Ans goed en wel door heeft wat er gevraagd wordt is de verloskundige zelf van het toneel verdwenen.



Noodgedwongen heeft Ans besloten om het dan maar zelf ter hand te nemen.


Onder de ogen van leergierige studenten, die haar met hun mobieltjes bijschijnen laat Ans aan de studenten zien hoe er gehecht dient te worden.




Later heeft zij deze groep meegenomen en een hechttraining gegeven. Misschien niet de bedoeling maar over enkele weken zijn deze studenten uit het ziekenhuis verdwenen en afgestudeerd. Nu hebben ze een goed voorbeeld gezien en wat kunnen oefenen op een spons voordat ze op zichzelf  komen te staan en zelfstandig bevallingen gaan doen. De studenten blijken erg gretig om het hechten te leren. Al met al was het leuk en nuttig.

Het mes snijdt hier aan twee kanten want praktijkbegeleidsters kijken ondertussen met een schuin oog mee hoe Ans deze les aan de studenten geeft. En zo functioneert zij als tweevoudig rolmodel. Hoe te hechten en hoe les te geven. Dat men nieuwsgierig is naar de vaardigheden van Ans blijkt ook uit het feit dat de gynaecoloog telkens over haar schouder meekijkt wanneer zij een vrouw hecht.

Maar goed, Ans constateert opnieuw dat de praktijkbegeleidsters liever hebben dat zij de trainingen aan de studenten geeft. Een valkuil en niet de bedoeling. Wij zijn snel weer weg en de begeleidsters moeten bijgeschoold worden om vervolgens in staat te zijn zelf deze lessen aan studenten te geven.


Wat misschien ook met status te maken heeft is de ondergeschikte rol van de zwangere. Zij hebben niets te vertellen en de wijze waarop de verloskundigen met hen omgaan is voor verbetering vatbaar. Er is nauwelijks communicatie tussen hulpverlener en de vrouw. Er worden handelingen verricht zonder dat er iets wordt aangekondigd of uitgelegd. De vrouwen laten dit gelaten over zich heen komen en tonen nauwelijks emoties. Een uitzondering hierop vormden de mannelijke artsen die een keizersnede gingen uitvoeren. Zij bleken zorgzaam en betrokken bij de vrouw die dit moest ondergaan. De wijze waarop men op de verloskamer met de vrouwen omgaat is iets wat zeker nog aandacht vergt.

Een punt wat gaat meespelen is taal. Om effectief te kunnen werken is het aanwezig zijn op de verloskamer en het kunnen inspelen op gebeurtenissen van belang. Ans heeft slechts de beschikking over een parttime assistente. Er is geen geld beschikbaar voor een fulltime tolk en dat betekent dat Ans weinig op de bevalkamer kan betekenen wanneer Sophea er niet bij is. Sophea moet ook de cursussen over reanimatie en het partogram vertalen en zo komt Ans in haar beschikbaarheid een beetje knel te zitten. Misschien in de toekomst meer zonder tolk aanwezig zijn? 
Lastig, maar we roeien met de riemen die we hebben.




Verder hebben wij vorige week samen een gesprek op het RTC gehad, de school voor de verpleegkundigen en verloskundigen. Aangezien Martin lesgeeft op het RTC hebben we makkelijker toegang tot de school en dat lijkt nuttig en handig. Hij was door een van de leraren benaderd met de vraag of Ans kon helpen met formulieren die in het ziekenhuis door de praktijkbegeleidsters ingevuld moeten worden.




Nadeel voor hen is dat Ans slechts te maken krijgt met de 3e jaars verloskundigen die daadwerkelijk op de verloskamers werken en niet met de studenten die in het algemene deel van het ziekenhuis als verpleegkundigen worden opgeleid. Het formulier dat door school gebruikt wordt is eenzijdig gericht op verpleegkunde en het beschrijven van medische ziektegevallen. Niet zo vreemd dat de verloskundigen daar weinig mee kunnen. Het ligt voor de hand om een formulier te ontwikkeling dat geschikt is voor verloskunde.

Maar zo'n gesprek op school is een mooie ingang om te proberen samen met hen de communicatie en samenwerking tussen opleiding en ziekenhuis te verbeteren. Aangezien het een regionaal trainingsinstituut is (RTC) liggen er misschien in de toekomst ook nog wel mogelijkheden om in andere provinciale ziekenhuizen en met name in de op het platteland gelegen ‘Health Centers’ een kijkje te gaan nemen. In ieder geval leverde het een onderwerp voor de conversatieles Engels.

