zondag 31 mei 2015

Ontmoeting

  





Pinksterzondag gaan we met de brommer op pad. Niet dat we ons bewust zijn van Pinksteren. Christelijke feestdagen staan in Cambodja niet op de kalender en aangezien we ook geen benul hebben gehad van Hemelvaartsdag zijn we door alle andere nationale vrije dagen het Hollandse spoor bijster geraakt. We gaan toeren voor de leuk. In Nederland zouden we gaan fietsen of wandelen. We realiseren ons dat dit beter is voor de conditie maar beide activiteiten zijn in Cambodja eigenlijk geen optie. Daargelaten de wat wrakkige fietsen zijn de afstanden te groot, de onverharde wegen te slecht en met name de temperatuur te hoog. Het platteland en de jungle zijn ondoordringbaar. Er zijn weinig wegen. Zonder een gids een wandeling maken is waanzin. Er zijn geen paden wel enge beesten, ondoordringbare doornenstruiken en in de grensgebieden veel, heel veel, landmijnen. En de provincie Stung Treng grenst aan Laos. Nee, we zijn blij dat we beschikken over onze Honda 125 cc met boodschappenmandje en uitjes mogelijkheid.


We besluiten langs onze kant van de San rivier richting Kamphun te rijden. De laatste maal dat we deze richting hebben genomen is met Annemiek en Michiel geweest. Zwaaiende en dansende kinderen. Ans heeft onlangs in het Health Center gewerkt en het is haar opgevallen dat er nu bij de huizen veel sla gekweekt wordt. Martin wil een aantal huizen fotograferen. Hij heeft veel foto’s van mensen, rivierlandschappen en zonsondergangen maar op zich weinig huizen. Hij schroomt zich niet om op mensen die ergens aan het werk zijn af te stappen en te vragen of hij een foto van ze mag nemen. 


Grappig genoeg heeft hij er wel moeite mee om vanaf de weg hun huizen te fotografen. Dat ervaart hij als een soort van naar binnen gluren.


Maar goed, hij wil nu wat huizen en horizonnen. Niet enkel om de verzameling foto’s uit te breiden maar ook om ze als achtergrond te kunnen gebruiken voor zijn tekeningen. Ans oefent, na een aantal portretten, op al of niet verfrommelde blikjes bier. En met  verbluffend succes mogen we wel stellen. Martin blijft oefenen op mensen maar wil ze vervolgens in een landschap plaatsen. Dus modelhuizen en -horizonnen gevraagd. Dat er boven een horizon geen onbewolkte witte luchten aanwezig zijn stelt hem voor een geheel nieuw tekenprobleem. Maar dit terzijde.



Na de lunch, op het heetst van de dag, gaan we op pad. Op de een of andere manier lukt het ons (Martin) niet om
’s ochtends vroeg te vertrekken. We vullen bij ons water- annex brandstofkraampje de tank met 3 liter benzine en vertrekken gewapend met fototoestel en flesjes water richting Sesan en Kamphun. Deze weg is behoorlijk breed en goed te doen. Links van ons ligt de rivier op apegapen en rechts wacht een dor, droog en kaal landschap op het regenseizoen. Het uitgesleten rijgeultje is niet al te diep en de weg is aardig stevig platgewalst dus we kunnen stof happend goed doorrijden. De wat gammele houtenbruggetjes dwingen tot voorzichtigheid maar vormen nauwelijks meer een probleem.
 


Zodra de eerste huizen van Sesan verschijnen zien we inderdaad overal lange houtentafels met daarop frisgroene slaplantjes. Netten beschermen de aanplant tegen vogels en het geheel ziet er welvarend uit. We zetten de brommer langs de kant en maken een aantal foto’s van de huizen en de jonge kweek. Mensen hangen in hun hangmatten in de schaduw onder hun huizen en doen wat Cambodjanen rond deze tijd doen. Niets. Wij rijden door het dorpje verder richting Kamphun. 



We passeren de middelbare school, die in dorre verlatenheid strategisch tussen de dorpjes ligt. 



Twee bruggetjes verder begint Kamphun. Direct na het Health Center zet Martin de brommer weer langs de kant om de Flamboyant boom te fotograferen die kleurig boven een rijtje winkeltjes uitbloeit. De slager die achter zijn uitgestalde brokken vlees, onder zijn luifel in de schaduw zit kijkt wat verwonderd maar knikt begrijpend wanneer Martin naar de bloeiende boom gebaart. Ja, de boom is mooi. Nutteloos, want produceert geen fruit, maar mooi.




Na een korte omleiding door het dorpje ziet Ans vervolgens een fotogenieke plek. Het stuk grond naast de weg is platgebrand en het huis wat daar achter te zien is wordt omringd door groene bananenplanten, kokosbomen en ander groenspul. Terwijl ze door de camera zoekt naar de juiste plek om de foto te maken verschijnt een man iets verderop vanuit het struikgewas. Hevig gebarend en luid roepend loopt hij, slechts gehuld in een sarong, onze kant uit. Martin veronderstelt dat hij niet wil dat er gefotografeerd wordt en Ans komt teruggelopen. De man die inmiddels bij Martin is aangekomen begint een heel verhaal af te steken. Hij wijst richting het huis en gebaart. “Ik spreek geen Khmer, Ottee Khmer,” probeert Martin hem duidelijk te maken maar de woordenvloed en gebaren gaan gewoon door. Misschien wil hij dat we richting het huis lopen om vanaf daar een foto te maken? Zijn huis misschien? Nee, niet wat hij bedoeld. Uit zijn gebaren begrijpen we dat we eromheen moeten. Martin wijst naar het paadje richting huis en gebaart ‘lopen’ met zijn vingers. Nee, ottee ottee. Een wijder gebaar, een stroom onverstaanbaar Khmer en wijzen naar de brommer maken duidelijk dat we niet moeten lopen. We kijken hem onbegrijpend aan. Met een stokje tekent hij in het wegdek dat we rechtsaf het weggetje moeten volgen en vervolgens bij een splitsing linksaf moeten rijden. Het zal wel. Martin besluit de brommer te pakken en voor de vorm een stukje het weggetje te volgen. Zijn we in ieder geval van hem af.

Er is geen pad richting het huis vanaf dit weggetje maar na een paar honderd meter is er wel een soort bospad naar links. Toch nieuwsgierig geworden door het opgewonden verhaal van de man besluit Martin een klein stukje het bos in te rijden. Niets te zien tot hij een plek ziet die hij wil fotograferen. Cambodjaans bostafereel met schroeiplek. Hij stapt af met het idee dat ze dan niet helemaal voor niets dit malle pad gevolgd hebben. Terwijl hij de foto staat te maken verschijnt tot onze verbazing de man opnieuw. Hij rijdt op een oud gammel brommertje, stopt en begint opnieuw zijn verhaal af te steken. We moeten verder. Okay. 


Slingerend volgen we hem wat verder het bos in en dan wordt ons duidelijk wat hij heeft bedoeld te vertellen.



