zondag 26 juli 2015


Srei




Deze week een blog over rijst, de primaire basisvoorziening in Cambodja. 



De inspanningen die verricht worden om rijst te verbouwen staan in schril contrast met de prijs die wij voor een kilo rijst in de winkel betalen. Het feit dat rijst voor ons zo goedkoop is geeft aan hoe arm rijstboeren zijn. In de provincie Stung Treng, waar wij wonen, zijn ze armer dan gemiddeld in Cambodja. 

Anderhalve week geleden was Martin in Kratie waar de nieuwe bazen van VSO Asia en VSO International (Londen) op werkbezoek waren. Ans kon niet mee want ze gaf een rondleiding in het ziekenhuis aan een UNICEF delegatie uit Hong Kong. ’s Avonds was er een diner bijeenkomst waarbij  de VSO-ers uit Stung Treng aanschoven. Een van de vragen waar VSO mee worstelt is of ze wel de arme bevolking bereiken. Dat is een relevante vraag want de missie van VSO is het bestrijden van armoede. Het antwoord is niet zo eenvoudig te geven.

Ans werkt in het referral ziekenhuis in de provincie hoofdstad. Komen hier de allerarmsten? Misschien wel, want de wat beter bedeelden gaan naar ziekenhuizen elders in het land en de rijken gaan naar Vietnam of Thailand. Bij opname in het ziekenhuis wordt er naar het inkomen gevraagd. Onder een bepaald niveau zijn de mensen vrijgesteld van betalen. Tijdens de zwangerschap worden de mensen geadviseerd geld opzij te leggen voor de kosten van een bevalling. De Cambodjanen moeten ziektekosten zelf betalen omdat er geen zorgverzekering is.



De kans dat  Ans als VSO-er de armen bereikt door training te geven aan studenten van het RTC en verloskundigen in de gezondheidscentra in de jungle is een stuk groter. Maar komen de armste Cambodjanen terecht bij de reguliere gezondheidszorg? Kunnen ze het zich veroorloven om daar naar toe te gaan? Hoe is de bereikbaarheid? Etc. etc.
Een ding is zeker, de Cambodjanen op het platteland van Stung Treng behoren tot de allerarmsten ter wereld. Mensen die niet of nauwelijks in hun basisbehoeften kunnen voorzien.


70 % van de Cambodjanen in Stung Treng leven van wat het land opbrengt. Traditioneel leeft men hier van het bos, de rivieren en kleinschalige akkerbouw. Bos en vis staan echter al enige tijd zwaar onder druk. Houtkap, ontbossing en illegale visvangst dmv elektrocutie en dynamiet maken dat de provincie Stung Treng getroffen wordt door snelle afname van de natuurlijke hulpbronnen. De akkerbouw is kleinschalig en de grond in de provincie is schraal.

Waar men in andere provincies met vruchtbare grond en irrigatie in staat is tot twee rijstoogsten per jaar is men hier volledig afhankelijk van het regenseizoen.
Dit jaar heeft het lang geduurd voordat het is gaan regenen en we mogen stellen dat het ook nu nog niet voldoende regent.
De afgelopen week is het gewoon droog gebleven. Hopelijk gaat het de volgende maand nog met bakken uit de hemel vallen anders zijn de gevolgen voor de plattelandsbevolking rampzalig. Niet zo zeer omdat ze dan geen inkomen hebben uit de rijstverkoop maar domweg omdat ze dan te weinig rijst hebben om zelf te eten. 




Een slechte oogst betekent onvermijdelijk hongersnood. Een groot deel van de oogst (gemiddeld 70%) wordt namelijk door de familie zelf opgegeten. Vervolgens moeten ze zo’n 6% bewaren als zaaigoed voor het volgende regenseizoen en blijft er ongeveer een kwart over voor de verkoop. Die vervolgens weinig opbreng omdat iedereen op het zelfde moment deze rijst op de markt brengt.







Over de wijze waarop men de rijstproductie, verwerking en distributie kan verbeteren kunnen we vele blogs vullen maar dat gaan we niet doen. Duidelijk is dat er voor VSO en haar ‘livelyhood’ programma’s nog meer dan genoeg te doen is in Cambodja. Of ze daar de armen mee bereiken? Uiteindelijk wel.





Maar goed, het is het regenseizoen en Stung Treng is druk met haar rijstveldjes. Voor Martin een reden om vaak een rondje langs de velden te maken om te zien hoe het ervoor staat.





