zondag 28 februari 2016

Gierenrestaurant






Er ligt een dode koe op de grond. De wind staat gunstig want we ruiken het karkas niet. De schuilhut biedt een aantal kijkgaten en volgens Olivier zit er één in de boom. Fraaie puzzel want we zijn in een bos. Weliswaar een bos met relatief weinig bomen, maar toch. Welke boom? En waar moeten we dan kijken? De klaarliggende verrekijker biedt uitkomst. Een roodkopgier zit verscholen in de kruin van een van de bomen.

We zijn op uitnodiging van Olivier en Thol bij het gierenrestaurant dat zij een aantal maanden geleden ingericht hebben op de grens van de provincies Stung Treng en Ratakaniri. Het is zo’n 90 km van ons huis. Vrijdagmiddag rijden we achter Thol aan. De asfaltweg richting Banlung levert weinig problemen. Thol rijdt hard maar de weg is behoorlijk goed dus Martin volgt hem redelijk eenvoudig. Vanaf het asfalt naar de boshut is andere koek. Ans gaat bij Thol achterop en hij verdwijnt over een zanderig spoor waarop Martin onmiddellijk vastloopt. De opleiding tot motorcrosser in het zand heeft Martin nog niet met goed gevolg afgerond. Het zich voortdurend splitsende spoor bijster is hij blij dat Thol regelmatig op hem wacht. Ruim 4 kilometer later, met vaak beide voeten aan de grond en geen enkel benul meer van richting, arriveren we bij de boshut.


Thol is een voormalig VSO assistent. Hij tolkte voor Ans haar voorgangster bij de verloskundigen en was tolk voor Biju op het moment dat wij in 2014 in Stung Treng arriveerden. Regelmatig komen we hem tegen en het is een uiterst aardige man. Zijn vrouw en kinderen spreken weliswaar geen Engels maar ook met hen kunnen we het goed vinden.





Thol werkt tegenwoordig voor ACCB, Angkor Centre for Conservation of Biodiversity. Dit is een Duitse organisatie (dierentuin van Munster) die zich inzet om verschillende bedreigde diersoorten in Cambodja tegen uitsterven te behoeden. Thol werkt samen met de Engelse zoöloog Olivier die zich inzet voor de gierenpopulatie in Noordoost Cambodja. Ze trekken door het landschap op zoek naar plekken waar nog gieren aanwezig zijn. Hun voornaamste informatiebron is de lokale bevolking in de afgelegen gebieden. Naast het speuren naar de verblijfplaats van de gieren en het geven van informatie aan de lokale bevolking onderhouden ze ook een zogenaamd gierenrestaurant.

Eenmaal per maand plaats Olivier een dode koe in het landschap. Olivier, Thol en afwisselend een derde Cambodjaanse medewerker observeren vervolgens het aantal en soort gieren wat daar op afkomt. Het bijvoeren van de gieren vergroot hun overlevingskans. “Een gezonde gier is beter instaat zich voort te planten dan een ondervoede gier.” De plek waar we zijn is nieuw ingericht. Het vorige gierenrestaurant hebben ze moeten verlaten omdat het stuk bos waarin dat gelegen was is verkocht en geruimd zal worden. Sinds een aantal maanden zijn ze hier en de verwachting is dat de gieren ook deze plek wel zullen gaan gebruiken. Voorlopig zijn ze nog voorzichtig nieuwsgierig.

Het bos is opener dan we op voorhand dachten. Naar goed Cambodjaans gebruik is de bodem onlangs in brand gestoken wat tot gevolg heeft dat we ver kunnen kijken. Hier en daar smeulen nog wat omgevallen bomen maar al het manshoge gras wat hier normaal gesproken groeit is weggebrand. Het landschap is typerend voor dit deel van Cambodja. Een tropisch droog bos met veel manshoog gras en bomen met een moeilijke Latijnse naam. Jaarlijks wordt in het droge seizoen het gras in brand gestoken maar de bomen (en de schuilhut) hebben daar ogenschijnlijk geen last van. 


De reden van het kaal branden laat zich gissen. Toegankelijkheid? Hoe dan ook, er zijn momenteel weinig tot geen insecten, slangen en ander klein (on)gedierte op de geblakerde grond. Geen muggen is wel een plezierig idee. 
Wel mieren natuurlijk die in onze voeten bijten.