De plek waar hij ons naartoe leidt blijkt bijzonder. Vreemde grote zwarte rotspartijen liggen in het bos. En tussen de bomen staat onder een overkapping een Boeddhistisch altaar verscholen. De zittende Boeddha met zijn 4 volgelingen staan op een verhoging uitgestald en op de voorgrond zien we veel wierook. Buiten de overkapping ligt een hoop zand, zoals we die met Khmer nieuwjaar bij de pagodes hebben gezien. Ook hierin staat wierook gestoken. Het is duidelijk dat, ondanks een grote pagode in Kamphun, dit achteraf altaar gebruikt wordt voor offergaven. 




De man betreedt het huisje en gaat knielend aan de slag met een stompje kaars en wierookstaafjes. Martin trekt zijn sandalen uit, kruipt tussen de bamboeafscheiding door en besluit wat foto’s te nemen.


Het licht is onhandig maar het ritueel vindt hij interessant om te volgen. Nadat de man zijn staafje wierook heeft neergezet en zijn gebed heeft gepreveld besluit Martin hem een 1000 Riel biljet
(25 cent) te geven. Dit legt hij aan de voeten van het beeldje waarna hij opnieuw een staafje wierook aansteekt en zijn preveling herhaalt.





Vervolgens gebaart hij richting een geestenhuisje wat verderop op een platte rots tussen de bomen staat. Op zijn hurken gezeten wacht hij totdat Martin hem volgt. Uitgebreid begint hij vervolgens opnieuw te vertellen. Hij wijst op een gat in de rotsbodem waar water in staat. Martin begrijpt uit zijn verhaal en gebaren dat het niet om regenwater maar een bron gaat. Bronwater aan de oppervlakte in een gebied waar voor grondwater 30 en soms tot wel 50 meter diepte geboord moet worden is behoorlijk zeldzaam en waardevol. De grote zwarte rotsen zijn wat ons betreft al even zeldzaam want we hebben nog niet eerder rotspartijen waargenomen. 


Uit zijn verdere verhaal wordt Martin niet veel wijs. Het woord Barang kan hij nog volgen en hij vermoedt dat de man iets over de geschiedenis en mogelijk de Fransen vertelt want een ruïne van oude bakstenen wijst erop dat hier vroeger een bouwwerk gestaan heeft.

Na de hem aangeboden sigaret te hebben opgerookt gebaart de man dat hij weer op weg naar huis gaat. Met de handen gevouwen knikt Martin hem een aantal Akhouns (dank) toe die hij al hoofdknikkend en glimlachend herhaalt. “Akhoun. Akhoun.” Zijn brommertje slaat na een aantal vergeefse kickstart pogingen aan en hij verdwijnt pruttelend tussen de bomen. Wij lopen nog wat verbaasd om de grote rotsen heen, fotograferen de witte wurgficus en constateren dat er hier ook nog jonge teakbomen groeien.

Tevreden brommeren we terug naar Stung Treng om op het terras bij de rivier een biertje te drinken en te staren naar de zonsondergang.


Ans ziet terwijl ze de rivier en de langzaam roze kleurende wolkenlucht bewondert twee jongetjes beneden aan de rivier bezig met het verzamelen van blikjes en plasticflesjes. Wanneer deze later naar boven gekomen zijn en op de kademuur gaan zitten besluit ze hen ieder 500 Riel te geven. Geld aan bedelaars geven is in het Boeddhistische Cambodja niet zo vreemd. Goed voor het Karma. Voor Ans is het echter niet zo vanzelfsprekend want normaal gesproken geeft ze niets aan bedelaars en deze jongetjes zijn aan het werk en bedelen niet.Verbaasd over het gedrag van de grote witte Barang vrouw accepteren de jongentjes de hen aangeboden Riel. 





De kleinste van de twee gaat vervolgens aan de slag om een van de grond geraapte kokosnoot te breken. Die liggen er genoeg want het drinken van kokos is hier heel gebruikelijk. Door de noot verschillende malen met twee handen hard op de grond te gooien breekt hij open. Gebroederlijk zitten ze even later het kokosvlees uit de noot te pulken en op te eten.





Maandagochtend leest Martin op Volkskrant.nl dat het Pinksteren is. Ha, denkt hij. Het was gisteren pinksterzondag, vandaar. De heilige geest leidt ertoe dat we beiden een offergave schenken om zo ons Karma een zetje in de goede richting te geven. Mooi geregeld.






Li Hai



zondag 24 mei 2015

“Een, twee, drie.”
“Good, good. Laoor, laoor.”







“Ik moet sponzen gaan zagen”; meldt Ans. Er komen studenten stage lopen in het ziekenhuis en dat betekent dat zij de komende tijd meer in de ziekenhuis aanwezig zal zijn om samen met de daar aanwezige praktijkbegeleidsters aan de slag te gaan. Cambodja is na alle nationale vrije dagen weer op gang gekomen. De hitte is nog van een ondragelijke vochtigheid en de nachten (+ 30 °C) maken het slapen moeilijk maar we zijn druk aan de slag geweest.

We zijn tevreden over het geleverde werk in de afgelopen week. Ans heeft een ‘partner review’ gedaan en Martin heeft zijn 2-daagse workshop op het RTC gegeven. Deze week een uitvoerig blog over onze werkzaamheden.

Woensdag is Neil, Ans’ nieuwe VSO health manager, op bezoek om met haar kennis te maken en met de partners te spreken over haar werk. Er moet een rapport geschreven worden over Ans haar plaatsing over de periode vanaf september 2014 tot juni 2015. Officieel is dit het eindrapport voor VSO Cambodja. Vanaf juli 2015 wordt Ans via VSO Nederland bekostigd en dat betekent rapportage technisch een nieuwe plaatsing. Een boel papierwerk terwijl er in de praktijk helemaal niets verandert. Maar goed, VSO is sterk in het produceren van formulieren en ondertekende en afgestempelde stukken. Dit alles in het kader van het verantwoorden van de geldstromen en transparantie.
Op zich een goede zaak.

Grappig is dat VSO Nederland met een delegatie afreist naar Cambodja om Ans en een andere  (jonge) VSO-er die in ‘onderwijs’ werkt te bezoeken. Ze komen half juni met een professionele filmer en fotograaf om een VSO promotiefilm te maken over het werken als vak-deskundige in Cambodja. Ans zal een van de hoofdrollen gaan krijgen. De oudere verloskundige die in erbarmelijke omstandigheden voortploetert maar optimistisch het hoofd recht houdt terwijl ze de arme en zielige Cambodjanen helpt in hun barensnood. Met een beetje geluk hebben de eerste moessonregens toegeslagen en is ons stukje Cambodja verandert in een grote blubber- en modderplas waarin het ziekenhuis half onder water staat.
 

