zondag 5 juni 2016

Namasté






We zijn in India. Het is er droog en heet, erg heet.  Het kwik staat boven de 40° C. Het gevolg is dat we onze uitjes beperken tot een paar uur en dan doorweekt weer terugvluchten naar onze hotelkamers waar de airco koude lucht blaast en de ventilator rondwervelt.

Het landelijke bureau voor toerisme hanteert de slogan: “Incredible !ndia”. Een juiste typering wat ons betreft. Buitengewoon en ongelooflijk. Wat een extreem land is dit. Extreem anders dan wat we ooit eerder hebben beleefd. Extreme temperatuur, extreme rituelen, extreme armoede, extreem kleur- en geurrijk, extreem aromatisch masala's, extreem getoeter, extreem lang gezeur en getouwtrek en extreme diarree. Welkom in India.

Een ieder scharrelt door elkaar en probeert 1 of liever 1000 roepies te verdienen of een maaltijd of een zegening of een beter Karma of wat dan ook. 
Het is laagseizoen voor toeristen (te heet) en dat betekent dat we voortdurend belaagd worden door lieden die iets (geld) van ons willen. Het jachtseizoen is altijd geopend en we zijn prooi. “Where you from?” “Where you go?” “Come see my shop.” Bla, bla, bla. “NO THANK YOU.” “Rot op man.” Hoe lomp kun je zijn in negeren? Maakt niet uit want ze blijven met je meelopen en aanhouden. Wanneer we er uiteindelijk een afgeschud hebben staat de volgende klaar. “Where you  from?” Prullaria, zijde sjaaltjes, armbandjes, bloemenkransjes, afbeeldingen van onbekende goden, handopleggers, handlezers, zegeningen èn leugens en oplichterij gaan hand in hand. 


Daarbij een eindeloze hoeveelheid bedelaars. Polio heeft hier een boel slachtoffers gevraagd en alle lammen, kreupelen, blinden en gewone armoedzaaiers houden nadrukkelijk hun hand op. Gelukkig zijn de meesten van hen niet zo snel ter been en kunnen ze ons niet achtervolgen.

Regelmatig geven we toch maar een muntstuk want hun ellende is extreem. ‘Incredible !ndia’.



Het is zeker niet allemaal kommer en kwel. Alles behalve. Het is extreem boeiend en een fascinerend andere cultuur dan de onze. De Indiase vrouwen zijn als prachtige veelkleurige vlinders in het straatbeeld. De wijde wikkeldoeken (sari’s) die ze dragen glinsteren en glitteren in het felle zonlicht. Er zijn genoeg vriendelijke en geïnteresseerde Indiërs. Zolang ze geen handeltjes hebben zijn ze hulpvaardig en vriendelijk. Ze vinden het leuk dat we er zijn en willen graag met ons op de foto. Glimlachend poseren we gewillig.

India is een oneindig groot land en we beperken ons tot een snipper. We reizen van Kolkata langzaam richting Delhi.
Met name Martin heeft weinig zin om voortdurend met onze overvloedige bagage te sjouwen, in te pakken, uit te pakken en uren lang in de trein te zitten. Liever een paar plekken rustig bekijken dan veel plaatsen gehaast.


Kolkata is een grote stad en een gekrioel van mensen. Opletten in het verkeer want luid toeterend en wringend rijden ze aan de linker kant van de weg. En ze rijden door ook. In Phnom Penh manoeuvreren ze rondom voetgangers hier rijden ze je tetterend van de weg. Lastig oversteken.
Waar in Cambodja en Vietnam de straat en marktverkoop door vrouwen wordt gedaan zien we hier voornamelijk mannen. En ze willen wat verdienen ook en over alles moet worden onderhandeld. Roepies? Hoeveel zijn die waard? 75 roepies voor een euro is onhandig rekenen. Hoeveel is 200 roepies? Wat kost een taxi van het hotel naar het centrum? Wat betaal je voor een fles water of een bakje fruit? Als het aan de Indiër ligt zoveel mogelijk.


We verblijven 5 dagen in Kolkata waarna we de trein nemen richting Bodhgaya.


De trein is het vervoermiddel bij uitstek in India. Goedkoop en redelijk snel. We reserveren plaatsen in de slaapwagons zodat we voldoende ruimte hebben om onze bagage op te bergen en we gewoon kunnen zitten.