Al met al zijn we lekker bezig, voelen we ons goed en op onze plek. Realiseren we ons meer en meer dat 'ontwikkelingshulp' een complexe kwestie is van kleine stapjes en een lange adem. Wij proberen een paar kleine steentjes bij te dragen.

Het lijkt ook wel wat op vakantie in ons houten zomerhuisje. Het blijft vanzelfsprekend tropisch warm, dat kan wat ons betreft best een graadje minder, maar het werk is uitdagend leuk en anders dan thuis.




Oma's ontvangen na de bevalling de baby's. 
Dit gaat soms zo snel dat de moeder het kind na de bevalling zelf niet of nauwelijks gezien heeft. 


Li Hai



zondag 9 november 2014

Waterhuishouding


(Denkend aan Cambodja zie ik breede rivieren snel door oneindig laagland gaan,...) 





Cambodja lijkt op Nederland. Plat en machtige rivieren. Een groot verschil is dat wij vier seizoenen hebben en hier zijn het er maar twee. Droogte en regen bepalen het ritme waarop de Mekong stroomt en hoe en of de Cambodjaan leeft. Eeuw na eeuw na eeuw. Het water bepaalt.


We kregen afgelopen week drie 'nationale' vakantiedagen om het waterfestival te vieren.




Een mooie gelegenheid om de stem van het water op te zoeken.

















Maar eerst op woensdagochtend motorrijles. Er is nog een motor voor Ans beschikbaar en het is heel aanlokkelijk om die te gaan gebruiken. Al was het maar om niet doorweekt en druppelend van het zweet aan het werk te moeten beginnen.

De brommertjes die we overal zien blijken 125 cc motoren te hebben. Door het lullige mandje en het feit dat iedereen, van kinderen tot oude vrouwtjes, er op rondtuft hebben ze de schijn tegen. Maar ze verbergen heel wat meer vermogen dan de brommers die we van vroeger kennen. Aangezien we kunnen fietsen zijn Rolly en Allan er van overtuigd dat het voor ons makkelijk is om motor te rijden. En inderdaad, na een paar rondjes over het verlaten vliegveld van Stung Treng hebben we de basisbeginselen te pakken. Nu nog ervaring opdoen en leren te ontspannen.
Wel een helm op natuurlijk. Als VSO moeten we het goede voorbeeld geven. En voorzichtig want asfalt is maar zeer betrekkelijk in Cambodja en eerder uitzondering dan regel.


Het waterfestival 'Bon Om Touk' is een belangrijk feest want het markeert het einde van het regenseizoen.
Traditioneel is de viering tijdens volle maan in november.
Aangezien de Mekong in juli en augustus zodanig hard en snel stijgt stroomt het water, in plaats van naar zee, landinwaarts richting Tonle Sap, het grote binnenmeer. Dit leidt tot gigantische overstromingen en Cambodja komt onder water te staan. Iets wat we ons slecht kunnen voorstellen is dat in Stung Treng afgelopen augustus het water door de straten klotste. Wel zien we dat het in oktober al meters gezakt is. 





De overstromingen maken wel dat het land vruchtbaar en waterrijk wordt.

Een zegen voor de vissers en rijstboeren.








De terugkeer van de normale waterstroom richting zee wordt al eeuwenlang gevierd. De mensen hebben de overstromingen overleefd, de vissen zwemmen overal, de rijst groeit en er is water. Een goede reden tot feest. Het land is drie dagen vrij. De rijst kan in december geoogst worden. Vervolgens droogt Cambodja volledig uit tot het in juni opnieuw gaat regenen.


Hier in Stung Treng merken we niets van het waterfestival. Velen gaan naar Phnom Pehn om daar de traditionele bootraces en het grote vuurwerk te bekijken. Tsja, toen we in Phnom Pehn waren tijdens het 'Pchum Ben' festival trok de stad massaal naar het platteland en nu hebben we opnieuw drie ‘nationale feestdagen’ en trekt het platteland naar de stad. Wie niet naar Phnom Penh trekt voor de feestelijkheden blijft lekker thuis. Aangezien het geen religieus feest is zijn er geen verplichtingen. Dus de families kunnen lekker wat rondhangen, eten en drinken. Jammer genoeg beschikken wij zelf niet over een hangmat. Deze aanpassing aan de Cambodjaanse cultuur is nog wel een overweging waard.
Verder passen we ons wel aan (motortje :) en gaan er met de uitgebreide familie op uit.