Ans mag op zoek naar fraaie locaties om te filmen. Martin heeft al een idee om Sophea met haar baby onder te brengen in een strohut in de jungle bij Thala Borivat. Sophea kan dan in jammerend Khmer vertellen hoe Ans midden in de nacht zonder elektriciteit haar bevalling tot een goed einde heeft gebracht. Dit is niet Ans haar interpretatie, die maakt zich slechts zorgen of haar haar wel goed zal zitten. En dat zit het niet. Ans’ toch al weinige haar is door een lokaal kapstertje verwoest waardoor ze het nu zelf maar wat bijknipt. Annemiek heeft vervolgens hier en daar nog een plukje bijgewerkt. Van een fraai model is geen sprake meer. Misschien kan VSO Nederland ook een kapster opnemen in de delegatie? 
Op Martins steeds kaler wordende hoofd worden de haren trouwens netjes kort gehouden door Ans.


Maar goed. Op woensdagochtend haalt Ans Neil bij zijn hotel op om vervolgens bij ons thuis te praten over haar werkzaamheden en plannen voor de toekomst. Na de door Martin verzorgde lunch; stokbrood, omelet, tomaat, mayonaise en mango vertrekken Neil en Ans naar het ziekenhuis voor hun ‘partner review’.


Verheugend is dat veel mensen aanwezig zijn bij het overleg. Alle 5 de praktijkbegeleidsters, twee directieleden van het ziekenhuis en 2 hoofden van de EHBO en chirurgie worden aangevuld met 4 hoofddocenten van het RTC (Regional Training Center). Een zware delegatie wat we beschouwen als een succes voor Ans haar werkzaamheden. We zijn met name tevreden dat school (RTC) en ziekenhuis samen aan tafel zitten. Neil’s Khmer is niet goed genoeg om de gesprekken te leiden en Seylak van het RTC is zo vriendelijk om voorzitter te zijn. Er wordt in kleine groepen besproken wat de betekenis is van Ans haar werkzaamheden en wat ze samen verder kunnen doen. De sfeer is goed en we zijn benieuwd naar de rapportage van Neil.




De relatie met de praktijkbegeleidsters is in de loop der tijd duidelijk verbeterd. De wijze waarop ze bijvoorbeeld blij waren met Ans’ aanwezigheid op het ziekenhuisfeest vorige maand (samen eten, drinken en dansen) en de manier waarop ze meewerken aan de workshops in de Health Centers geeft aan dat de relatie verbeterd is. Afgelopen vrijdag spraken ze over hoe ze de studenten de aankomende weken kunnen begeleiden. Ze zijn enthousiast over het lesmateriaal dat Ans heeft gemaakt.






We zijn nieuwsgierig in hoeverre ze in de komende tijd daadwerkelijk meer aandacht gaan geven aan de studenten die stage komen lopen in het ziekenhuis. Dat ze nu al voor de derde maal samen met RTC docenten aan de slag zijn geweest doet ons hopen dat de samenwerking tussen ziekenhuis en RTC langzaam maar zeker van de grond komt. Wij zullen in ieder geval onze aandacht blijven richten op het vormgeven van deze samenwerking. 




Het idee dat dit partneroverleg in feite een eindevaluatie is doet ons opnieuw twijfelen aan het nut van relatief kortdurende plaatsingen. Het is wat Allan, de Filipijnse VSO-er, al eerder stelde. “Plaatsingen moeten voor minimaal 2 ½  jaar en eigenlijk voor 4 jaar zijn. Het eerste jaar is nodig om werkrelaties en netwerken op te bouwen. Dan gebeurt er weinig tot niets. In het tweede jaar kun je voorzichtig iets proberen te veranderen en vervolgens heb je 1 jaar de tijd nodig om te evalueren en aanpassingen verder uit te werken. Pas na 3 jaar kan er dan gewerkt worden aan het structureel inbouwen van de veranderingen en het verder aanpassen van structuren.” Tja, daar zit wel degelijk wat in. NGO’s en met name het geld van externe donateurs bepalen echter wat en voor hoe lang iets mogelijk is. Niet de ontwikkelingswerker op de werkvloer. ‘Business as usual’ zullen we maar denken.

Wij zijn blij en dankbaar dat VSO Nederland nog een potje beschikbaar stelt om Ans wat langer door te laten werken. Dit maakt haar werk hier in ieder geval iets effectiever. Iets meer tijd om de welwillende Cambodjanen te stimuleren en te helpen in het verbeteren van hun werk- en leefomgeving.





Een ander voorbeeld van lange adem is Martins tweedaagse workshop voor de jonge leraren van het RTC. Samen met Seylak is het plan in eerste instantie in januari besproken. De directeur geeft in februari zijn toestemming en het idee is om begin april de workshops te geven. Verschillende keren is de datum om allerlei redenen verschoven maar gelukkig is er van het uitstel geen afstel gekomen. Donderdag en vrijdag is Martin op het RTC met een groep van 8 leraren aan de slag geweest.

Martin heeft met Seylak besproken dat hij de oudere leraren, liever niet in de workshop wil hebben. De ervaring leert dat leeftijd en anciënniteit een erg belangrijke rol in Cambodja speelt. Wanneer er ouderen betrokken zijn zwijgen de jongeren eerbiedig. Nu is Martin zelf natuurlijk een heel oude Barang en dat geeft hem status maar hij is bang dat de invloed van de oudere docenten negatief uit zal pakken. 
Seylak kiest 11 jonge docenten die de workshop kunnen volgen. Dat er donderdagochtend 8 aanwezig zijn is voor Cambodjaanse begrippen een succes. Uiteindelijk valt er vrijdag natuurlijk 1 af. Helpen bij de voorbereiding van een huwelijk is in Cambodja een acceptabele reden om het werk te verzuimen. Teleurstellend is dan wel dat Martin weigert deze docent, die toch een halve workshop heeft gevolgd, een certificaat te geven.



Martin heeft geen idee hoe de workshop zal verlopen. Hij heeft zelf geen probleem met de inhoud. Lesplan schrijven, leertheorie en didactiek zijn onderwerpen waar hij in principe uren over kan vertellen. Het idee om met een groep aan de slag te gaan vindt hij leuk. De aarzeling zit hem in de taal. De docenten spreken geen Engels en hij geen Khmer. Sokhoun, een oudere docent, is bereid te vertalen maar heeft zelf weinig tot geen benul van de inhoud en zijn Engels is niet zo vloeiend dat hij makkelijk Martins geklets zal kunnen vertalen. Kortom Martin moet het klein en simpel zien te houden. In de beperking toont zich de meester moet hij maar denken.

Hij besluit zich voornamelijk te richten op het formuleren van concrete leerdoelstellingen en de lestechniek van het vragenstellen. Achterliggende doel is de docenten te stimuleren onderling te praten over het lesgeven en Seylak een ingang te bieden om met hen in gesprek te komen over het lesgeven.

Als introductie laat Martin een foto van onze besneeuwde tuin en een sleutelhanger met twee klompjes rondgaan. Uit welk land denken ze dat deze ‘Barang’ komt? De antwoorden variëren van Engeland via Korea tot 2x Rusland. Dat er op de klompjes Holland staat zien ze blijkbaar over het hoofd want de meeste aandacht en verbazing gaat uit naar de besneeuwde tuin.

Na uitleg over het schrijven van een concreet leerdoel moet er natuurlijk een voorbeeld volgen.


