zondag 26 juli 2015


Srei




Deze week een blog over rijst, de primaire basisvoorziening in Cambodja. 



De inspanningen die verricht worden om rijst te verbouwen staan in schril contrast met de prijs die wij voor een kilo rijst in de winkel betalen. Het feit dat rijst voor ons zo goedkoop is geeft aan hoe arm rijstboeren zijn. In de provincie Stung Treng, waar wij wonen, zijn ze armer dan gemiddeld in Cambodja. 

Anderhalve week geleden was Martin in Kratie waar de nieuwe bazen van VSO Asia en VSO International (Londen) op werkbezoek waren. Ans kon niet mee want ze gaf een rondleiding in het ziekenhuis aan een UNICEF delegatie uit Hong Kong. ’s Avonds was er een diner bijeenkomst waarbij  de VSO-ers uit Stung Treng aanschoven. Een van de vragen waar VSO mee worstelt is of ze wel de arme bevolking bereiken. Dat is een relevante vraag want de missie van VSO is het bestrijden van armoede. Het antwoord is niet zo eenvoudig te geven.

Ans werkt in het referral ziekenhuis in de provincie hoofdstad. Komen hier de allerarmsten? Misschien wel, want de wat beter bedeelden gaan naar ziekenhuizen elders in het land en de rijken gaan naar Vietnam of Thailand. Bij opname in het ziekenhuis wordt er naar het inkomen gevraagd. Onder een bepaald niveau zijn de mensen vrijgesteld van betalen. Tijdens de zwangerschap worden de mensen geadviseerd geld opzij te leggen voor de kosten van een bevalling. De Cambodjanen moeten ziektekosten zelf betalen omdat er geen zorgverzekering is.



De kans dat  Ans als VSO-er de armen bereikt door training te geven aan studenten van het RTC en verloskundigen in de gezondheidscentra in de jungle is een stuk groter. Maar komen de armste Cambodjanen terecht bij de reguliere gezondheidszorg? Kunnen ze het zich veroorloven om daar naar toe te gaan? Hoe is de bereikbaarheid? Etc. etc.
Een ding is zeker, de Cambodjanen op het platteland van Stung Treng behoren tot de allerarmsten ter wereld. Mensen die niet of nauwelijks in hun basisbehoeften kunnen voorzien.


70 % van de Cambodjanen in Stung Treng leven van wat het land opbrengt. Traditioneel leeft men hier van het bos, de rivieren en kleinschalige akkerbouw. Bos en vis staan echter al enige tijd zwaar onder druk. Houtkap, ontbossing en illegale visvangst dmv elektrocutie en dynamiet maken dat de provincie Stung Treng getroffen wordt door snelle afname van de natuurlijke hulpbronnen. De akkerbouw is kleinschalig en de grond in de provincie is schraal.

Waar men in andere provincies met vruchtbare grond en irrigatie in staat is tot twee rijstoogsten per jaar is men hier volledig afhankelijk van het regenseizoen.
Dit jaar heeft het lang geduurd voordat het is gaan regenen en we mogen stellen dat het ook nu nog niet voldoende regent.
De afgelopen week is het gewoon droog gebleven. Hopelijk gaat het de volgende maand nog met bakken uit de hemel vallen anders zijn de gevolgen voor de plattelandsbevolking rampzalig. Niet zo zeer omdat ze dan geen inkomen hebben uit de rijstverkoop maar domweg omdat ze dan te weinig rijst hebben om zelf te eten. 




Een slechte oogst betekent onvermijdelijk hongersnood. Een groot deel van de oogst (gemiddeld 70%) wordt namelijk door de familie zelf opgegeten. Vervolgens moeten ze zo’n 6% bewaren als zaaigoed voor het volgende regenseizoen en blijft er ongeveer een kwart over voor de verkoop. Die vervolgens weinig opbreng omdat iedereen op het zelfde moment deze rijst op de markt brengt.







Over de wijze waarop men de rijstproductie, verwerking en distributie kan verbeteren kunnen we vele blogs vullen maar dat gaan we niet doen. Duidelijk is dat er voor VSO en haar ‘livelyhood’ programma’s nog meer dan genoeg te doen is in Cambodja. Of ze daar de armen mee bereiken? Uiteindelijk wel.





Maar goed, het is het regenseizoen en Stung Treng is druk met haar rijstveldjes. Voor Martin een reden om vaak een rondje langs de velden te maken om te zien hoe het ervoor staat.