’s Avonds eten we een stukje van de koe. Thol heeft wat reepjes gemarineerd en twee dagen in de zon laten drogen. Hij maakt deze nu klaar op een kampvuurtje. Beefjerky, vanzelfsprekend meer dan taai, dus kleine stukjes en goed kauwen is het devies. Olivier maakt een worstjes- en ei hamburger met salade wat makkelijker te eten is.





De Engelse Olivier, 36 jaar, is een makkelijk pratende man. Zijn passie is duidelijk. Gieren. En het gaat niet goed met de gieren. Een droevig voorbeeld is India waar de gieren van grootste populatie ter wereld in een paar jaar tijd bijna geheel zijn uitgestorven. Oorzaak het gebruik van diclofenac, een pijnstiller en ontstekingsremmer, in de diergeneeskunde. 
De heilige koe, die de Indiërs niet eten, leverde een paradijs op voor gieren. Ze liggen immers gewoon dood langs de kant van de weg. De Indiër heeft blijkbaar wel medelijden met de stervende koe en helpt hen door ze diclofenac toe te dienen. Jammer genoeg is dit middel giftig voor gieren. Het gevolg is een catastrofe.
In Cambodja wordt geen diclofenac gebruikt maar de teruglopende hoeveelheid vrije natuur en rondzwervende koeien en buffels levert wel een gebrek aan voedsel op.


Kortom, de gier is een bedreigde diersoort geworden en dus is er in 2010 door ACCB een gierenrestaurant in Cambodja geopend. 
Het oorspronkelijke restaurant in Sesan, ook Stung Treng provincie, is een aantal maanden geleden gesloten en wij zitten nu genoeglijk te praten bij het nieuw geopende restaurant.






Om een uur of negen wordt de hangmat voor Ans in gereedheid gebracht. Met enige aarzeling weet ze zich er in te wurmen en na het dichtritsen van het muskietennet  ligt ze veilig in haar cocon. Thol’s hangmat hangt er al en in een mum van tijd wordt ook die voor Martin in gereedheid gebracht. We kletsen nog wat waarna Olivier buiten de hut twee bomen gaat zoeken waar hij zijn slaapplaats kan inrichten. Het slapen in een hangmat doet Martin in de verte denken aan het waterbed waar hij en Ans jarenlang in hebben geslapen. Het op de zij draaien gaat wat onhandiger en de mat schommelt wat langer maar al met al hebben we goed geslapen.



De volgende ochtend levert de opkomende zon een rood en geel schaduwspel door het bos. Het is windstil en de koe is ruikbaar aanwezig. Volgens Olivier went die lucht snel maar Martin is blij als er weer een gunstig windje opsteekt. 
Na het vertrek van Olivier, die naar Siem Reap moet voor een afspraak op het hoofdkantoor van ACCB, nemen we een broodje en een kop koffie. Thol neemt met zijn tablet, en zelfontspanner,  een groepsfoto die hij vervolgens op zijn Facebook pagina plaatst. ‘A nice picture with Martin and Ans at the vulture restaurant.’ 
Erg leuk Thol, laat de gieren nu maar komen.



Het advies is om in de hut te blijven om de gieren niet af te schrikken. Het fototoestel, met 200 mm telelens,  staat op het statief van Olivier gereed voor een van de kijkgaten. De koe ligt verleidelijk uitnodigend maar geen gier te bekennen. “Ja, daar vliegt er een.” De verkenner is aanwezig. Het schijnt dat gieren er een bepaalde strategie op na houden. Wanneer een van hen een karkas ontdekt vliegt hij hoog in de lucht en cirkelt rond als signaal aan anderen dat er wat te halen valt. Wanneer er een voldoende grote groep aanwezig is zullen ze aan het karkas beginnen. 


Degene die het dode dier gevonden heeft mag de eerste hapjes nemen waarna ze om de beurt verder eten. 
De verschillende soorten hebben ieder zo hun eigen eetwijze. De roodkopgier die nu rondcirkelt heeft bijvoorbeeld een voorkeur voor de huid.