In de voetsporen van Boeddha.




Bodhgaya, de plaats waar de Boeddha verlichting vond, is een heilige plaats voor boeddhisten. 





De grote tempel met de Bodhiboom waaronder Boeddha mediteerde is fraaie en rustgevend. Het verhaal is dat de boom die hier staat een rechtstreekse afstammeling (loot) is van de boom waaronder Boeddha verlichting vond. 


Het is een serene plek om in de schaduw te zitten en de rituelen te bekijken. 
Wanneer er een blad van de boom valt wordt die snel door een bezoeker opgeraapt. Martin heeft ook een aantal blaadjes meegenomen maar zijn poging om ze tussen wc papier en onder de rugzakken te laten drogen resulteert in een bruin schimmelig resultaat. Ze lijken echter goed droog en wie weet levert het nog een souvenir op.



Veel boeddhistische landen hebben in het stadje eigen tempels laten bouwen. Het is mooi om de verschillen tussen bijvoorbeeld de Japanse, Chinese en Bhutaanse tempels te bekijken. Er wordt zelfs een tempel gebouwd geheel opgetrokken uit plaatstaal.

Bodhgaya is een klein en overzichtelijk geheel. De centrale markt levert een heerlijk glas koud mangosap en voldoende fruit om mee te lunchen. Een wandeling door de woonwijk biedt ons zicht op de omstandigheden waaronder de mensen hier wonen. Grappig is dat een groot deel van deze bevolking moslim is. Dit levert dat pal naast de heilige Boeddha tempel een Moskee geplaatst is. De oproep tot gebed schalt tot onder de Bodhiboom waar een gepaste stilte gewenst is.


Een groot voordeel van Cambodja en Vietnam was dat we er een 125 cc motor kunnen huren om zelf de provincie in te trekken. 
Hier is dat geen optie. Het verkeer in de stad is chaotisch en omdat men hier links rijdt zijn onze reflexen hoogstwaarschijnlijk volledig verkeerd. Kortom we zijn afhankelijk van het openbaar vervoer.
De jongens die het hotel runnen bieden echter een prima alternatief. Wanneer we tripjes buiten Bodhgaya willen maken kunnen we bij hen achterop de motor. Mooi. 




We bezoeken de plaats waar Siddharta (Boeddha) maanden dan wel jaren(?) in een kleine grot heeft zitten mediteren met als voeding een kopje water dan wel rijst (?) per dag. Onze gids verzoekt ons of we zelf ook even willen mediteren. Geen idee hoe natuurlijk maar het stil en rustig zitten in de kleine grot is een mooie ervaring.
(OOOOMM)




De omgeving waar we doorheen rijden is een dor en droog geblakerd geheel. We steken de rivier over die op dit moment slechts een grote zandvlakte blijkt te zijn. Geen druppel water te bekennen. De kleine dorpjes die we passeren maken de vergelijking met Cambodja makkelijk. Droge ellende, steenharde rijstveldjes en mensen die in de schaduw gelaten wachten op het begin van het regenseizoen.





De volgende dag gaan we met de auto richting de zogenaamde ‘Gierenpiek’. Dit is de plaats waar Boeddha, na zijn verlichting, enige lessen aan zijn volgelingen heeft gegeven. De wandeling naar de piek is makkelijker dan die naar de grot want in dit geval is er een goede trap aangelegd. De plaats zelf levert een fraai uitzicht over de omgeving.



Vervolgens rijden we naar een dorpje waar een van de jongens uit het hotel meewerkt aan een project om de bewoners te voorzien van kleine zonnepanelen die energie leveren voor een lampje. Het gehele dorp loopt uit om de blanke bezoekers aan te staren. De lemen huisjes, de armoedige leefomstandigheden en het feit dat deze mensen ‘kasteloos’ zijn geeft aan dat er in India ook nog een boel te verbeteren valt. Gelukkig hebben ze wel waterputten en enkele pompen tot hun beschikking. 



We zijn blij dat we dit tochtje buiten het toeristische pad hebben kunnen maken. De kleurig geklede vrouwen en lemen huisjes bieden een fotografisch mooi beeld maar de armoede en het verzengende klimaat stemmen tot nadenken.