Het eerste wat opvalt is dat de traditionele waterbuffel om mee te ploegen merendeels vervangen is door een mechanische buffel. Er zijn nog genoeg waterbuffels in het landschap te vinden maar echt werken zien we ze weinig. Meestal liggen ze lui in het water te weken totdat iemand dichtbij komt waarna ze zich log maar rap uit de voeten maken. Mechanisch ploegen gaat een stuk sneller en dat is van belang want er moet veel en vaak geploegd worden voordat rijst geplant kan worden. 



Sommige buffels zijn natuurlijk toch de klos en buffelen met een droeve uitdrukking op hun kop door de blubber.



In eerste instantie moet de keihard uitgedroogde grond gebroken worden. Het is duidelijk dat regen nodig is om de grond in de week te zetten. Een eerste maal ploegen levert grote brokken klei waar niets mee te doen valt. Naar mate er meer water is wordt de grond nog een paar maal los geploegd. Boeren die over een waterput en pomp beschikken zijn in staat om hun land ruim onderwater te zetten en snel aan de slag te gaan.

De eerste stukken grond worden als kraamkamer ingericht. Het zaairijst worden uitgestrooid en ontkiemt in de warme vochtige lucht betrekkelijk snel. De rijen jonge plantjes vormen fris groene dekens in het landschap. Aangezien de plantjes allemaal dicht op elkaar staan bestaat het gevaar van verstikking. Dit betekent dat ze wanneer ze zo’n dertig centimeter groot zijn uit de grond gehaald worden en overgeplant moeten worden. De wortels zijn dan sterk genoeg en nog niet zo lang dat ze bij het uittrekken breken. De hoeveelheid grond die dan nodig is om de rijstplantjes te poten is zo’n 6x groter dan de zaaibedden.



Iets buiten Stung Treng is een grote boerderij waar Martin, op zijn standaard rondje langs de velden, op een goed moment een aantal vrouwen bezig ziet met de jonge rijstplantjes. Hij zet de brommer langs de kant van de weg en piekert hoe hij wat foto’s kan maken. De afstand tot de werkende vrouwen is te groot voor een mooie foto. Een brede en diepe volgelopen greppel, hek en tussenliggend modderveld maken het moeilijk om de vrouwen te benaderen.




Martin vindt het inmiddels redelijk makkelijk om op werkende mannen af te stappen met de vraag of hij een foto van ze mag maken, wat ze meestal prima vinden, maar met vrouwen ligt dit toch iets gevoeliger. En in dit geval kan hij ook niet gewoon vriendelijk glimlachend op ze afstappen.  Wat verderop is de boer aan het werk met een schoffel. Martin gebaart naar hem dat hij graag wat foto’s wil maken. De man knikt en komt over zijn erf aangelopen om het hek te openen.
 “Aw koun” “Dank”.

Dit is een boerderij met veel land, een eigen waterput en heel veel jonge rijstplantjes. De boer gaat verder aan de slag met zijn schoffel. Een ander is bezig een veld om te ploegen en een groepje vrouwen werkt tussen de jonge plantjes. Mooi, dit is wat Martin graag wil fotograferen. De afgelopen 6 maanden bood het landschap voortdurend hetzelfde uitgeloogde dorre beeld. Nu verandert het met de dag. Cambodja en rijstveldjes. Het Azië cliché neemt vorm aan. 


De boerin en haar twee dochters (?) zitten de rijstplantjes uit de grond te halen en te bundelen. Oma (?) maakt zich uit de voeten wanneer Martin naar hen toeloopt. De anderen gaan gelukkig gewoon verder met hun werk terwijl hij op zijn hurken hun arbeid fotografeert.



















Blij met de foto’s bedankt Martin de vrouwen en gaat tevreden naar huis.

Dit is een boerderij om de volgende dagen in de gaten te houden om te zien wanneer ze de rijst gaan planten.



Twee dagen later is het zo ver. Een groep vrouwen staat in het veld rijst te planten. Het hek staat open dus Martin kan eenvoudig het erf op rijden. Dezelfde boer knikt toestemmend en Martin kan op zijn blote voeten richting de aanplant.






Een man is bezig om een veld voor de plant gereed te maken. Het compleet ondergelopen land wordt nu eerder gezeefd dan geploegd. Er zijn nauwelijks meer kluiten klei te bekennen. Grappig is om te zien dat twee kinderen door het veld lopen om de vis er uit te vissen. De visjes zijn nu goed voor in de soep en het is zonde om als ze later als de rijst groeit en het veld droog valt te laten wegrotten.