Het eerste wat opvalt is dat de traditionele waterbuffel om mee te ploegen merendeels vervangen is door een mechanische buffel. Er zijn nog genoeg waterbuffels in het landschap te vinden maar echt werken zien we ze weinig. Meestal liggen ze lui in het water te weken totdat iemand dichtbij komt waarna ze zich log maar rap uit de voeten maken. Mechanisch ploegen gaat een stuk sneller en dat is van belang want er moet veel en vaak geploegd worden voordat rijst geplant kan worden. 



Sommige buffels zijn natuurlijk toch de klos en buffelen met een droeve uitdrukking op hun kop door de blubber.



In eerste instantie moet de keihard uitgedroogde grond gebroken worden. Het is duidelijk dat regen nodig is om de grond in de week te zetten. Een eerste maal ploegen levert grote brokken klei waar niets mee te doen valt. Naar mate er meer water is wordt de grond nog een paar maal los geploegd. Boeren die over een waterput en pomp beschikken zijn in staat om hun land ruim onderwater te zetten en snel aan de slag te gaan.

De eerste stukken grond worden als kraamkamer ingericht. Het zaairijst worden uitgestrooid en ontkiemt in de warme vochtige lucht betrekkelijk snel. De rijen jonge plantjes vormen fris groene dekens in het landschap. Aangezien de plantjes allemaal dicht op elkaar staan bestaat het gevaar van verstikking. Dit betekent dat ze wanneer ze zo’n dertig centimeter groot zijn uit de grond gehaald worden en overgeplant moeten worden. De wortels zijn dan sterk genoeg en nog niet zo lang dat ze bij het uittrekken breken. De hoeveelheid grond die dan nodig is om de rijstplantjes te poten is zo’n 6x groter dan de zaaibedden.



Iets buiten Stung Treng is een grote boerderij waar Martin, op zijn standaard rondje langs de velden, op een goed moment een aantal vrouwen bezig ziet met de jonge rijstplantjes. Hij zet de brommer langs de kant van de weg en piekert hoe hij wat foto’s kan maken. De afstand tot de werkende vrouwen is te groot voor een mooie foto. Een brede en diepe volgelopen greppel, hek en tussenliggend modderveld maken het moeilijk om de vrouwen te benaderen.




Martin vindt het inmiddels redelijk makkelijk om op werkende mannen af te stappen met de vraag of hij een foto van ze mag maken, wat ze meestal prima vinden, maar met vrouwen ligt dit toch iets gevoeliger. En in dit geval kan hij ook niet gewoon vriendelijk glimlachend op ze afstappen.  Wat verderop is de boer aan het werk met een schoffel. Martin gebaart naar hem dat hij graag wat foto’s wil maken. De man knikt en komt over zijn erf aangelopen om het hek te openen.
 “Aw koun” “Dank”.

Dit is een boerderij met veel land, een eigen waterput en heel veel jonge rijstplantjes. De boer gaat verder aan de slag met zijn schoffel. Een ander is bezig een veld om te ploegen en een groepje vrouwen werkt tussen de jonge plantjes. Mooi, dit is wat Martin graag wil fotograferen. De afgelopen 6 maanden bood het landschap voortdurend hetzelfde uitgeloogde dorre beeld. Nu verandert het met de dag. Cambodja en rijstveldjes. Het Azië cliché neemt vorm aan. 


De boerin en haar twee dochters (?) zitten de rijstplantjes uit de grond te halen en te bundelen. Oma (?) maakt zich uit de voeten wanneer Martin naar hen toeloopt. De anderen gaan gelukkig gewoon verder met hun werk terwijl hij op zijn hurken hun arbeid fotografeert.



















Blij met de foto’s bedankt Martin de vrouwen en gaat tevreden naar huis.

Dit is een boerderij om de volgende dagen in de gaten te houden om te zien wanneer ze de rijst gaan planten.



Twee dagen later is het zo ver. Een groep vrouwen staat in het veld rijst te planten. Het hek staat open dus Martin kan eenvoudig het erf op rijden. Dezelfde boer knikt toestemmend en Martin kan op zijn blote voeten richting de aanplant.






Een man is bezig om een veld voor de plant gereed te maken. Het compleet ondergelopen land wordt nu eerder gezeefd dan geploegd. Er zijn nauwelijks meer kluiten klei te bekennen. Grappig is om te zien dat twee kinderen door het veld lopen om de vis er uit te vissen. De visjes zijn nu goed voor in de soep en het is zonde om als ze later als de rijst groeit en het veld droog valt te laten wegrotten.