We vieren het waterfestival met tripjes naar de waterkant. Wij hoeven niet meer achterop en dus kan iedereen gezellig mee. Op donderdag rijden we naar een klein riviertje. En ja, we gaan barbecueën op ons zelf gestookte kampvuurtje.
Zaterdag gaan we de andere kant op en laten we ons overvaren naar een droog gevallen eilandje in de Tonle San.













Lekker lui aan en in het water hangen. 
Je hoeft niet naar zee voor een tropisch strand.




Het water speelt ook in ons dagelijkse leventje een belangrijke rol. Voorzieningen die we in Nederland vanzelfsprekend vinden liggen hier wat minder voor de hand. Een groot deel van de Cambodjaanse bevolking moet het zonder basisvoorzieningen doen. Ze sprokkelen hout om vuur te stoken. Het regenwater wordt opgevangen in grote kruiken of men probeert grondwater op te pompen.Wie bij de rivier woont gebruikt natuurlijk dat water.

Wij leven naar Cambodjaanse maatstaven in een goede woning met alle voorzieningen zoals gas, water en licht.
Wat dat betreft niet anders dan thuis in IJsselstein.



We staan er in Nederland maar af en toe bij stil  dat ons water zuiver is. We gebruiken overal drinkwater voor. Dat ligt hier wel even wat anders. Duidelijk is dat je het water uit de kraan, wanneer dat er al is, maar beter niet kunt drinken.

Voor een deel komt het rechtstreeks uit de rivier, voor een deel uit de grond en tijdens het regenseizoen uit de lucht.





Het regenwater wordt overal opgevangen en lijkt misschien nog wel het meest zuiver. Er zijn weinig tot geen fabrieken in Cambodja dus industriële uitstoot is er eigenlijk niet. Wel overal stof, uitlaatgassen van brommertjes en rook van verbrande rommel.
Het water wordt opgepompt naar aluminium vaten die in ons geval op het keukendak staat. Iedereen heeft zo zijn eigen watertorentje in de tuin of op zijn dak. Dit is het water wat we algemeen gebruiken voor het toilet en het wassen.




’s Ochtends is de douche redelijk koud maar verder valt dit wel mee. Of tegen. Want wanneer je oververhit thuis komt blijkt het waterreservoir ook in de zon te hebben gestaan en zweet je tijdens het douchen gewoon verder.





We hebben via VSO een waterfilter gekregen. Een grote emmer met daarin een aardenwerk pot waar het water doorheen druppelt. De ‘Rabbit Water Purifier’ zou 99% van de bacteriën en ander vuil wegfilteren. Het systeem schijnt zo’n $12,- te kosten. In een land als Cambodja waar 2/3 van de bevolking geen toegang heeft tot veilig drinkwater een prima uitkomst. Wij zijn, al of niet terecht, wat minder overtuigd van de zuiverheid van dit systeem. We gebruiken dit water alleen om mee te koken en af te wassen.




Om te drinken kopen we vaatjes drinkwater bij een stalletje langs de weg. De eerste keer kost dit $5,=. Daarna bij het omwisselen nog maar $1,=. Zo’n vaatje bevat 20 liter en we gebruiken zo’n 1 ½ vat per week. Gelukkig zit het stalletje dichtbij want het lukt Martin niet om met zo’n vaatje achterop zijn wiebelfiets te fietsen. 




Voor wat betreft gas en elektriciteit is het huishouden wat makkelijker.
Gas is simpel. Aangezien we hier geen verwarming nodig hebben is gas uitsluitend voor in de keuken. Een kwestie van het aanschaffen van een butagas fles en die doet het dan.
Licht is net als thuis een druk op de knop. De betrouwbaarheid is alleen wat minder. Elektriciteit is iets wat je op veel plekken in Cambodja toch wel tegenkomt. Mensen hebben vaak wel een lampje of zelfs een televisie. En mobieltjes hebben de wereld ook wel veroverd.


Het enige apparaat wat bij ons stroom verbruikt is de koelkast. Een luxe waar we erg blij mee zijn. Wasmachine, stofzuiger en televisie zijn zaken die we niet hebben en kosten dan ook geen stroom. Wij gebruiken de elektriciteit dan ook voornamelijk voor onze elektronica. Laptop, mobieltjes, e-readers en camera.

Nee, het belangrijkste gegeven in Cambodja is en blijft water. En als het waterpompje het begeeft, wat regelmatig gebeurt, dan zitten we zonder en wachten we tot de huisbaas het pompje gereinigd heeft en het water weer stroomt.