Wat later zien we nog een grote vogel rondvliegen. Maar volgens Thol is dat geen gier maar de ‘Lesser adjutant’, een soort reuze ooievaar (Maraboe? Machtelt???). Ook zeldzaam maar niet geneigd aan een dode koe te beginnen. Hebben we niets aan dus.  
Nee, het is wachten, wachten en nog eens wachten. De uren glijden voorbij. Gelukkig hebben we onze tablet en E-reader bij ons. Thol schommelt wat in zijn hangmat skypet met zijn zwangere vrouw en zoekt vervolgens ‘dutch songs’. Terwijl Chantal Jansen zachtjes de boshut vult ziet Ans met behulp van de verrekijker een zestal gieren in de lucht rondzweven. Thol bevestigt de waarneming en maakt een aantekening in het logboek.


De eerste gier heeft zich inmiddels in de top van een boom genesteld. Het is mooi om het beest door de verrekijker te observeren. Wij kijken naar hem en hebben het idee dat hij naar ons kijkt. De telelens is niet tele genoeg voor een goede foto maar we hopen dat de andere gieren zich snel zullen melden en ze aan tafel gaan. IJdele hoop. We gaan zelf aan tafel. De Cambodjaanse collega van Thol, om een uur of negen gearriveerd, heeft rijst gekookt en vis gebakken.



Aan ons het besluit wat we gaan doen. Het is zo’n 2 ½ uur rijden terug naar Stung Treng. Zullen we naar huis gaan of nog een nacht blijven? Om een uur of twee besluiten we toch maar terug te keren naar Stung Treng. Het is jammer dat we geen groep gieren aan de maaltijd hebben gezien. Maar we hebben wel genoten van dit eco-uitje en de mogelijkheid om Thol’s werk van dichtbij mee te mogen maken. Thol en zijn collega zullen nog in het bos blijven bivakkeren tot de gieren minstens de helft van de koe hebben verorberd. Een paar dagen verwachten ze. Wij laten ons terug begeleiden tot de asfaltweg en laten een dode koe in het landschap achter.





 Li Hai


zondag 21 februari 2016

Landschapsfotografie?






Terwijl Ans in Phnom Penh haar afsluitende gesprek met VSO heeft rijdt Martin op de brommer door het landschap. Kijkend naar zijn verzameling foto's vindt hij weinig tot geen landschappen. Cambodjanen vullen zijn beeld en op de achtergrond zijn er rijstvelden, rivieren, straten, huisjes en pagodes zichtbaar. Landschappen? Nee eigenlijk niet.
En het landschap is mede bepalend voor onze Cambodja ervaring. Martin heeft een 16 mm groothoeklens en de mogelijkheid panoramafoto’s te maken. Het zal toch niet zo moeilijk zijn om het landschap te fotograferen?
Vol goede voornemens gaat hij vroeg op pad en is een aantal uren zoet met fotograferen.


Met vuile, door mieren gebeten, voeten, stof in zijn neus en een vers kleurtje komt hij tegen lunchtijd tevreden thuis. Na anderhalf stokbrood met ‘La Vache qui rit’, ei, jam en een douche begint hij zijn foto’s te selecteren. Het merendeel verdwijnt in de prullenbak. Dat is niet vreemd want hij maakt meerdere foto’s van 1 onderwerp. Daarbij komt dat hij al veel foto’s verzameld heeft en dat maakt hem kritischer.
Van de ruim 300 foto’s die hij op zijn tochtje maakt doorstaan er 30 de selectie.
Meer dan genoeg.
Maar wat er overblijft aan landschappen is minimaal. Wat machtige bomen, wat rokerige stronken maar geen weidse panorama’s. Die heeft hij toch wel gemaakt. Naar de prullenbak, terugzetten en nogmaals bekijken. Oninteressante beelden, niet spannend, geen verhaal. Terug de prullenbak in. 
Het verhaal zit voor Martin in de mensen. Een hoge boom wordt pas hoog wanneer er een referentie aanwezig is. De menselijke maat bepaald de gewaarwording.
Is het iemand opgevallen dat Martin in/op de omgezaagde boom zit op de landschapsfoto waarmee dit blog opent? Ans is beter in landschappen dan Martin J


Het landschap waar Martin doorheen rijdt is snel aan het veranderen. Het is ontsloten door de opening van de Mekongbrug in 2014. Buitenlandse investeerders kopen duizenden hectaren grond om plantages aan te leggen.
Het bos wordt gekapt en de grond in gebruik genomen. De daartoe aangelegde infrastructuur maakt dat er nieuwe leefgemeenschappen ontstaan. De omstandigheden zijn armoedig en de mensen die zich hier vestigen komen uit andere provincies dan Stung Treng. Verdreven van hun oorspronkelijke gronden proberen ze hier een nieuw bestaan op te bouwen.