Het planten van de rijst is hier een vrouwen en pubermeisjes bezigheid. Vanaf twaalf jaar mogen kinderen op het veld aan de slag. Goed, er is weinig spierkracht nodig om rijst te planten maar dat wil geenszins zeggen dat het niet zwaar is. De vrouwen staan ongeveer 7 uur op een dag in het water voorover gebukt plantjes in de grond te duwen. En het gaat in een verbluffend tempo. 




Zo constateert Martin op de tijdsaanduiding van foto’s die hij in een serie van een vrouw heeft gemaakt dat zij in 6 seconden tijd 10 plantjes in de grond drukt. Kortom tienduizenden plantjes per dag gaan er door haar handen. In hoeverre ze dit tempo de hele dag volhoudt en of de pubermeisjes dit aantal ook halen durft Martin niet te zeggen. Dat ze allemaal stug aan een stuk doorwerken is wel duidelijk. 

Wanneer ze klaar zijn met het veld verkassen ze naar het volgende veld. Een van de pubermeisjes, gehuld in nylon pyjama en met spijkerstofhoed op haar hoofd, stapt op Martin af en vraagt hem naar zijn naam. Verbazingwekkend genoeg spreekt ze heel behoorlijk Engels. Ze heeft dit geleerd tijdens extra lessen buiten schooltijd om.
Het is bijzonder om iemand te ontmoeten die wat Engels kan. Nog bijzonderder wanneer ze het lef hebben om een ‘Barang’ aan te spreken. Typisch een meisje wat er wel gaat komen in Cambodja wanneer ze tenminste niet op haar 19e trouwt en een eerste kind krijgt. 


Martin wandelt met haar mee naar de boom waaronder de losse rijstplantjes liggen. Met een hakmes kapt ze soepeltjes  het overtollige deel van de bosjes en ze vraagt of Martin een bosje rijst wil planten. Ja, waarom niet? Per slotte komt hij plomp verloren zo maar foto’s nemen en dus kan het vast geen kwaad om zijn goede wil te tonen. En dan hebben die vrouwen misschien ook nog iets om over te lachen.





Niet veel later staat Martin, in het kinderhoekje, tot over zijn enkels in een rijstveldje. De grond is boterzacht en zijn voeten zakken diep in het slijk weg. Het is de bedoeling dat hij 3 tot 4 plantjes bij elkaar in de grond zet. Nee, de grond hoeft niet om de plantjes aangeduwd te worden want het is eigenlijk allemaal water.
Zijn eerste plantjes staan wat wiebelig maar het is gewoon een kwestie van ze er diep genoeg induwen.

De kinderen om hem heen gaan een stuk rapper en dus probeert Martin zijn tempo wat te verhogen. Niet overeind komen, niet precies 3 plantjes pakken en meer uit de heupen draaien om de reikwijdte te vergroten. Okay. 




Het pubermeisje vraagt of ze een foto van hem mag maken. Natuurlijk, een koekje van eigen deeg. En een mooi moment om de rug te strekken en haar het fototoestel uit te leggen.







Een half uurtje schuifelt Martin met zijn rijstplantjes achteruit door het veldje. Dan vindt hij het met in zijn achterhoofd zijn oude rug wel welletjes. Hij bedankt de boer en met meisje hartelijk. Voordat hij met zijn moddervoeten in zijn slippers wil stappen komt het meisje met een emmer water aangesneld en spoelt ze met een schepemmertje zijn enkels en voeten schoon. “Aw koun strjaan, Thank you very much.”
De volgende dag heeft hij spierpijn. Niet zijn rug maar de achterkant van zijn benen staan in brand. Kromgebogen achteruit door zuigende blubber schuifelen is blijkbaar ook een aanslag op de hamstrings. Maar het is het dubbel en dwars waard geweest.


Een paar dagen later ziet Martin op de weg richting Komphun een klein rijstveldje waar een familie bezig is haar rijstplantjes te planten. Een totaal ander beeld dan de grote boer in Stung Treng. Deze familie gaat weinig rijst overhouden voor de verkoop. Hier is rijstplanten een bezigheid voor het hele gezin. Er is geen waterput maar slechts dat wat er uit de hemel valt.



Voor de kleine boerengezinnen is het van levensbelang dat het regenseizoen alsnog voldoende water brengt om tot een goede oogst te komen. We hebben eigenlijk geen idee in hoeverre boeddhisten bidden maar hopen op meer regen doen ze in ieder geval. Het is ze van harte gegund.