Martin geeft een minilesje met als leerdoelstelling: “Student is in staat om tot drie te tellen in het Nederlands”. Sokhoen schrijft 1,2,3 in het Khmer en Martin vertaald dit naar een, twee, drie. Hij laat de klas dit opdreunen en vervolgens iedere leerling apart. En ja hoor, het lukt. Ze blijken in staat om tot drie te tellen in het Nederlands. Gedurende de twee lesdagen checkt Martin herhaaldelijk of ze het nog kunnen en hij is heel tevreden dat deze leerdoelstelling behaald is. En terecht behaald want concreet waarneembaar, meetbaar en toetsbaar.  




Het is goed om te zien dat de docenten vervolgens ook in staat zijn om hun eigen lesdoelstellingen concreter te maken. Niet meer een algemene doelstelling als ‘de les gaat over het verzorgen van patiënten, handen wassen of zwangerschapszorg’ maar, na ze individueel en in groepjes te hebben laten werken, komen er doelstellingen als; ‘de student is in staat om een bloeddruk te meten’ of ‘student gebruikt twee schone handdoeken om zijn handen af te drogen’. Etc.. Mooi, het gaat lekker. Onhandig blijft taal en vertaling maar er wordt gewerkt.



Wel volgt er een culturele botsing. Martin is Martin en heeft zich niet zo goed aangepast. De calvinistische Hollander vergist zich in de siësta houdende Cambodjaan. De afspraak is dat er middagpauze is van 12 tot 2 uur. Wanneer Martin zijn klas om 5 voor 12 laat gaan blijken de uitgangen bij de trappen al met ijzeren schuifhekken te zijn gesloten. Ja, normaal gesproken begint men om 11.30 uur aan de middagpauze en dan wordt het gebouw afgesloten. Gelukkig is er nog iemand te vinden die het hek opent. Wanneer Martin om 5 voor 2 terugkeert op het RTC is het terrein compleet verlaten. Daar staat hij in de bloedhete zon en geen sterveling te zien. Nou ja, een paar koeien scharrelen rond. Om 5 over verschijnt zijn eerste leerlinge. De kleinste en meest bescheiden docente in zijn klas. Vanzelfsprekend heeft zij geen sleutel. Vervolgens arriveren er groepjes gewone studenten en om kwart over twee komen er wat stafdocenten waaronder Seylak. Mooi, dan kan in ieder geval de deur open en Martin naar zijn lokaal waar de ventilatoren aan het plafond kunnen gaan draaien. Om half 3 komen er 4 docenten in zijn klas bij maar is zijn vertaler nog afwezig. Okay, 5 studenten aanwezig en Seylak kan Engels dus Martin besluit te beginnen. Zijn vraag aan de docenten is als volgt; “Wat doe je wanneer je klas om 2 uur begint en om kwart over twee zijn er nog geen leerlingen?” Geen antwoord maar wel een besmuikt kijkend klasje. Die Barang teacher Martin is duidelijk niet blij dat hij op zijn leerlingen heeft moeten wachten. Maar waarom komt hij dan ook zo vroeg?  Martin probeert uit te leggen dat zijn lesplanning (tijdlijn) op deze manier in de war loopt en complimenteert uitgebreid de docente die wel om 2 uur aanwezig was. Hij doet de voorspelling dat zij als enige de volgende ochtend om 8 uur aanwezig zal zijn. De rest van de middag wordt er in een goede sfeer verder gewerkt.

Op vrijdagochtend zitten er 6 docenten in de klas te wachten wanneer Martin om 5 voor 8 de klas binnenstapt. Met een stralende glimlach begroet hij zijn klas en de docenten lachen hem vrolijk toe. Mooi, het wordt een gezellige dag. Het programma is dat Martin zelf tot de korte ochtendonderbreking nog wat instructie geeft over het gebruik van het zogenaamde onderwijsleergesprek. Dit toch wel wat complexe model brengt hij terug tot het simpele gegeven dat het nuttig is dat docenten vragen stellen aan de klas om zo de studenten te stimuleren zelf na te denken. Vervolgens laat hij de docenten in groepjes van 3 hun huiswerk (maak een lesplan van 15 minuten) bespreken en verder uitwerken opdat ze ’s middags allemaal een korte les kunnen presenteren. De middagsessie begint stipt om 2 uur en om half 5 hebben ze allemaal hun les gepresenteerd en daarover feedback ontvangen. 

Martin zit achter in de klas en turft het gedrag van docent en klas. Uiteraard verstaat hij niets van de lessen maar er valt voor hem meer dan genoeg te zien om zelf ook wat zinnige opmerkingen te maken over het gedrag van de docenten. Tot slot geeft hij de sleutelhanger met twee Hollandse klompjes aan de docent die in zijn ogen de beste les heeft gegeven. 





De workshop wordt afgerond door Ans die de VSO certificaten uitdeelt. Om 5 uur gaat een ieder tevreden naar huis. Het zijn twee leuke dagen geweest. Met Seylak heeft Martin afgesproken om te gaan werken aan een ‘follow up’.







Tevreden zitten Ans en Martin om half 6 op het terras langs de rivier samen met Biju een biertje te drinken. Het is een vruchtbare week geweest en we hebben wat meer mogelijkheden gecreëerd om verder te werken met ziekenhuis en RTC.








Li Hai



zondag 17 mei 2015

Workshops en trainingen








Terwijl het hoogtijd is voor de uitbundig bloeiende Flamboyanttree is het een beetje een slappe tijd voor wat betreft het werk. Er zijn momenteel geen studenten in het ziekenhuis en de vele feestdagen werken niet mee om activiteiten te plannen. Daarbij komt dat afspraken vaak vlak van te voren afgezegd of verplaatst worden. Zo krijgt Martin op maandagochtend een telefoontje van Seylak dat de voor die middag geplande workshop, Teaching Methodology, niet door kan gaan. Er is die ochtend inspectie van de examens en de directeur vindt het geen goed plan om ’s middags met de workshop te starten. Een meevaller is dat de directeur het programma wel heeft goed gekeurd. “Important to learn.“
We zullen zien of volgende week de training wel door zal gaan.

Ans is het inmiddels wel gelukt om naast het maken van nieuw lesmateriaal een aantal workshops en trainingen op locatie te geven.
Samen met Seylak heeft zij een eerste workshop geven op het RTC. Daarnaast is ze de provincie ingetrokken om op Health Centers de verloskundigen bij te scholen.

De workshops op het RTC vallen onder de noemer ‘strenghtening of education skills’. Seylak, een jonge stafdocent is de motor achter deze workshops. Hij heeft een master in health and nursing in Bangkok gehaald. Aangezien zijn studie voor een deel betaald is door de Cambodjaanse overheid wordt hij geacht minstens 5 jaar op het RTC te werken. Hij is enthousiast en gemotiveerd om de opleiding te verbeteren. Van hem is het initiatief afkomstig om Ans en Martin in te schakelen.



De workshop die Ans gegeven heeft is bedoeld voor de praktijkbegeleidsters uit het ziekenhuis en de leraren van de opleiding.  Het onderwerp is het “nursing plan” en het doel is om school en praktijkbegeleiders in het ziekenhuis met een gezamenlijk case-studieformulier te laten werken.







