zondag 30 november 2014


Het Koninkrijk Cambodja









Vorige week een blog over Stung Treng, waar we wonen maar niets te beleven valt. Gelukkig, want men kan hier wel wat rust gebruiken. Deze week een blog over armoede en ellende om een idee te geven waarom hier ontwikkelingshulp zo hard nodig is.

Cambodja is 4,5 keer zo groot als Nederland en er wonen zo’n 15 miljoen Cambodjanen.
Het ligt in Zuidoost Azië / Indochina en grenst aan Thailand, Laos en Vietnam. De bevolking bestaat voor 90 % uit Khmer. De gemiddelde levensverwachting is 56 jaar. De populatie is jong en groeit snel. 50% is jonger dan 23 jaar.
Het klimaat is tropisch. Warm, warm en nog wat warmer.

Wat we makkelijk vergeten is dat Cambodja nog maar 25 jaar geleden volledig verwoest en totaal ontmantelt was.
De Vietnamoorlog met veel bombardementen in Cambodja, het Rode Khmer regime van Pol Pot en de aansluitende burgeroorlog is hier echter nog springlevende geschiedenis. Iedere familie draagt de sporen van de genocide die onder Pol Pot heeft plaats gevonden. De huidige machthebber wint al bijna 30 jaar iedere ‘verkiezing’ wat mede te verklaren is uit het feit dat alles beter is dan het onder Pol Pot was. Dat het land nog steeds leeg geplunderd wordt nemen de Cambodjanen op de koop toe.



Men put moed en trots uit de gloriedagen van de Khmer. Het machtige Khmer koninkrijk wat van de
9e tot de 15e eeuw over grote delen van Azië heerste. Sinds die tijd is het echter kommer en kwel en waren afwisselend Thailand (Siamezen), Vietnam (Cham) en Fransen (1863-1953) de baas. De tempel complexen uit de Angkor periode zijn aan het oerwoud ontworsteld en vormen een overweldigende ervaring voor toeristen. Niet voor niets siert Angkor Wat de nationale vlag.





Op de wereldranglijsten van organisaties als de UN en WHO staat Cambodja er niet best op. Het is een van de armste landen ter wereld en daarbij ook een van de meest corrupte. In de praktijk betekent dit dat het overgrote merendeel arm is en een heel klein percentage zich ten koste van alles en iedereen verrijkt.

De armoedegrens is hier bepaald op 1 dollar per dag en ongeveer 23% van de Cambodjanen leeft onder deze grens. Wij krijgen van VSO $500,- per maand. Huur, elektriciteit, (rivier)water, gas en internet kosten om en nabij $270,-.
Er rest ons dus zo’n $7,- per dag om van te leven.  Dat is ruim boven de armoede grens. Een eigen keus is dat we niet alleen maar van rijst, groente en water willen leven en we dus wel tekort komen.


Met name op het platteland zijn de problemen groot. Men probeert te leven van wat de grond en het schaarse water opbrengt. Wanneer er een stukje land is wordt dit gebruikt voor wat landbouw. De wijze waarop ze rijst verbouwen is kleinschalig en gebeurt van generatie op generatie op dezelfde wijze. Aangezien er geen irrigatiesystemen (slootjes) zijn kunnen ze maar 1x per jaar rijst oogsten. Daarnaast proberen ze te vissen of scharrelen anderszins eten uit het bos. Wanneer de oogst een keer tegenzit lijden ze onvermijdelijk honger. De situatie op het platteland doet ons af en toe aan de middeleeuwen denken.


Een van de grote sociale problemen is landonteigening waardoor Cambodjanen van hun grond verdreven worden.
Het land wordt verkocht aan buitenlanders die al het hout kappen en vervolgens rubberplantages aanleggen.
Daarbij komt dat het platteland nog bezaaid ligt met landmijnen. Het gebrek aan land en de noodzaak om voedsel te verbouwen dwingt de ‘landlozen’ naar gebieden waar nog volop landmijnen liggen met tot gevolg dat er nog dagelijks Cambodjanen verongelukken. Ze trekken vanzelfsprekend ook naar de stad. Phnom Penh heeft inmiddels al meer dan een miljoen inwoners en dat zal de komende jaren nog fors groeien. Dat er in die stad nauwelijks werkgelegenheid is doet het ergste vrezen over de te verwachten leefomstandigheden daar.