Het is goed om te zien dat er op verschillende plekken naar water geboord is. Ongetwijfeld bekostigd door een buitenlandse NGO die zich om het lot van deze mensen bekommert. De mannen die bezig zijn met boren maken Martin aan de lengte van de vele boorstukken duidelijk dat het water hier zo’n 50 meter diep zit. Het is droog en dor. Elektriciteit is er niet maar water is van levensbelang.






Verderop langs de weg zijn mensen bezig in het land. Nieuwsgierig naar wat ze aan het doen zijn wandelt Martin naar hen toe.
Het stakerige gewas wat ze aan het om spitten zijn is hem onbekend. Tot hij de wortel knollen ziet die men omhoog haalt.
Dit is dus cassave. De onogenlijke plant die op heel veel plaatsen groeit en mede het landschap bepaald is een belangrijk landbouw product. Tsja, weer iets geleerd. 




Cassave (of Tapioca) kan op arme en droge grond groeien en het is dus niet verbazend dat het hier in zulke grote getale aanwezig is. Het moge ook duidelijk zijn dat een landschap met cassaveplantages niet echt fotogeniek is.



Maar de mensen die er mee aan het werk zijn is wel een onderwerp wat Martins aandacht trekt. Het imponeert hem opnieuw dat landbouw in Stung Treng een zware handmatige arbeid is.
De lange stengels worden met een hakmes gekapt waarna men met pikhouwelen de wortels boven de grond haalt. Een stralende zon en hoge temperatuur begeleidt het werk. En geen boom te vinden waaronder men in de schaduw de wortelknollen kan verwerken.



Na rijst blijkt cassave het tweede grote landbouwproduct in Cambodja. Daar merken we in de dagelijkse voedselpraktijk niets van. Driemaal per dag rijst is wat men hier in de kommetjes op tafel aantreft. Cassave? Ons nog nooit opgevallen.



De UNDP (het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties) geeft aan dat de vraag naar cassave toeneemt maar dat men in Cambodja door een gebrek aan technologische kennis weinig verdient aan het verbouwen van cassave. Het overgrote merendeel van de productie verdwijnt, al of niet illegaal, naar Vietnam en Thailand waar de gedroogde knollen verwerkt worden tot noedels, biscuit en meel. Vervolgens worden deze producten weer doorverkocht richting China en duiken ze eventueel bij ons in de toko’s op. 


Daarnaast is er een sterke toename in de vraag naar cassave als biomassa voor de productie van ethanol.
De prijs voor een kilo cassave was in 2010 200 tot 300 riel en is nu door de toegenomen vraag gestegen tot zo’n 700 riel per kilo. Omgerekend komt het er op neer dat als men zo’n 6 kilo gedroogde cassave wortel produceert deze voor
1 dollar aan Thailand verkocht kan worden.

Martin moet er niet aandenken wat de mensen in het droge veld van Stung Treng per dag met z’n allen verdienen.
Ze zijn naar deze provincie getrokken om er een bestaan op te bouwen. De voorheen moeilijk bereikbare provincie Stung Treng verandert in een rap tempo tot één van de snelst groeiende regio’s van Cambodja. Het bos wordt vervangen door kilometerslange rubber-, bananen-, cashewnoten-, en cassaveplantages. De bruggen over de Mekong en Sekong maken dat de landbouwproducten snel vervoerd kunnen worden richting Thailand, Vietnam en uiteindelijk China. Vooruitgang? Gelukkig wordt er ook naar water geboord en is er zelfs een Cambodjaans Rode Kruis.
Het wachten is nog op een gezondheidscentrum.