Deze case-studieformulieren zijn onder begeleiding van Ans door de leerkrachten ontworpen. Een voor de 2e jaars en een voor de 3e jaars studentverloskundigen. De stage voor de zwangerenzorg wordt voornamelijk in de Health Centers gevolgd. De driejarige opleiding wordt afgerond in het ziekenhuis en daar gaat het over de begeleiding en het maken van een behandelplan voor de barende vrouw. Tijdens de tweedaagse workshop is de rol van Ans beperkt. Seylak voert voornamelijk het Khmerwoord. Het feit dat een aantal praktijkbegeleidsters uit het ziekenhuis samen met docenten van het RTC aanwezig zijn kan als een succes worden gezien. De interactie tussen beide groepen kweekt hopelijk wat wederzijds begrip.




Het advies van Ans is om de verdeling van de stageplaatsen te verspreiden over meerdere ziekenhuizen. Als dit werkelijk plaats gaat vinden lijkt de situatie gunstig om de studenten een betere praktische stage te bieden. Uiteindelijk wil Ans bereiken dat de studenten voordat ze afgestudeerd zijn enkele bevallingen en handelingen (zoals inwendig onderzoek en hechten) onder begeleiding zelf hebben verricht.

We gaan zien hoe het in de praktijk uitpakt. Ans en Seylak zullen dit over een half jaar gaan evalueren.
In juni willen Ans en Seylak Health Centers bezoeken om daar het case-studieformulier te introduceren. Wanneer ze dit formulier gaan gebruiken tijdens de stages van de studenten is er weer een stapje gezet in het stroomlijnen van opleiding en praktijk. Wanneer het Martin volgende week lukt om zijn workshop over onderwijs methodologie, gericht op de didactiek van theorie lessen, te geven kan hij zich vervolgens gaan buigen over het maken van een workshop voor het geven van praktijklessen en het begeleiden van studenten tijdens vaardigheidstrainingen. Dit gericht op zowel de praktijkbegeleiders van het ziekenhuis als de docenten van het RTC.



De praktijkbegeleidsters hebben aangegeven dat ze graag willen leren van Ans en workshops willen gaan verzorgen bij de Health Centers. De tijd lijkt aangebroken om nu met hen aan de slag te gaan. Sovann die in de ochtenduren voor de klas staat heeft van haar schoolhoofd toestemming gekregen om 1 dag in de week met Ans op stap te gaan. De afgelopen weken hebben ze samen met de praktijkbegeleiders van het ziekenhuis in 2 Health Centers workshops kunnen geven.

’s Ochtends vroeg gaat Sovann langs de markt om voor snacks en lunch te zorgen, want deze zijn niet te verkrijgen in de verafgelegen dorpen. Vervolgens vertrekken de dames op hun brommers richting Health Centers.




Het 80 km verderop gelegen Health Center, Sre Sombo is nieuw en er werken 2 verloskundigen. Helaas is er maar 1 verloskundige wanneer Ans met haar delegatie van 3 vrouwen arriveert. Typisch Cambodja, steeds opnieuw maar afwachten wie er op de les verschijnt. De dag verloopt vanzelfsprekend anders dan de andere workshopdagen.






De aanwezige verloskundige heeft al eerder de hechttraining in het ziekenhuis bij Ans gevolgd. Sam Neang Tevy, 22 jaar oud, blijkt de hechttechniek goed te beheersen en Ans is blij met dit resultaat. Ze prijst de vaardigheid van Neang Tevy. Haar reactie is het vermelden waard:” You make me so proud, I am always a shy person, now you make me glad and proud”.

Haar man werkt als broeder in het Health Center en haar dochtertje van 8 maanden verblijft er ook geregeld. Met maar 10 bevallingen per jaar moet er steeds 1verloskundige aanwezig zijn, in de andere Health Centers zijn er meestal 2 aanwezig. De dienstdoende verloskundigen verblijven 24 tot 48 uur in het Health Center en slapen op de stenen vloer of als ze geluk hebben op houten bedden. De les over het partogram wordt in dit geval een leergesprek. Na de gezamenlijke lunch zijn ze voldaan en tevreden richting huis gereden. De wegen zijn erbarmelijk slecht en Ans vraagt zich af hoe de bereikbaarheid van dit Health Center in het regenseizoen zal zijn.






Het Health Center in Kamphun heeft 10 verloskundigen. Een van de praktijkbegeleidster uit het ziekenhuis meldt ’s morgensvroeg dat ze niet in staat is om mee te gaan naar het Health Center. Ze is moe, heeft de hele nacht gewerkt en voelt zich niet lekker. Ans vertrekt teleugesteld samen met Sovann en Sokhan naar Kampung.






Tijdens het partogram gedeelte ontstaat er een discussie over wanneer je wel of beter niet een barende vrouw kunt verwijzen naar het ziekenhuis. Wanneer men een vrouw verwijst naar het ziekenhuis in Stung Treng betekent dit in de praktijk dat ze achterop de brommer naar Stung Treng moeten. In uitzonderlijke gevallen is er misschien een tuk-tuk. Een vrouw die bevalt van haar eerste kindje kun je bij 7 cm ontsluiting nog wel verwijzen, natuurlijk afhankelijk van de afstand naar het ziekenhuis. Gemiddeld ontsluit een barende van het eerste kindje met 1 cm per uur dus is er in principe tijd genoeg zijn om veilig in het ziekenhuis aan te komen. Maar een vrouw die bevalt van haar vijfde kindje met 7 cm zou Ans met dit vervoer en deze afstand niet naar het ziekenhuis verwijzen. De vrouw kan heel snel ontsluiten en dan wordt er onderweg een kindje met een verhoogd risico op complicaties en zonder medische begeleiding geboren. Bereikbaarheid en vervoer blijven een heikelpunt.



Wanneer Ans bespreekt hoe je omstandigheden en de verloskundige situatie mee moet nemen in je beslissing, komt ze er al snel achter dat dit soort afwegingen voor hen lastig te maken zijn. De verwijsprocedure is in de ogen van Ans goed te vergelijken met die in Nederland. Ze voeren deze volgens het boekje uit, maar gebruiken de protocollen niet als richtlijnen. Ze voeren dit uit omdat ze dit zo geleerd hebben en kijken nauwelijks naar de situatie op het moment zelf.



Ans heeft inmiddels besloten niet de workshop met spoedsituaties (stuitbevalling, problemen met geboren worden van de schouders en te veel bloedverlies) te gaan geven. Er schort nog veel aan basiskennis en techniek dat het raadzaam lijkt om eerst de normale bevalling als onderwerp te kiezen en daarin verschillende cases te behandelen.

Na de laatste workshop heeft Ans een ontevreden gevoel overgehouden. Acht verloskundigen in een middag een nieuwe manier van hechten aan leren is moeilijk. Met een praktijkbegeleidster minder onmogelijk. Te weinig aandacht en oefenmogelijkheden.