Langs de kant van de weg zien we een groot bord: “Bihar, land van verlichting en verlossing”. Dit was misschien het geval voor Boeddha ruim 2500 jaar geleden maar het huidige Bihar ligt er uitgemergeld en verdroogd bij. Er moet nog een hele boel gebeuren voordat de doorsnee bevolking hier enige verlichting van hun lot vindt of van hun armoede verlost wordt.








Varanasi, pelgrimsoord voor hindoes




Het restaurantje, waar we onze dagelijkse maaltijd nuttigen, beschikt over een Frans, gat in de grond, hurktoilet. 
Het golfplaten afdak verhoogt de temperatuur tot misschien wel boven de 50°C. Maar de drang om leeg te lopen is groter dan de behoefte om niet te willen gaan. De broek op de enkels lijkt lastig en dus wurmt Martin een been uit de pijp en …… het is al met al geen lolletje. Gloeiende hitte in de heilige stad en een glas mangosap van een straatverkoper in Varanasi valt beduidend minder goed dan dat in Bodhgaya. Misschien spoelen ze hier hun glazen in het water van de Ganges?? Jammer dan, een ‘Delhi Belly’ hoort bij een bezoek aan India volgens Annemiek. Hetzij zo.



Varanasi, de heilige stad aan de Ganges, is een van de oudste steden ter wereld. Volgens de overlevering 3500 geleden door Vishnu, Hindoe god, gesticht. Het vuur wat hij ontstak om zijn overleden vrouw te verbranden brandt nog steeds.
Crematie in Varanasi is een rechtstreeks reis naar het Nirwana en een ontsnapping aan het eeuwig draaiende rad van leven-dood-reïncarnatie....
(of dit ook opgaat voor alle oplichters en leugenaars met hun inktzwarte opgebouwde Karma is hopelijk maar de vraag.)




Smalle straatjes, steegjes en doorgangetjes met koeien en stieren die de doorgang belemmeren. Waar de koeien in Nederland netjes in rijen in de stal staan of in een weiland grazen schooien de heilige koeien hier als straathonden door de steegjes. Ze vreten wat ze tussen het afval kunnen vinden, ontvangen liefkozende klopjes en aaien en zijn heer en meester van de straat. Verschillende huizen doen dienst als melkerij en er wordt boter, kaas, yoghurt en Lassi gefabriceerd. Ja, melkproducten genoeg in India. 




Boven ons hoofd hebben de apen het voor het zeggen. Ze wandelen over de richels en daken en wanneer ze afdalen tot straatniveau grissen ze wat eetbaars weg en klimmen weer naar boven. De mensenstroom wriemelt er tussen door. In allerlei hoekjes, gaten en nissen zien we altaartjes (Linga’s) omhangen met bloemenkransen en mensen die bidden. Ja, een fascinerende chaos. 





De heilige Ganges stroomt een paar minuten lopen van ons hotel. Miljoenen dompelen zich hier jaarlijks in het sterk vervuilde maar toch reinigende water. Wij wandelen langs de ‘Gaths’ en beschouwen de vele rituelen en dagelijks terugkerende handel in religieuze artikelen en diensten. Kraaltjes, bloemenkransen, blaadjes met een kaarsje erop, boottochtjes, zegeningen en meditaties proberen we zoveel mogelijk af te weren maar soms laat met name Martin zich toch verleiden.



Een man pakt Martins handen en begint ze te masseren. Wanneer hij verder gaat met de armen weet Martin dat hij te laat is met terugtrekken. Laat maar gaan. Voor 100 roepies een hand, arm, hoofd, rug, beenmassage. Hetzij zo. De man is natuurlijk ontevreden met slechts 100 roepies maar meer gaat hij toch echt niet krijgen. De volgende pakt zijn handen en wil hem verleden, heden en toekomst lezen. Ho, ho. Het verleden heeft Martin al gezien, het heden is goed zo en de toekomst wil hij niet weten. De man pakt Martins handen steviger vast en belooft een lezing over vorige levens, het huidige leven en toekomstige levens. Martin rukt zijn handen los en stopt ze diep in zijn broekzakken. Het moet niet veel gekker worden. Zijn nieuwsgierigheid heeft grenzen en hij knikt de man vriendelijk toe terwijl hij snel verder wandelt. 
Ans houdt haar handen inmiddels angstvallig bij zich want de man heeft nu haar in het vizier. 
Vervolgens in de wirwar van steegjes: “Hasjiesj, marihuana,  opium (?), Chinese white (??)”. “No, Thank you.” Varanasi, de enige plaats waar Drum shag en vloeitjes te koop zijn. Niet alleen een gereinigde geest door heilig water maar ook geestverruimend? Het lijkt wel de jaren 70 van de vorige eeuw of zelf de 19e eeuw met opiumkit en al. Een gewoon biertje zijn we in India tot nu toe echter niet tegengekomen. 