Het planten van de rijst is hier een vrouwen en pubermeisjes bezigheid. Vanaf twaalf jaar mogen kinderen op het veld aan de slag. Goed, er is weinig spierkracht nodig om rijst te planten maar dat wil geenszins zeggen dat het niet zwaar is. De vrouwen staan ongeveer 7 uur op een dag in het water voorover gebukt plantjes in de grond te duwen. En het gaat in een verbluffend tempo. 




Zo constateert Martin op de tijdsaanduiding van foto’s die hij in een serie van een vrouw heeft gemaakt dat zij in 6 seconden tijd 10 plantjes in de grond drukt. Kortom tienduizenden plantjes per dag gaan er door haar handen. In hoeverre ze dit tempo de hele dag volhoudt en of de pubermeisjes dit aantal ook halen durft Martin niet te zeggen. Dat ze allemaal stug aan een stuk doorwerken is wel duidelijk. 

Wanneer ze klaar zijn met het veld verkassen ze naar het volgende veld. Een van de pubermeisjes, gehuld in nylon pyjama en met spijkerstofhoed op haar hoofd, stapt op Martin af en vraagt hem naar zijn naam. Verbazingwekkend genoeg spreekt ze heel behoorlijk Engels. Ze heeft dit geleerd tijdens extra lessen buiten schooltijd om.
Het is bijzonder om iemand te ontmoeten die wat Engels kan. Nog bijzonderder wanneer ze het lef hebben om een ‘Barang’ aan te spreken. Typisch een meisje wat er wel gaat komen in Cambodja wanneer ze tenminste niet op haar 19e trouwt en een eerste kind krijgt. 


Martin wandelt met haar mee naar de boom waaronder de losse rijstplantjes liggen. Met een hakmes kapt ze soepeltjes  het overtollige deel van de bosjes en ze vraagt of Martin een bosje rijst wil planten. Ja, waarom niet? Per slotte komt hij plomp verloren zo maar foto’s nemen en dus kan het vast geen kwaad om zijn goede wil te tonen. En dan hebben die vrouwen misschien ook nog iets om over te lachen.





Niet veel later staat Martin, in het kinderhoekje, tot over zijn enkels in een rijstveldje. De grond is boterzacht en zijn voeten zakken diep in het slijk weg. Het is de bedoeling dat hij 3 tot 4 plantjes bij elkaar in de grond zet. Nee, de grond hoeft niet om de plantjes aangeduwd te worden want het is eigenlijk allemaal water.
Zijn eerste plantjes staan wat wiebelig maar het is gewoon een kwestie van ze er diep genoeg induwen.

De kinderen om hem heen gaan een stuk rapper en dus probeert Martin zijn tempo wat te verhogen. Niet overeind komen, niet precies 3 plantjes pakken en meer uit de heupen draaien om de reikwijdte te vergroten. Okay. 




Het pubermeisje vraagt of ze een foto van hem mag maken. Natuurlijk, een koekje van eigen deeg. En een mooi moment om de rug te strekken en haar het fototoestel uit te leggen.







Een half uurtje schuifelt Martin met zijn rijstplantjes achteruit door het veldje. Dan vindt hij het met in zijn achterhoofd zijn oude rug wel welletjes. Hij bedankt de boer en met meisje hartelijk. Voordat hij met zijn moddervoeten in zijn slippers wil stappen komt het meisje met een emmer water aangesneld en spoelt ze met een schepemmertje zijn enkels en voeten schoon. “Aw koun strjaan, Thank you very much.”
De volgende dag heeft hij spierpijn. Niet zijn rug maar de achterkant van zijn benen staan in brand. Kromgebogen achteruit door zuigende blubber schuifelen is blijkbaar ook een aanslag op de hamstrings. Maar het is het dubbel en dwars waard geweest.


Een paar dagen later ziet Martin op de weg richting Komphun een klein rijstveldje waar een familie bezig is haar rijstplantjes te planten. Een totaal ander beeld dan de grote boer in Stung Treng. Deze familie gaat weinig rijst overhouden voor de verkoop. Hier is rijstplanten een bezigheid voor het hele gezin. Er is geen waterput maar slechts dat wat er uit de hemel valt.



Voor de kleine boerengezinnen is het van levensbelang dat het regenseizoen alsnog voldoende water brengt om tot een goede oogst te komen. We hebben eigenlijk geen idee in hoeverre boeddhisten bidden maar hopen op meer regen doen ze in ieder geval. Het is ze van harte gegund.






Li Hai




Geen opmerkingen:

Een reactie posten