Ze heeft besloten om later in de week  terug te gaan om in een kleine groep van 3 of 4 verloskundigen deze vaardigheidstraining te herhalen. Op de motor met zware dreigende luchten, een wind die er voor zorgt dat je nog net niet van de motor wordt geblazen, flitslichten aan de donkere hemel en gewapend met regencapes opnieuw richting Kamphun gereden. Gelukkig blijft de regen uit. In het Health Center treffen ze helaas maar 2 verloskundigen aan. Sopeab is blij om hen te zien, ze glundert aan alle kanten en wil graag Ans haar verhaal vertellen.Sovann heeft dit vertaald naar het Engels.



My name is Chan Sopeab
I am a midwife and working in Kamphun at the Health Center
I am 28 years old
I am so happy when I was learn news from VSO about suture and partograph
Thank you very much to teacher Ans that teach me
I was learn with teacher  Ans for 1 day but I can know a lots
After I learn I can help pregnant at the health center.
            Thank you very much



De andere verloskundige heeft al eerder de hechttraining van Ans in het ziekenhuis gevolgd. Helaas heeft ze de nieuwe techniek nog niet in de praktijk kunnen gebruiken. Ans heeft haar de training opnieuw gegeven, waardoor zij deze nu beter beheerst. Tijdens de workshop was er een jonge verloskundige die het hechten meteen onder de knie had. Zij komt binnen op het moment dat Ans en Sovann weg willen gaan. Kuntheary vindt het niet nodig om nogmaals te oefenen want ze oefent elke dag op de spons op het werk. Inderdaad liggen overal in het Health Center sponzen verspreid. De drie jonge meiden beloven Ans om de anderen als daar behoefte aan is te ondersteunen met het aanleren van de nieuwe techniek.

Ans constateert dat dit Health Center het eerste schone Health Center is wat ze tegenkomt. Niet alleen de behandelruimtes zijn netjes ook de directe omgeving is opgeruimd. Dit is opvallend omdat de grond rondom deze gebouwen in Cambodja vaak bezaaid is met rotzooi en plastic. Ans heeft de directeur erom geprezen. Tijdens rustige momenten in de Health Centers zie je niemand iets ondernemen om de omgeving op te knappen. Hier wel. En dit goede voorbeeld werkt want achteraf realiseert Ans zich dat ook het dorp schoon was.

Het gaat de goede kant op.



Annemiek is al aardig geïntegreerd in Cambodja. Deze week zijn er vrije dagen om de konings verjaardag te vieren. De grotendeels jonge bevolking van Phnom Penh vertrekt dan richting familie in de provincie. Zo ook Annemiek. Ze heeft op vrijdag de minivan naar Stung Treng genomen en arriveert na een eindeloze nachtelijke rit door Phnom Penh op tijd voor de lunch. Een door haar meegebracht stevig bruinbrood en Edammer kaas vormen een feestlunch. De ingelijste KhmerAnnemiek foto maakt het Cambodjafamilie gevoel compleet.


Onze dochter een weekeindje op bezoek. Het is toch mooi dat dat zomaar kan.







Li Hai




zondag 10 mei 2015

Tante betje heeft het warm en kriebelt thuis








Kolonnes ontelbare mieren marcheren langs de muren en over het aanrecht. Ze zijn klein en met velen. Over de plankenvloer kruipen nog kleinere neefjes en zelfs onder de glasplaat op het bureau kriebelen ze rond.
’s Avonds verschijnen hun grote zwarte familieleden maar die zijn minder talrijk. Beter instaat om voor zichzelf te zorgen. 
De Gekko’s eten geen mieren en zijn in die zin volslagen nutteloze huisbewoners. Ze rennen langs de wanden of wachten stilletjes op hun buit. Ze gooien de foto’s en kleine prulletjes die Ans decoratief op de balkjes heeft uitgestald om en produceren een boel kleine keuteltjes maar dat is het dan wel.


De grote zwarte loopspinnen zijn avond- en nachtwezens. We zouden ze kunnen vangen en in de wok frituren. Dit is niet echt ons ding. Dus nee Anita, we eten geen spinnen ook al lijkt men ze hier wel lekker te vinden. Er is er een die de wc als pleisterplaats heeft gekozen. Wanneer hij in de pot zit laat hij zich niet wegspoelen. Zodra we doortrekken rent hij vliegensvlug uit de pot weg en verschuilt hij zich. Overdag is hij spoorloos maar ’s avonds komt hij weer tevoorschijn.



Na een paar dagen zijn we hem zat. Het is niet aangenaam wanneer je naar de WC wilt en er een grote zwarte spin op de bril zit. Met de mop slaapt Martin hem van de bril en met Ans’ slipper op zijn kop. Dan blijft er van zo’n loop spin slechts een klein hoopje over. Wat zich vervolgens wel makkelijk laat wegspoelen.
En ja hoor, de vleermuizen hebben zich op miraculeuze wijze weer gemeld op onze slaapkamer. Martin weet met behulp van een handdoek drie slapende exemplaren van het muskietennet te plukken. Ans is tijdens het schoonmaken een uitgedroogde vleermuis tegengekomen. De laatste keer dat ze door de slaapkamer vlogen is in november geweest.
Ans gluurt inmiddels weer voorzichtig om het hoekje van de deur alvorens de slaapkamer te betreden. Over de kakkerlak die ze bij het opstaan onder de klamboe vandaan vist zullen we verder maar het zwijgen toe doen. Martin moet gewoon beter zijn gedeelte van het muskietennet onder het matras stoppen.
.


De mieren zijn echter een plaag. Ze trekken lange sporen door de keuken. Een sliert mieren laat zich door een wolk Deet uit de spuitbus wel even stoppen. Ze plakken dan aan de tegels vast en het gebied lijkt een tijdje een No-Go zone. Vervolgens verschijnt er een trein vanuit een andere hoek en marcheren ze in een nieuwe rij verder. Utrecht Centraal is hiermee vergeleken maar een dooie boel. Een korrelrijst is binnen de kortste keren een bewegend hoopje zwart. Een bergvoedsel waar ze met tientallen overheen krioelen.



Ans haar crackers zijn ook lekker. Plastic doosjes staan wagenwijd voor ze open als je ze niet per millimeter bewust goed dicht drukt. Zelfs de vacuümverpakking lijkt niet mierdicht want ze komen er gewoon op af. Het stokbrood wat een ½ uurtje in de plasticzak op het gasfornuis ligt is, wanneer Martin het weg wil leggen om een omelet te gaan bakken, verandert in een stok mierenbrood. En niet enkel aan de buitenkant. Bah, daar wordt hij niet vrolijk van.  

Verschillende keren per dag vegen we honderden kleine miertjes met de vaatdoek van het aanrecht en spoelen ze door de gootsteen. Het is onvermijdelijk dat ze op ons klimmen. Wanneer we aan het aanrecht staan lopen er velen over.
Ans lijken ze interessant te vinden om op onderzoek uit te gaan. Duidelijk is dat ze kriebelen. Vervelend is dat ze bijten. Met name Martin vinden ze lekker. Het gevolg rode bultjes en jeuk.  De Cambodjanen die meestentijds binnen op blote voeten rondlopen zitten nu met hun voeten op hun slippers aan tafel. Ze weten dat de mieren bijten en spelen voetje van de vloer. Iets wat volgens Martin weinig uit maakt want hij wordt gewoon gebeten terwijl hij in zijn stoel zit met z’n voeten op tafel.