Maar goed. Varanasi, heilige stad waar miljoenen bedevaartgangers zich devoot laven aan het water van de Ganges. Een middeleeuws doolhof met tientallen tempels, duizenden altaren en ’s avonds erediensten waar de gelovigen enthousiast aan meedoen. Een fascinerende oude stad. Incredible !ndia indeed.
Mooi om te ervaren.





En, gelukkig hebben we een goede en ruime hotelkamer. Het lijkt een beetje op een ouderwetse zolderkamer. Dubbele raampjes met luiken ervoor en rasters. Geen glas dus luiken dicht. Wel eigen douche en toilet, tweepersoonsbed en twee ligbanken met een tafeltje. Gezellig en gegeven het feit dat we meerdere dagen geveld zijn door diarree, algehele slapte en de aanhoudende bloedhitte een prima plek om te relaxen.



Allahabad is de volgende plaats langs de Ganges. Hier stromen twee rivieren samen en op een grote kale vlakte, waar eens in de 12 jaar miljoenen hindoes feestvieren, zijn duizenden religieuze prulletjes te koop maar zoeken we tevergeefs naar een fles water. De Ganges levert voldoende water voor de gelovigen maar wij wagen ons er niet aan.

Allahabad biedt ons ook een blik op de Indiase middenklasse. Families wandelen op zondagmiddag door het park en er zijn zelfs pubermeisjes in spijkerbroek. Op zich linke soep in een India waar vrouwen niets te vertellen hebben en zich voornamelijk hullen in traditionele sari's dan wel boerka's.





Momenteel zijn we in Agra. De wereld beroemde Taj Mahal ligt op loopafstand van ons hotel. De temperatuur is een onverbiddelijke 47° C en het wandelingetje naar de winkel waar we brood, honing en drinken kopen wordt ons al bijna te veel. We besluiten de Taj maar even de Taj te laten en het weekeinde in relatief koele rust door te brengen. Maandagochtend gaan we dan wel in alle vroegte naar de Taj Mahal.

De treinreis naar Agra, duurt een paar uur langer dan verwacht. We hobbelen ruim 10 uur door het droge landschap en wanneer de trein stilstaat voor een rood sein loopt de temperatuur dramatisch op. Dit is de laatste maal dat we zolang in het openbaar vervoer zitten. We hebben nog de geboorteplaats van Krishna en een woestijnstadje in de buurt op het programma staan waarna we tot slot naar Delhi reizen. Al hoewel? In Mathura (Krishna) blijken er rellen te zijn uitgebroken tussen politie en burgers. Op onze vraag wat de aanleiding mag zijn is het antwoord een hoofdbeweging en de opmerking:"This is India". Misschien maar laten voor wat het is.

Al met al zijn we moe van het rondreizen. Sinds Stung Treng hebben we inmiddels zo’n 21 dagen in minivans, bussen, vliegtuigen en treinen doorgebracht. 

India de moeite waard? Ja, het kleurige en geurige spektakel van het Indiase straatleven maakt het geheel tot een buitengewone ervaring. Wat ons betreft een aanrader. Maar dan wel in de winter want de Indische zomer (mei, juni) met temperaturen ruim boven de 40° C is slopend.






Tot slot is één conclusie voor ons na 3 maanden rondtrekken wel duidelijk:

Wat zijn Cambodjanen ongelooflijk vriendelijk en aardig.
Incredible friendly Cambodian Angkor smile wat ons betreft.


En....? Is Ajax kampioen geworden? Doet het Nederlands elftal het een beetje leuk richting het EK?
LOL, best zin om weer eens een potje voetbal te zien.

Maar voornamelijk hebben we zin om familie en vrienden weer te omhelzen. 


Tot over een paar weken.





2 opmerkingen:

  1. Weer prachtig jullie verhaal gebracht. Incredeble ;-) tot snel, goede reis xo Ly

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goede terugreis en tot ziens! Liefs pa en ma

    BeantwoordenVerwijderen