Geniet nog maar eens van de vanzelfsprekendheid van schoon water.



Li hai




zondag 2 november 2014

Hi Donni,

Nice to see in the Google statistics that we have an audience in Saudi.

Sorry it’s all in Dutch but we hope you enjoy the pictures. This time mostly with a blurry compact camera.




Verjaardagen en partijen

(eten en drinken)


Ans is 56 jaar geworden en dat hebben we natuurlijk  gevierd.



Aangezien het hier in Cambodja niet de gewoonte is om het laat te maken hebben we onze mede VSO-ers uitgenodigd om te komen eten. Wij zorgen voor drank maar hebben aan hen gevraagd een gerecht klaar te maken uit eigen land. (Marc, je zou dit leuk gevonden hebben::)) De dis was gevuld met een Keniaans erwten gerecht, een Indische kip curry, een Filipijns soja vleesgerecht en een lokale salade. Martin hoefde volgens Ans geen 'Hollandse stamppot' aardappelen met een soort andijvie en 'la vache qui rit' kaas te maken. Oké, want er was meer dan genoeg.

Het Keniaanse gerecht, vegatarisch omdat wij hier geen vlees eten terwijl Beata volgens eigen zeggen een echte carnivoor is, ging gepaard met pannenkoeken. Maar aangezien ze niet met ei en melk zijn klaar gemaakt heten ze anders.
De Filipijnse sojasaus, (Allan) vet en met uien, was rijk en vol van smaak. De Indische curry (Sophea/Biju) scherp (trassi, chili pepers, knoflook) en zoet (kokos melk en palmsuiker) want we eten er brood bij in plaats van rijst. (Met rijst zou het zuur zijn, Marc:))?)))
De lokale salade (Marissa) bevat een smaakvolle 'dragonfruit'.



Lekker.



Kortom een geslaagde en tropische verjaardag.


(En te gelijkertijd een house warming party.
Hier zijn gelukkig geen lul de behangers :))))







Vorige week vrijdag was Sophea jarig (30 jaar) en hebben we aan de rivier wat gegeten en gedronken. Surprise want Biju, haar vriend, had al laten weten dat ze niets aan haar verjaardag konden doen omdat ze blut zijn. Dit vond Ans natuurlijk zielig en daarom heeft zij deze borrel georganiseerd. Ans had slingers gemaakt en Marissa kwam met een uitgeprint ‘Happy Birthday’ en wat ballonnen. Het geheel in de bomen opgehangen en de verrassing was groot. Geslaagde actie want Sophea werd er ontroerd van. Iets wat we bij Cambodjanen eigenlijk niet zien. Mooi en  geslaagd dus. De versierselen konden vervolgens opnieuw gebruikt worden voor Ans haar verjaardag.






Misschien linke soep om langs de rivier te eten maar sinds Phnom Penh hebben we geen last van onze darmen gehad dus dat risico kunnen we wel nemen.







De papaya salade en de onbestemde ‘porkmeat’ balletjes zijn wel oké om te eten. Jammer genoeg had ze geen  saté en het als leer gedroogde ‘beef-jerky’ is minder mals. Maar wel eiwitrijk. Wij eten thuis geen vlees omdat we dit niet op de snikhete markt willen kopen. Iets wat Ans en Martin ook niet eten maar wat de anderen prima vinden zijn de eieren. Een gekookt eitje gaat er wel in maar hier houden ze van gevulde eieren. Lekker stukje kip. Het enige waar de mening nog over verschilt is de grote van het ongeboren kuiken. Als ze al wat groter zijn is het meer vlees maar ook meer haren.

Aanpassen aan de cultuur gaat voor ons niet zo ver. Nee dank je wel, de eieren laten we liever staan.


Zaterdagavond 25 oktober hadden we een ander Cambodjaans feest.

De uitnodiging, op netjes geschept papier in ongetwijfeld uiterst correct Khmer, luidt in het Engels als volgt;

We have a great honor to invite excellences, ladies and gentlemen to participate the solidarity dining celebrate of our “appointed as deputy of Stung Treng Provincial Governor”. Which will be held on …… , Stung Treng Province.  Thanks


Aangezien het voor het eerst was dat VSO voor zo’n officiële en hoogstaande gelegenheid werd uitgenodigd hebben we netjes (schoenen aan :) onze opwachting gemaakt.
De grote hoeveelheid politiefunctionarissen was een indicatie dat we inderdaad in hoog gezelschap verkeerden.
Het terrein feestelijke verlicht, een podium met een bandje en behoorlijk veel mensen. In het centrum voor de trappen van het provinciehuis waren de tafels voor de excellenties, dit bleek uit het feit dat zij over houten stoelen beschikten terwijl de rest op plastic stoelen mocht plaats nemen. Wel overtrokken met een feesthoes.