Li Hai




zondag 19 juli 2015

Tante betje weet het even niet en leutert wat.





Sommige weken lopen verlopen verliepen. De dagen volgen elkaar op en we doen de dingen die we moeten doen.
Niets bijzonders en tante betje heeft geen idee over een thema van de week. Zomervakantieherhalingen en een kort komkommerblog van de week.



Ans lijkt na alle pillenzooi weer de oude en aan het werk. Het idee dat we over 3 weken naar Nederland vliegen en dan 2 maanden weg zijn maakt dat ze nog snel een aantal zaken wil regelen. Ze wil haar workshops en cursussen af hebben zodat Kosal die kan vertalen tijdens haar afwezigheid. Daarnaast wil ze nog een aantal andere provincieziekenhuizen bezoeken en met de studentbegeleiders praten over de aanpak vanaf oktober.
Maar dit is en blijft Cambodja en plannen is iets wat men hier niet doet. Morgen is een begrip wat nog wel gaat maar alles daarna is verre toekomst waarin je niet weet wat er gaat gebeuren. Waar we in Nederland de neiging hebben om te zeggen ‘afspraak is afspraak’ en ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ gelden hier andere normen. Men leeft bij de dag en afspraken zijn hapsnap en worden vergeten wanneer er een latere afspraak wordt gemaakt.






En voor een deel hebben we ons aangepast. Zo weten we dat we 7 augustus naar Nederland vliegen en 7 oktober weer terug naar Cambodja. Hoe, wat, waar, wanneer voor wat betreft woon- en verblijfplaats en het bezoeken van familie en vrienden is nog niet of nauwelijks ingevuld.  Ja, gelukkig kunnen we de eerste week gewoon in ons eigen huis de kamer van Annemiek gebruiken. Michiel ontmoeten, winterkleren uit verhuisdozen zoeken, paspoort aanvragen en de buren gedag zeggen. Vervolgens verblijven we twee weken in het huis van een vakantie vierende oud-collega van Ans. Daarna? We zullen wel zien.





Weet iemand nog een leegstaand huis in september?
Het is te koud om in het bos te slapen, wat in Nederland ongetwijfeld illegaal en verboden is. Maar goed, een ding is zeker, we hebben zin om jullie weer te zien. En dat gaan we doen.
Tenzij we Cambodjaanshapsnap andere afspraken maken kunnen we ieder weekeind Machtelt.





Terug naar Nederland betekent onmiddellijk dingen regelen. We willen graag weer over onze auto beschikken want we gaan een boel op en neer reizen. Dicky en Wim zijn zo lief om ons daarbij in eerste instantie op weg te helpen. Zal wel even wennen zijn aan het drukke verkeer en de strikte regelgeving. Rechts houden en links inhalen, geen bochten afsnijden, niet tegen het verkeer in rijden, voorrang verlenen, niet te hard of te zacht rijden, niet zo maar langs de weg stoppen voor een plas of een foto.



Wel stoppen bij voorrangskruisingen en rode verkeerslichten, overal lekker asfalt maar ook zorgen dat de auto weer verzekerd is en zeuren over een bonus noclaim die je had en weer aanmelden voor de wegenbelasting waarvoor je via de RVD site online je DiGIgeeniDee, wachtwoord en kentekennummer moet weten. Auto rijklaar laten maken en APK keuren en wat al niet meer. Maar gelukkig is ons rijbewijs nog geldig en hoeven we niet aan te tonen dat we nog kunnen rijden. Dus pas maar op wanneer we met onze jetlag vrijdagochtend 7 augustus de ochtendspits inrijden.



Voorlopig hebben we nog twee weken de tijd om de Cambodjaanse polders te exploreren. Martin vindt het bijna jammer dat we augustus zullen missen in ons Cambodjajaar. Het water op het land en in de rivier stijgt gestaag maar het hoogste punt en de overstromingen zullen we niet beleven. Misschien wel gelukkig, maar toch. De wegen beginnen lastiger te worden maar we kunnen er nog op uit. Zouden we in augustus hier zijn dan is het door de dan weggespoelde en ondergelopen wegen waarschijnlijk onmogelijk om ergens te komen.