Vrijdag heeft Ans een herhalingstraining gegeven op een Health Center. Tijdens het maken van een foto van een van de verloskundigen, op een zeepkistje onder een mooie boom, zitten ze binnen een mum van tijd onder de grote rode mieren. Ze bijten in de voeten en kleven. Niet gemakkelijk van een vochtige huid af te slaan.
Daarnaast zwermen allerlei kleine vliegbeestjes rond die het onaantrekkelijk maken om buiten te zitten.


Cambodjaanse zomer in het voorjaar. Het seizoen van kleine kriebelbeestjes. Wanneer het geen beestjes zijn kriebelt het toch. We lopen voortdurend rond in vochtige klamme shirtjes en zweten wat af. Zodra we iets doen gutst het vocht uit onze poriën en zelfs in rust voelen we het kriebelen.
De elektriciteitsrekening is de afgelopen maand verdubbeld. We hebben $40 betaald voor de maand april terwijl we gewend waren zo’n $25 te betalen. De oude koelkast zucht en steunt misschien wat harder, het verschil wordt echter bepaald door de ventilatoren die 24 uur per dag staan te draaien. Het is een vorm van de föhn aanzetten. Het verkoelt niet maar droogt wel. Ja, we hebben al eerder gemeld dat het warm is maar nu is het warm.
Op de brommer terug van het RTC rond het middaguur heeft Martin het gevoel door een bakoven te rijden. Niets geen verkoeling door de snelheid gewoon gloeiend heet.


Alles in huis voelt warm aan. Er ligt een handdoek in de stoel om het plakken tegen te gaan. De tegelvloer in de keuken heeft vloerverwarming. De WC bril geeft ons het idee dat de ander er net van af is. Een glas uit de kast? Net zo warm alsof je het uit de afwasmachine haalt die net klaar is met draaien. Water uit ons vaatje? Warm. Water uit de kraan? Warm. Een koude douche? Warm. Bestek, borden, laptop, telefoon. Warm, warm, warm, warm. ’s Avonds in bed? Warm. Nergens een plekje om de voeten heen te steken voor wat verkoeling. Warme en natte kussens. Ans ligt met dichte ogen plat op haar rug en vreest dat ze gekookt wordt. “My Godness, wat is het heet.” De ventilator draait en blaast het muskietennet heen en weer.


En de Cambodjanen? Ze hebben het warm en draaien zomervakantie diensten.
Khmer Nieuwjaar heeft het land 3 weken plat gelegd. Nauwelijks weer een beetje begonnen en 1 mei is een nationale vrije dag. Inmiddels zijn we er achter dat een nationale vrije dag 3 dagen duurt. De vrije dag wordt met familie doorgebracht en dat betekent twee reisdagen. Afgelopen week een voor ons onbenoemde vrije dag. Volgende week 3 vrije dagen om de koningsverjaardag te vieren. Martin wordt geacht maandag en dinsdag een, inmiddels twee maal uitgestelde, workshop op het RTC te geven maar verwacht er weinig van. Woensdag, donderdag en vrijdag de koningsverjaardag vieren en dan op maandag en dinsdag een workshop? Het zal ons benieuwen. Warm, warm, warm. Wilt u een idee? De thermometer staat om 8 uur in de ochtend op een kleine 32 °C. Lekker warm. De bijgaande hoge luchtvochtigheid maakt het  daadwerkelijk tropisch benauwd. En ja, zweterig. Het is warm en tante betje voelt het overal kriebelen. Zouden de mieren het ook warm hebben? We denken het niet want ze zijn ijverig aan het rondhollen.

Het moge duidelijk zijn. Het is warm.




Maar de mango’s, Tveitoms, zijn rijp, zoet en vochtig. De huisbaas hengelt ze voorzichtig uit de bomen. Het overgrote deel wordt netjes in dozen verpakt voor de markt maar wij worden niet vergeten. Mangosalade, mango als tussendoortje, bevroren stukje mango als ijs. Mango met gebakken aardappelen, mango bij de curry en mango bij de huzarensalade. Mango-ananassap met ijs bij Ponika. Voor wie van mango houdt is dit een heerlijke periode en tante betje smult ervan. Och, het is warm en het kriebelt maar een rijpe sappige mango vergoedt een hoop.


Tot slot van dit zeurblog nog een heugelijk nieuwtje. Sophea is bevallen van een gezonde dochter; Sobita.

Over de bevalling en de gepaard gaande Cambodjaanse verloskunde, zoals bijvoorbeeld de elektriciteit die uitvalt op het moment dat Sobita geboren gaat worden en een generator die niet aanslaat, zouden we een blog en casestudy kunnen vullen maar dat doen we nu niet. Sobita wordt in de bloedhitte onder mobieltjes- en zaklamplicht geboren.

Om het verhaal kort te maken. Biju belt om 1 uur
’s nachts met de vraag of Ans naar het ziekenhuis wil komen. Afgesproken was dat hij haar zou ophalen indien het donker zou zijn. Hij kan dit niet want ze zijn met de auto door hun huisbaas naar het ziekenhuis gebracht. Onze brommer staat veilig binnen naast het bed van onze huisbaas en Ans wil hem eigenlijk niet wakker maken. Martin vindt het een slecht idee dat zij in het pikkedonker alleen en op zachte banden naar het ziekenhuis fietst en klopt de huisbaas uit zijn bed. Vervolgens brengt hij Ans naar het ziekenhuis.
Om 3 uur belt Ans om te vragen of Martin haar weer wil ophalen. Een vlotte bevalling.

We zijn nu een week verder en moeder en kind hebben het overleeft. Eind goed al goed.

Ondanks dit kriebelblog genieten we van onze tijd in Cambodja en missen we de luxe die we in Nederland hebben niet. Misschien de wasmachine, maar dat is dan ook alles. Familie en vrienden vallen niet onder luxe. Maar gelukkig hebben we internet.

O ja, het is warm. Erg warm. Wij wachten samen met de Cambodjanen op een weeromslag.





Li Hai



zondag 3 mei 2015


Tekenles





Zaterdagmiddag volgen we de tekenlessen van de Koreaan Park. Aangezien Marissa voor 2 maanden naar Canada is om daar persoonlijke zaken te regelen is ons klasje geslonken tot drie. Beata, Ans en Martin volgen trouw de lessen en zijn enthousiast over de vorderingen die ze maken. Deze keer een blog over onze tekenlessen.

De schilderijen van Allen zijn aanleiding voor Ans om te vragen of hij ons misschien les zou kunnen geven. Mooi idee, maar door zijn plotseling vertrek eind december is dit er niet van gekomen. Marissa kent echter Park de nieuwe ‘Art- teacher’ op het Regional Teacher Training Centre, waar zij zelf ook les geeft. Zij vraagt of hij bereidt is om een aantal VSO-ers op de zaterdagmiddag tekenlessen te geven. Tot ons genoegen stemt hij daarin toe.