Het eten was zoals we konden verwachten rijkelijk gevuld en veel te veel. Iedereen eet met zijn eetstokjes uit de schalen en de kleine persoonlijke bordjes en kommetjes worden nauwelijks gebruikt. De vaardigheid om met stokjes het voedsel te bemachtigen en zonder te knoeien naar je mond te brengen is nog wel even oefenen maar we krijgen voldoende binnen.

Daarnaast is er overvloedig bier en frisdrank. Voortdurend worden plasticzakken met grote ijsklonten aangedragen om het drinken koel te houden. 


De gewoonte om iedere keer wanneer iemand een slok wil nemen eerst met de anderen te proosten maakt dat je snel meer drinkt dan misschien verstandig is. Gelukkig worden we van met ijs aangelengd bier wat minder snel aangeschoten.



Er wordt natuurlijk ook gespeecht maar opvallend genoeg werd er naar de nieuw aangestelde ‘deputy’ niet echt geluisterd. Het was ook niet de meest begenadigde spreker.
Wel wordt er geluisterd naar de voorzitter van de provincieraad maar die blijkt dan ook de hoogste in rang te zijn.




De dans is natuurlijk anders dan bij ons. De hand en arm bewegingen zijn gracieus en het ritme is langzaam en ingetogen. Men verplaatst zich in een lange rij over het terrein. Polonaise op zijn Cambodjaans. 
Ans is moedig genoeg om zich er aan te wagen maar zweet zich in haar nette, gevoerde, jurk, een ongeluk. Het is onmiddellijk duidelijk waarom de dans ogenschijnlijk zo traag is. Het is warm.





Opvalt is dat wij de enige blanken zijn op dit feest. We hadden verwacht wel andere NGO medewerkers aan te treffen maar we hebben ze niet gezien. Wel veel handjes gevouwen en hoofden geknikt met allerlei bestuurders en directeuren die hun opwachting maken. Vanuit het VSO standpunt gezien een goede zaak. Wij, als Nederlanders, zijn niet zo onder de indruk van hoogwaardigheid bekleders maar dat ligt hier allemaal een stuk gevoeliger dus Martin gedroeg zich gepast vereerd toen ook de voorzitter van de Provincieraad de moeite nam om langs ons tafeltje te komen.

Maar goed, naar mate de avond vordert en met drank in de man en vrouw wordt het lastiger om Cambodjaans gepast te knikken en te blijven buigen. Het ijs is op, het bier lauw en de stemming zit er goed in. Grappig is dan om te zien dat een tafel met jonge mannen zich niet mengt met een tafel met jonge vrouwen. Wanneer alle meiden aan het dansen zijn blijft de naast gelegen tafel met mannen gewoon doordrinken.
Wanneer Martin dan voorzichtig de onbeleefde vraag stelt waarom ze niet ook gaan dansen is het antwoord dat dat niet de gewoonte is. Vrouwen houden van dansen en mannen drinken bier en praten over hun werk. Ook op een feestelijke zaterdagavond? Ja, ook op een feestelijke zaterdagavond met de upper class van de Stung Treng Provincie.
De twee tafels mengen zich niet. 












We proosten hartelijk en nemen nog een slok.




Op zondagochtend hopen we dat we ons netjes genoeg hebben gedragen.




Op maandag twijfelen we daaraan wanneer Biju paniekerig meldt dat hij via de politie is opgedragen dat alle VSO-ers zich bij de immigratiedienst van Stung Treng moeten melden met paspoort en visum. En we moeten NU daarnaar toe. Het zal toch niet waar zijn? Ons paspoort is in Phnom Penh voor het verlengen van ons visum en we hebben geen kopie van het huidige visum. We gaan met een USB-stickje naar het kantoor.
Maar nee, de reden van deze actie blijkt een noodlottig auto-ongeval waarbij een aantal buitenlanders is omgekomen die ze moeilijk wisten te achterhalen omdat ze nergens ingeschreven stonden. Dus de actie om ons te laten registreren is eigenlijk een voorbeeld van goed bestuur. We mogen later wel eens terug komen wanneer we onze papieren gekopieerd hebben. Gelukkig maar.



Cheers