Maar goed, Martin heeft op zijn tochtje geleerd hoe de cassaveplant eruit ziet.
Blogwaardig materiaal J Nu nog landschappen.


nb Cashewplantage op de achtergrond :)



De volgende dag stapt hij op zijn brommer om de langs de weg te drogen liggende cassave te fotograferen. Een vorm van bermlandschap wat hem al wel eerder is opgevallen maar hij nooit fotowaardig heeft gevonden. Hij blijft aan onze eigen kant van de rivier waar het landschap al een aantal jaren eerder gecultiveerd is. De plantages zijn weelderiger. De rubber- en cashewbomen groter. De dorpjes verder ontwikkelt.




Wintertijd en de bermen zijn wit. In dit geval geen sneeuw maar cassave. Veel cassave. Nu zijn oog er opgevallen is ziet Martin er overal mensen mee bezig. In het dorpje op de weg richting Sre Krasang zijn veel families voor hun huis bezig met het schillen en klein snijden van de wortels. Ouders, grootouders en kinderen zitten tussen grote stapels cassavewortels. Het aardappelschilmesje blijkt hier dienst te doen als cassavemesje.




En wanneer Martin zijn brommertje langs de kant van de weg zet met de vraag of hij foto’s mag nemen wordt hij vriendelijk lachend toegeknikt. Handen worden geschud en terwijl Martin zijn plaatjes schiet gaan ze rustig verder met hun werk. Als hij hen bedankt bedanken ze hem terug.

Thuis, aan de pier in Stung Treng bepaalt cassave het beeld. Zakken worden met bootjes aangevoerd, gewogen (60 tot 70 kg) en afgevoerd. Een eindeloze stroom aan cassave wordt er in de provincie Stung Treng verwerkt. Een zak cassave vertegenwoordigd ongeveer 10 dollar export waarde. Er zit een ongelooflijke berg handenarbeid in.
Wat kost cassave bij ons in de toko? Geen idee, maar ongetwijfeld veel te weinig.


  


Het landschap blijft op Martins netvlies en in zijn neus. Slechts decor bij foto’s van Cambodjanen.

Het wordt tijd om Khmer te leren.




Li Hai


zondag 14 februari 2016

Tante betje neuzelt nog even door






De dagen, maanden en jaren vliegen voorbij. Nu, Chinees Nieuwjaar, het jaar van de aap.


Aangezien het afsteken van vuurwerk in Cambodja niet is toegestaan beperken de Chinese inwoners van Stung Treng zich tot de traditionele offergaven. Rode bollampions versieren het straatbeeld. Tafels met etenswaren en cadeaus staan bij de voordeur en vuurpotten worden gestookt met waardepapieren en veel dollar biljetten. Een man verklaart dat het slechts valse biljetten zijn. “Jammer”: antwoordt Martin lachend. Het zou wat zijn wanneer deze winkelier zo rijk is dat hij daadwerkelijk duizenden dollars kan verbranden. Maar nee, hun echte geld hebben de Chinezen al op de beurs verbrand. Nu beperken ze zich tot ceremonieel geld.




Ja, de tijd gaat snel. Maja en Anneke zijn al weer gewend aan de kou in Nederland. Het is grappig om te ervaren hoe normaal de dingen voor ons inmiddels zijn waar Maja en Anneke zich aan vergapen. Brommertjes, overvolle brommertjes, benauwde uitpuilende markten, vrouwen gehuld in pyjama’s die op krukjes tussen het vlees zitten wat ze verkopen, de (plastic) rommel, vuur, stof, fel oranje gekleurde monniken en een grote dosis religieuze rituelen etc. etc..



Het weer was ze min of meer gunstig gezind. Winter in Cambodja, zelfs zo erg dat ze na twee nachten de ventilator verruild hebben voor een fleece dekentje. Pech voor Anneke die met haar factor 30 zonnebrandolie onder het wolkendek mooi wit bleef. Een kleurtje waar de gemiddelde Cambodjaanse vrouw een aardige cent aan uitgeeft wanneer ze naar een feestje gaat. Maar Anneke wil graag in de Nederlandse winter tonen dat ze naar de zon is geweest. Echter ze krijgt wolken, malariapillen, misselijkheid en diarree maar geen spatje regen. Gelukkig zijn de laatste dagen in Phnom Penh weer zonnig en lukt het haar om toch een kleurtje te verwerven.

Vakantie in Cambodja. Cultuur en natuur.