De essentie van Mister Park’s lessen is het tekenen van schaduw.


We zijn gestart met het aanbrengen van verschillende nuances met ons potlood. Van heel licht tot heel donker. Een kwestie van meer of minder druk uitoefenen met het potlood. 10 tinten grijs.Vervolgens komt Park met een uitspraak van Cesanne dat de objecten om ons heen opgebouwd zijn uit drie basisvormen. Het vierkant, de cirkel en de cilinder. Park spreekt geen Engels maar toont ons uitspraken en zinnen op zijn mobieltje. Zijn wijze van lesgeven is eenvoudig. Hij is het model wat wij proberen na te volgen. Het is en blijft verbluffend om te zien met welk gemak hij diepte en vorm geeft aan de voorwerpen en figuren op zijn tekenblad door het aanbrengen van schaduwpartijen.

Wanneer wij met ons potlood zelf iets produceren glimlacht hij enthousiast.
Zijn duimen gaan omhoog en al knikkend zegt hij; ‘’Good, Good”.

Een volgende regel is dat we zorgvuldig moeten observeren. Kijken is tekenen. Wat Martin betreft gaat deze regel ook op voor het maken van foto’s. Kijken naar licht wat door een lens valt en dan op een knopje drukken is wel makkelijker dan met een potlood op een vel papier een beeld vormgeven. Park laat ons zien hoe vormen opgebouwd zijn uit de wijze waarop het licht erop valt.
Dankzij zijn lessen kijken we met andere ogen om ons heen en zien we meer verscheidenheid dan voorheen. Direct onder het object is de schaduw erg donker en deze wordt steeds lichter. Er wordt vaak met het licht van mobieltjes op de voorwerpen geschenen om zo meer over de schaduwen te leren.


De tweede les heeft Mister Park een blikje Coca Cola meegenomen. Hij zet het op tafel en gebaart dat we kunnen beginnen. Ooit wel eens goed naar een blikje gekeken? Hoe zo’n blikje opgebouwd is uit schaduwpartijen? Lekker hoor Park, een modern stilleven in onze tweede les. Maar goed, we gaan dapper aan de slag met het aanbrengen van de lichtinval en tot onze verbazing groeit er een vorm van blikjes op onze tekenvellen. De volgende les wordt klassieker ingevuld met het tekenen van fruit. Met name de appel is een fraai rondje wat door het aanbrengen van de schaduwen zijn bolle vorm krijgt.


Mister Park komt met zijn tekeningen naar de lessen en wij vragen ons af hoe en of wij dit ooit zouden kunnen benaderen in de toekomst. Martin staart langdurig naar de duizenden kleine streepjes die gezamenlijk een appel laten zien terwijl Ans onder de indruk is van zijn dragonfruit. Zij vraagt of ze zijn tekening mee naar huis mag nemen. En tot haar tevredenheid vindt Park dat goed. De volgende dag gaat zij serieus aan de slag om het dragonfruit na te tekenen en tot haar grote verbazing mag het resultaat er wezen.



Martin tekent vanaf het balkon en probeert het torentje van de pagode en de kokosbomen te tekenen. Daarnaast gebruikt hij foto’s op de laptop en oefent hij bootjes, vlaggetjes, lampionnen, glazen etc. Ans is zoals altijd al haar gewoonte is allerlei materiaal uit de natuur aan het verzamelen. Ze vult de tafel met blaadjes, zaden en takjes en probeert deze na te tekenen. Oefening baart kunst zullen we maar zeggen. Duidelijk is dat we er allebei plezier aan beleven.






Na de vakantie heeft Martin de kleuren foto’s van de Bayon hoofden en Angkor gangen in zwart wit omgezet en probeert hij deze na te tekenen. Het resultaat is mooi en iedereen is onder de indruk van zijn tekeningen. Zelf is hij er minder lyrisch over maar de anderen vinden het prachtig. Ans oefent haar blaadjes en vruchten en de aangeleerde techniek om met schaduw diepte en reliëf aan te brengen gaat haar steeds beter af.










Uitdagend is de opdracht onze eigen hand te tekenen. Potlood rechts en de linkerhand als voorbeeld. Martin vindt dit hopeloos moeilijk. Knokige vingers en rimpeltjes. Handen zijn erg lastig maar na deze les is voornamelijk Ans positief gestemd. Ze blijkt over een voor haar ongedacht fraai tekentalent te beschikken. Thuis tekent ze naast afzonderlijke vingers in verschillende posities ook haar voet. In een onhandige positie met haar voet op tafel produceert ze haar voet op papier. Knap. Het resultaat mag er zijn en Ans wordt enthousiaster en enthousiaster. Het begint ergens op te lijken

.


Voor de volgende les vraagt Park of we een foto mee willen nemen van een landschap of een persoon. We kiezen voor foto’s van monniken. Het tekenen van mensen lijkt ons uitdagender dan een landschap. We zitten bij Park thuis op de grond de monnikfiguur te schetsen. De verhouding voor Aziaten is volgens Park hoofd:lichaam = 1:7 voor Europeanen is het 1:8. Leuk om te weten maar moeilijk om in de praktijk te brengen.



Met een aantal ogenschijnlijk simpele krasjes brengt Park onze tekeningen in verhouding. De wijze waarop hij het hoofd vorm geeft door enkel de schaduwen te schetsen is en blijft de essentie van zijn lessen. De voorlopig laatste regel die hij ons op zijn mobieltje laat lezen is dat we af en toe letterlijk afstand moeten nemen van onze tekening. Van een afstand zijn de verhoudingen en het perspectief makkelijker te zien dan van dichtbij. Wanneer we ons verliezen in een detail zoals een oor, verliezen we al snel de verhouding. Wanneer we ons echter bepalen tot de donkere en lichtere vlakken ontstaat er vanzelf een oor.
Ja, makkelijk.

Ans leent van hem een boekje over het tekenen van portretten. Naast de voor ons onleesbare Koreaanse tekst staan er gelukkig erg veel duidelijke voorbeeld tekeningen in en Ans stort zich op het oefenen van oren en lippen. De volgende uitdaging voor haar is een portret. Martin oefent verder op het figuur. Gisteren is Ans aan de slag gegaan met een portretfoto van Annemiek terwijl Martin een wandelende Michiel probeert vorm te geven.


Onze zaterdagmiddag is met de tekenlessen goed gevuld. Ans scoort zoals te verwachten beter in het maken van huiswerk dan Martin en maakt hele grote vorderingen.
Kortom, we genieten van de lessen van ‘Teacher’ Park en verheugen ons op het verbeteren van onze techniek. 




O ja, voor wie onze en met name Ans haar teken vorderingen verder wil bewonderen kan terecht op Martins fotoblog. Klik op de link rechtsboven.


Inmiddels is het mei en dat betekent in Cambodja volop zomer. Het is drukkend heet en we verliezen liters vocht. Maar de strak blauwe hemel verandert. Er ontstaan onweerswolken en we hebben inmiddels een paar buien achter de rug. Langzaam maar zeker gaan we richting het regenseizoen.






Li Hai