Dit gezegd hebbende is het duidelijk dat Martin dezer dagen liever op de brommer stapt dan een blog schrijft. Het suffe daarbij is dat hij zowel een paar keer kleddernat is geregend als nu ook verbrand. Jammer dan, dikke bewolking, geen petje nodig en dan slaat het weer om. Boem zon op zijn kop en geen haar genoeg om die tegen verbranden te beschermen. Regenseizoen en we zijn beiden voor het eerst verbrand.




Een andere reden voor een mager kletsblog is dat door het bezoek van VSO Nederland en met name de enthousiaste Video/fotograaf Thomas Roos Martin zich (waarschijnlijk kortstondig) verdiept in het bewerken van RAW foto’s. Typisch een onderwerp waar een boel tijd in gaat zitten zonder dat dit nu meteen tot betere resultaten leidt dan de gewone jpeg’s rechtstreeks uit de camera. Het houdt hem niet van de straat, nog van de laptop maar wel van het schrijven van een blog.



Het zij zo lieve mensen. Tante betje weet het even niet. Het wordt de hoogste tijd om gewoon weer met elkaar heen en weer en door elkaar te kletsen in plaats van dit eenzijdige geleuter.


Tot snel.




Li Hai






zondag 12 juli 2015

Regenseizoen





In Cambodja doet men niet aan ‘het weer’. Geen weersberichten, geen voorspellingen en geen KNMI waarschuwingen. Grijze regendagen, zon, onweer en tropische kletterbuien wisselen elkaar in een onvoorspelbaar ritme af. Het regenseizoen is begonnen en voordat de wegen onbegaanbaar worden maken we nog wat rondjes door het achterveld. Kijken hoe het land verandert van kurkdroog naar nat en zien of er rijstveldjes in gebruik worden genomen.
Een ding is zeker. Het groen knalt de grond uit. Gewapend met ons fototoestel en een volle tank benzine blijven we aan onze kant van de Mekong en Sekong.



We rijden in eerste instantie een kilometer of 15 via de grote weg richting Kratie waarna we een zandweg naar de Mekong pakken. Het feit dat deze weg er ligt betekent dat het bos in productie is genomen. Er zijn nog steeds prachtige grote bomen maar de rubberplantages rukken op.





Dat het bos verdwijnt en vervangen wordt door kaalslag en rubberplantages is vanuit onze ‘westerse’ ogen een jammerlijke zaak maar daar denkt men hier (net als in Brazilië) anders over. Wie zijn wij om te zeggen dat ze hun oerwoud niet moeten kappen? Het aanleggen van rubberplantages in de wildernis biedt werkgelegenheid. Er worden wegen aangelegd en er vormen zich nieuwe dorpjes. Vooruitgang en ontwikkeling zullen we maar denken. De wijze waarop deze verandering verloopt is echter wel schandalig. Corruptie en machtsmisbruik zijn de norm en mensenrechten tellen niet in Cambodja.


Maar goed, over de teloorgang van tropisch hardhout, het illegale gerommel met Teak en de opkomst van rubberplantages kunnen we misschien een andere keer een blog schrijven. Anekdotes genoeg wat dat betreft.

De kans op ondergelopen land en beginnende rijstveldjes is in het bos echter nihil. Daarvoor moeten we in de buurt van de rivieren blijven. De provincie Stung Treng is geen landbouw provincie. Schrale zandgrond en bos biedt slechts in de nabijheid van de rivieren klei geschikt voor wat akkertjes. Gemeenschappen hebben zich langs de rivieren gevormd en daar vinden we dan ook de twee basisvoorzieningen voor voedsel. Vis en rijst.

Wanneer we bij het kleine dorpje langs de rivier aankomen betrekt de lucht in rap tempo en regen zal niet lang op zich laten wachten. Geen goed moment om eens rustig naar rijstveldjes te gaan zoeken. Beter om maar snel richting huis te rijden. Regenkleding hebben we niet meegenomen want we dachten voor het regenseizoen weer in IJsselstein te zijn. De poncho’s die in Cambodja verkrijgbaar zijn blijken in de praktijk van flinterdun plastic wat makkelijk scheurt en nauwelijks bescherming biedt. De Cambodjaan zit er niet mee. Als het regent wordt je nat. En wij dus ook.


Gelukkig komen we snel op het asfalt en naderen we de Mekongbrug wanneer de bui echt losbarst. Beter om even te schuilen; het fototoestel is niet waterdicht, de kletterende regen maakt dat we niets meer zien en de hevige windstoten maken het gevaarlijk. Daar staan we dan. In Nederland zou zo’n hevige bui niet lang duren maar dat valt hier tegen. Wanneer het langzaam maar zeker ook nog donker begint te worden besluiten we toch maar naar huis te gaan rijden.