Siem Reap is met haar Angkor tempels de toeristen hub van Azië. Tot Martins grote verbazing blijkt de toegangsprijs met $10,00 te zijn verlaagd naar $20,00 voor een dag Angkor Wat. ??? Hoogseizoen: duizenden Amerikanen, Europeanen, Japanners en Koreanen. De Cambodjaan verlaagt de toegangsprijs??? Wanneer ze de prijs zouden verhogen tot $100.00 komt er geen toerist minder. Vreemd. Ze hebben nog een boel te leren. Maar goed, voor Martin is het een eerste bezoek aan Angkor tijdens het hoogseizoen.



Geen straf om nogmaals deze indrukwekkende tempels te bezoeken. Wel grappig om de horden zich te zien verdringen voor de ‘Tomb Raider’ tempel Ta Phrom. Typisch een Amerikaanse natuurlijk die chagrijnig opmerkt dat Martin maar één foto mag nemen van zijn zus en nicht die geduldig hebben staan wachten tot ze aan de beurt zijn. Typisch Martin om haar vriendelijk glimlachend te negeren.


En typisch Martin om een foto te nemen van een Japanse die met knal rode jurk en design flaphoed staat te poseren voor haar vriendin en mobieltje. Ze reageert echter een stuk minder vriendelijk dan welke willekeurige Cambodjaanse wanneer ze merkt dat hij een foto van haar neemt. 

Ach ja, Martin is ook maar een lompe toerist in Angkor Wat. J




In Stung Treng zijn we thuis en hebben we brommertjes om Maja en Anneke de omgeving te laten zien. De breedte van de Mekong en Sekong verwondert de Nijmeegse Waalbewoners. Misschien geen felle zon maar het tropische licht is toch geweldig mooi. De nieuwsgierige vriendelijkheid van de dorpsbewoners, die geen blanke toeristen gewend zijn, blijft hartverwarmend. De monniken in Sre Krasang willen graag met de blonde schone uit Nederland op de foto en de bonte kleurenpracht van de pagodes zijn kitscherig fraai. Minder fraai is de situatie van de gezondheidszorg en de eindeloze hoeveelheid stof die Maja’s contactlenzen geen goed doen.


De Mekongwatervallen en het verdronken bos zijn ecotoerisme zoals ecotoerisme bedoeld is. Water, bos en kampvuur. De koude slapeloze nacht geeft een gepast ecolijden. Daarbij maakt de combinatie van malariapillen en barbecue Anneke’s maag danig van slag. Jammer, want dat betekent voor haar en de solidaire Ans, die dankzij een aanraking met de hete uitlaat van de brommer voorzichtig moet zijn met water, een dagje in de boot terwijl Maja en Martin de kajak kiezen.



Tenslotte neemt Martin de bus naar Stung Treng om zijn familieleden netjes naar Phnom Penh te brengen. Niets nieuws onder de zon die inmiddels weer volop schijnt. De Cambodjaanse vrouwen hebben hun pyjama’s ingeruild voor trainingspakken en Westerse toeristen zweten rond in onflatteuze olifanten slobberbroeken, - jurkjes, - rokken, - T-shirts en – kruippakjes.

Om een uur of 4 zondagmiddag ontvangt Martin een SMS bericht van Maja. ‘Na een voorspoedige reis zijn we weer in Nijmegen.’ Martin zit in de bus bij Kratie en heeft nog 2 uur te gaan alvorens hij terug is in Stung Treng. J

Maar goed, we zijn bezig aan de laatste weken van ons werk in Stung Treng.


Ans is nog druk met de verloskundigen van het ziekenhuis en de leraren van school om hen het gebruik van de ‘MamaNathalie’ te leren. Het is goed om te constateren dat beide groepen enthousiast met elkaar aan het werk zijn. De ‘MamaNatalie’ bevalpoppen lijken een goed hulpmiddel om de praktijklessen voor de studenten te verbeteren. Het gebruik van deze poppen blijkt in de praktijk niet lastig. Het maken van nuttige scenario’s om bevallingen te simuleren is echter iets wat nog wel enige aandacht behoeft. 