De weg langs de rivier ligt bezaaid met afgebroken takken en we besluiten snel de meer open weg achterlangs te nemen. Het voelt niet fijn. Onweer, kletterende regen, gigaplassen. In Stung Treng is de markt ondergelopen en zien we bij het glinsterende licht van koplampen mensen her en der hun spulletjes in veiligheid brengen. De regen valt met bakken uit de donkere hemel. Dit chaotische tafereel zou een mooie foto opleveren maar geen kans. We slalommen door de meute heen en zijn blij dat we thuis zijn. Compleet verzopen en door en doorweekt nat is zwak uitgedrukt. Brrr, we hebben het zelfs koud gekregen. Het klettert nog vrolijk een uur of wat door.


De volgende dagen blijft het weer Nederlands onstabiel. De temperatuur is wat dragelijker en het voelt nu aan alsof we in Burgers Bush wonen. Vochtige warme lucht.

Ans is aan de slag met haar nieuwe assistent Kosal. Hij lijkt een juiste keuze te zijn. Hij is instaat om behoorlijke vertalingen te maken, begrijpt wat Ans wil en maakt een intelligente indruk. Seylak van het RTC is in de buurprovincie Phear Vihear en hij wil daar samen met Ans een workshop geven in het referral ziekenhuis. Kosal regelt vervoer, informeert naar overnachtingsmogelijkheden en overlegt met Seylak. Mooi, een assistent die Ans om een boodschap kan sturen. Het bezoek aan het ziekenhuis in deze provincie opent Ans de ogen over hoe het anders kan. Schoo, nverzorgd en hygiënisch. Het management in Phear Vihear maakt duidelijk andere keuzes dan hier in Stung Treng. Meer schoonmakers die ook nog eens daadwerkelijk schoonmaken. Deze maand staan workshops in 4 provincieziekenhuizen ,waarmee de opleiding samenwerkt, op het programma. Ans is benieuwd hoe het in deze ziekenhuizen met de hygiëne gesteld is. Afhankelijk hiervan is een gesprek met de directeur wenselijk en is het goed om er achter te komen hoe de verschillen per ziekenhuizen zo groot kunnen zijn en wat daar de oorzaak van is. Ans was zo onder de indruk dat ze vergeten is er foto’s van te maken. Goed bewijs om aan de verloskundigen en schoonmaaksters in Stung Treng te laten zien hoe het ook kan. Hopelijk krijgt ze hiervoor nog de kans als ze de andere buurprovincies gaat bezoeken.




Aangezien Martins studenten op stage zijn heeft hij de gelegenheid om nog wat rond te toeren en verder te speuren naar rijstveldjes.


Als een paparazzi op jacht naar rijstplanters in de modder. Maar dat valt niet mee. Zeker niet wanneer hij constateert dat veel van de veldjes ingezaaid worden. Rijst zaaien?? Hij dacht planten? Ja, beide natuurlijk. Eerst zaaien, ontkiemen, opkweken en daarna overplanten. Hopelijk schieten ze een beetje op en kan hij voor we in augustus naar Nederland komen het planten nog aanschouwen. En o ja, zilvervlies rijst is zaairijst. Witte rijst is om te eten.  




Eten in Cambodja is synoniem aan rijst. In Khmer is het zelfs een en hetzelfde woord. ‘Srei’, wat met een iets andere klemtoon uitgesproken ook nog vrouw betekent. Ja taal, het is toch mooi.
Rijst heeft veel water nodig om te groeien en het regenseizoen is van levensbelang. Het feit dat het dit jaar langdurig droog is gebleven baart de mensen zorgen. Een slecht (te droog) regenseizoen leidt tot minder rijst opbrengsten en dat leidt onvermijdelijk tot honger. Men is blij en opgelucht dat het eindelijk is gaan regenen.

Hoe dan ook bij de dorpjes langs de rivieren verschijnen overal kleine akkertjes waar twee weken geleden nog dorre, uitgedroogde steenharde grond lag. Grote stukken land liggen in het water te weken om geploegd te worden. Kleine dijkjes bakenen de akkers af en bieden een slipperige kans om droge voeten te houden. Maar nee, net als vroeger in de polder houdt Martin de voeten niet droog. Liepen als kind zijn laarzen vol en werden zijn sokken nat nu blijft het bij bagger sandalen. De natte broekspijpen drogen snel genoeg wanneer hij weer op de brommer stapt. Het water is nergens diep en zolang hij niet volledig ondersteboven glijdt is er niets aan de hand.





Leuk, het dorre land is nat en wordt nu doorkruist met dijkjes en water. Hollands polderlandschap op Madurodam schaal. Het heldere groen van de jonge rijstplantjes is een lust voor het oog. Martins groene polderhart bloeit er helemaal van op.







Laat het nog maar even regenen.







Li Hai



zondag 5 juli 2015

Phnom Penh again






Na het bliksembezoek van VSO Nederland hebben we de normale draad weer opgepakt. Nou, normaal? Niet helemaal. Het regenseizoen laat het prompt weer afweten. Het is opnieuw droog en warm.

















Dankzij cameraman Thomas zijn we aan het experimenteren met de camera. Met name Ans heeft de smaak te pakken om met een grote lensopening de scherpe focus en onscherpe diepte van foto’s te onderzoeken. Ze fotografeert de Pagoda en komt met een aantal fraaie foto’s thuis. Martin rommelt wat met lange sluitertijden en RAW.


Vorige week vrijdag hebben we sollicitatiegesprekken gevoerd voor een nieuwe assistent tolk-vertaler. Deze keer hebben we keus want er komen 3 sollicitanten op gesprek. Twee dames en een heer. De keus is gevallen op Kosal, de man. Hij zal in ieder geval niet zoals Sophea en Sovann zwanger worden maar dat is niet de reden om hem aan te nemen. Zijn vaardigheid in Engels is beter dan van de andere sollicitanten. Daarnaast is hij goed ontwikkeld. Hij heeft een bachelor opleiding, geeft Engelse les, vertaalt op zondag simultaan de preken van een Koreaanse missionaris en heeft een jaar in Israël gewerkt. Het lijkt een slimme en zakelijke man. Enige twijfel zit natuurlijk in het feit dat hij in een pure vrouwenwereld zal moeten werken. Nu doet Ans geen bevallingen en hoeft hij dus niet naast het bed van een barende te staan vertalen maar toch. Voordeel is dat hij waarschijnlijk niet met de aanwezige verloskundigen in het Khmer zal gaan zitten keuvelen en priet-praten.
Een ander voordeel lijkt het feit dat zijn vriendin, januari 2016 builoft, verloskundige is. Zij werkt op het provinciaal gezondheidskantoor en kan hem in ieder geval helpen met al het medische jargon wat verloskundigen gebruiken. Kortom Ans heeft een nieuwe assistent.


Zondagavond hebben we afscheid genomen van Biju en Sophea en hun dochter. Zij vertrekken naar een andere provincie waar Biju voor VSO een nieuwe aanstelling heeft gevonden. Op de grond van Marissa en Rollie’s huis hebben we met zijn allen gegeten en wat bier gedronken.
Eigenlijk typisch Cambodjaans.


Typisch Cambodjaans zijn ook de lichamelijke klachten waar Ans regelmatig last van heeft. De afgelopen twee weken voelt ze zich opnieuw slap, misselijk en heeft ze last van diarree. Een zich herhalend patroon wat met name Martin zorgen baart. Wanneer op maandagochtend Joyce, de Amerikaanse missionary nurse die al 20 jaar in Cambodja werkt, suggereert dat Ans zich echt moet laten onderzoeken omdat parasieten en ander ongedierte niet onderschat moeten worden, bijv. leveraandoeningen, schrikt Ans en besluit ze zich te laten onderzoeken. De bloedtest hier in Stung Treng biedt weinig zekerheden en we besluiten naar Phnom Penh te gaan voor een uitgebreider onderzoek.


Dinsdagochtend vroeg zitten we in de bus naar Phnom Penh. Martin heeft geen zin meer om de minivan te nemen na de dollemansrit van 5 ½ uur twee weken geleden. Liever 10 uur door Cambodja hobbelen en veilig arriveren dan het grotere risico te lopen op ongelukken met een dwaas van een minivanbestuurder. We zijn wat hals over kop in de bus gestapt dus Ans moet nog van alles regelen. Terwijl zij druk aan het telefoneren is om allerlei afspraken af te zeggen dan wel te maken leest Martin zijn boek.