De verloskundigen hebben geen ervaring in het geven van lessen en al helemaal geen idee van het vormgeven van een leersituatie. Misschien is het een beter idee om beide poppen op de school te laten. De docenten daar hebben in ieder geval meer ervaring in het verzinnen van lesmateriaal. De kans dat de poppen op school een bijdrage leveren aan het verbeteren van het onderwijs aan de studenten lijkt groter dan de mogelijkheden in het ziekenhuis. Daar mag Ans verwachten dat de studenten beter begeleid gaan worden dan voorheen. Het overdragen van mondelinge kennis is iets wat de praktijkbegeleiders beter geleerd hebben dan het geven van een instructieles. Het probleem voor Ans is tijd. Ze heeft nog slechts een aantal mogelijkheden om met de verloskundigen te oefenen alvorens haar werkzaamheden voor VSO afgerond moeten worden.



Komende week heeft ze haar ‘exit' interview in Phnom Penh en dan rest haar nog één week. Het zij zo. Naast de MamaNatalie heeft Ans morgen haar laatste health centre training op de rol staan.




Martin heeft inmiddels afscheid genomen van zijn studenten op school. Aangezien zij aan stages in de health centra beginnen en in maart weer terug op school komen zijn de Engelse lessen pardoes afgelopen. Typisch Cambodja om hap snap beslissingen te nemen en zich niet aan planningen te houden. De planning was namelijk dat zij in maart aan hun stages zouden beginnen maar dit soort zaken wordt van de een op de andere dag gewijzigd. Jammer, want er is nu geen tijd meer voor een afrondende en stichtelijke J laatste conversatieles. Wel een mooi emotioneel tranentafereel wanneer Martin een paar klompjes uitdeelt aan de drie meest ijverige studenten.


Ja, het zit er zo’n beetje op. Het is nog wat vroeg voor een epiloogblog maar die zit er wel langzaam aan te komen. Al is de kans aanwezig dat dit blog net zo abrupt gaat stoppen als Martins lessen.

Ach, het zal wel langzaam uitpieteren in een ansichtkaarten- en groetenblog vanuit verschillende vakantieplekken alvorens we in juli terugkeren naar IJsselstein.




Maar, dit is nog steeds Cambodja, de dingen gaan niet zoals in Nederland.





Li Hai




zondag 7 februari 2016

Werk in uitvoering 






We hebben erg genoten van het bezoek van Maja en Anneke. Het is mooi dat zij Stung Treng met ons hebben gedeeld.  Het bekijken en lezen van een blog geeft een aardig idee over het hoe en wat van ons leven in Cambodja maar het daadwerkelijk aanwezig zijn levert een extra dimensie.
Temperatuur, lucht, stof, malariapillen en darmen spelen ieder hun eigen rol in hun Aziatische Cambodja ervaring.

Maar, sorry Maja en Anneke, het is nog wachten op een vakantieblog. Een grote hoeveelheid foto’s en videomateriaal staat in de trage laptop te wachten om verwerkt te worden. Martin heeft tijdens de bruiloft van Kosal en Vichary veel materiaal geschoten om, op verzoek van Kosal, deze dagen voor hen met een westers oog te registreren.
Erg eervol, mooi en boeiend om alle rituelen te volgen maar een hele klus om die fraai vorm te geven.



De ochtend na het bruiloftsfeest is Martin op de minivan gestapt naar Siem Reap om zijn zus en nicht in Cambodja te verwelkomen en nu zij na twee weken weer terug in Nederland zijn heeft hij opnieuw een extra bulk ruw materiaal in de laptop verzameld.
Ja Pieter, erg leuk om videomateriaal te verzamelen. Het rondreizen met Maja en Anneke is voor Martin een mooie gelegenheid om ook andere beelden dan
Stung Treng te filmen.
Angkor tempels, Phnom Penh en Killing Fields hebben geen haast maar de bruiloft is iets wat niet langer uitgesteld kan worden.



En tjonge jonge dat valt niet mee.

800 foto’s terugbrengen tot 250 bruikbare is nog tot daar aan toe maar 300 losse brokjes video aan elkaar prutsen tot een ½ uurtje film is heel wat anders. Een foto acceptabel bewerken lukt wel in een minuut maar een minuut film ……… aaaaaaaaaaaaaaah ……..

Kortom





…………..  WERK IN UITVOERING …………




  
 wordt vervolgd .......


en een gelukkig chinees nieuwjaar voor u allen.






Li Hai