Suf is dat beide VSO artsen in Phnom Penh niet aanwezig zijn. Gelukkig verwijst Pisit, de VSO kantoorklerk, ons vervolgens naar de Nagakliniek waar we toch al heen willen. Ans is daar in maart al eens geweest en de oudere vrouwelijke dokter is bekend met haar geschiedenis. Dat is vast wat. Kosal, de nieuwe assistent, laat weten dat hij wel samen met Sovann de overdracht van spulletjes en powerpoints zal regelen en maakt door zijn rustige aanpak direct een goede indruk. Ans zal, nu we toch in Phnom Penh zijn, op het VSO kantoor gaan praten over zijn contract en zo kunnen we als nog twee vliegen in een klap slaan.

Annemiek staat welwillend haar appartement aan ons af. Zij kan bij haar collega Bridget slapen zodat wij in haar huisje kunnen verblijven en niet naar een hotel hoeven. Heerlijk. Bedankt mop. Wel gaan we natuurlijk met haar deze dagen ’s avonds uiteten om samen te zijn en te kletsen. Donnie, haar vriend, komt volgende week naar Phnom Penh en dan besluiten ze waar ze volgend jaar zullen gaan wonen. Donnie gaat een master volgen in Maleisië, Kuala Lumpur, of Engeland. Annemiek zal ergens een nieuw baantje moeten gaan zoeken wanneer haar Khmer Rouge werk gedaan is. Het is haar inmiddels wel duidelijk dat internationale mensenrechten een klein wereldje is waar het moeilijk is om betaald werk te vinden. Maar goed, eerst maar met Donnie het samenleven ontdekken. Spannend en leuk voor haar.




Woensdagochtend gaan we naar de Nagakliniek waar de arts Ans’ buik onderzoekt. Ze concludeert dat er waarschijnlijk opnieuw sprake is van parasieten, amoeben of ander ongedierte wat maakt dat Ans zich zo belabberd voelt. Ja, dit is een prijs die betaald wordt wanneer je in een extreem klimaat besluit te gaan wonen. We zijn als Nederlanders domweg niet gebouwd om in de tropen te leven. We zweten ons een ongeluk, zijn nooit helemaal fit en zijn veel vatbaarder voor infecties dan de lokale bewoners. 



Nee, nee, nee geen Khmervoedsel voor Ans en al helemaal geen hapjes van de markt. Iets wat de lieve Sovann voortdurend aansleept. Kleefrijst in bananenblad, gebakken kleefrijst bolletjes met kokossausje, bananenhap, fruit, vlees ?? Wooo... Allemaal een bron van ellende waar de buik van Ans niet tegen kan. Het zij zo. De arts besluit bloed en ontlasting af te nemen voor het laboratorium en verwijst Ans vervolgens naar een andere kliniek om een echo te laten maken van haar buik. Op donderdagochtend kunnen we dan terug komen voor de uitslagen.




We vervolgen onze weg naar de Aurore kliniek voor een echografie. We zitten even op de gang te wachten maar worden snel geholpen. De uitslag levert geen schokkende resultaten.







Donderdagochtend terug naar de Nagakliniek waar de arts Ans gerust probeert te stellen. Lichamelijk niets ernstigs aan de hand. Er is opnieuw sprake van voedsel, spijsverteringproblematiek en een blaasontsteking. Ze schrijft het standaard assortiment bacterie, parasiet en amoebe dodend gif voor en antibiotica dat is het dan. Nogmaals benadrukt ze dat we niet gebouwd zijn op het Cambodjaanse klimaat. Een klimaat dat dit jaar extreem warm en droog is. Ja, dat hebben we dan weer wel. Warm en droog in een land wat snakt naar water en afkoeling.

Vrijdag pakken we opnieuw de bus terug naar Stung Treng. Gerustgesteld dat er niets ernstiger aan de hand is dan de ‘normale’ ellende die buitenlanders kunnen verwachten. Gelukkig maar.
Blij weer thuis te zijn en de zonsondergang te kunnen aanschouwen tijdens een drankje aan de rivier.


Deze week heeft Pisit, VSO, onze tickets voor Nederland geregeld. 6 Augustus stappen we op het vliegtuig om via Hong Kong naar Amsterdam te vliegen. Waar we tot 6 oktober zullen verblijven is nog even de vraag maar we kijken er naar uit om familie en vrienden weer te bezoeken. Hoogste tijd om weer normaal te eten, bij te kletsen en het lekker koud te hebben. Jullie lopen waarschijnlijk in T-shirts maar wij zullen wel onze truien in IJsselstein willen ophalen.






Li Hai