Een  groeiende bevolking die steeds minder land heeft om in haar onderhoud te voorzien is kwetsbaar en loopt het risico terecht te komen in mensenhandel en slavernij met als grote afnemer de seksindustrie. Thailand en Bangkok zijn inmiddels berucht maar ook in Phnom Penh neemt deze schande toe. 


Een bord langs de rivier met als tekst ‘Alstublieft bescherm onze nationale schatten’ en een grote HIV/AIDS afdeling in het ziekenhuis spreken wat dat betreft boekdelen. 

De directeur van de provinciale gezondheidszorg vertelt ons over het probleem van kinderprostitutie, maar ook van mannen die naar Bangkok vertrekken om te werken en terugkomen als ze besmet en ziek zijn. Armoede en HIV.
En ze hebben hier al zoveel ellende met Malaria en Dengue (knokkelkoorts).



Over het gebrek aan zuiver drinkwater hebben we al in een vorig blog geschreven. Dit aspect van armoede heeft vanzelfsprekend ook grote gevolgen voor de gezondheidszorg. 1 op de 7 kinderen wordt niet ouder dan 5 jaar. Want wat moet je doen wanneer je kind ziek wordt? Is er geld om het ziekenhuis te betalen? Kun je er wel komen? Wie kan er gemist worden om mee te gaan? Kortom het kind geneest zelf of niet...
En dan hebben we het nog niet eens over de zorg in het ziekenhuis die nog danig te wensen overlaat.



De armoede heeft ook effecten op het onderwijs. Hoewel onderwijs officieel gratis is voor de kinderen blijken er in de praktijk heel veel financiële belemmeringen. Schooluniformen, boeken, pennen, reisafstand, handgeld voor de onderbetaalde leerkrachten of gewoon de noodzaak tot kinderarbeid (Cor) zorgen er voor dat slechts een kwart van de kinderen een lagere schoolopleiding kan afronden. Het gebrek aan opleiding betekent geen baan, geen baan betekent geen geld en geen opleiding voor de kinderen en voortdurende armoede. Wat we op de voortgezette opleiding zoals de school voor verpleegkundigen en verloskundigen zien stemt ook niet tot vrolijkheid. Geen enkel budget (boeken bijvoorbeeld) voor fatsoenlijk onderwijs. Op papier ziet het er allemaal wel aardig uit maar de praktijk is minder fraai.



Kortom op alle terreinen problemen met als resultaat armoede. Of misschien wel andersom. Een moeilijk te doorbreken cirkel van ellende. Maar hoe inefficiënt of corrupt ontwikkelingslanden ook mogen zijn financiële hulp en mensen zoals Ans zijn nu en in de toekomst nog hard nodig om een ietsepietsie verbetering aan te brengen. Niet alleen in een land als Cambodja is de rijkdom oneerlijk verdeeld.





Het nieuwste rapport (2014) van de Wereldbank geeft aan dat in Cambodja sinds 2004 de armoede gehalveerd is.
Van 50% van de bevolking in 2004 naar nog maar 23% in 2013. Er hoeft echter maar weinig te gebeuren, een minder regenseizoen bijvoorbeeld, en velen zullen terugvallen onder de armoedegrens. Desalniettemin is het goed nieuws.
De keerzijde is echter dat Cambodja door de UN opgewaardeerd zal worden. Van de categorie armste land naar de categorie ‘nieuw opkomende markt’. De angst is hier dat dit tot gevolg zal hebben dat veel ontwikkelingshulpgelden elders heen gaan stromen. Myanmar (Birma) bijvoorbeeld, daar schijnt de armoede nog wel schrijnend te zijn.




Maar niet alles is hopeloos. Tot zijn grote verbazing zag Martin op een ritje met de motor tussen alle
dorre en droge velden opeens iemand die blijkbaar wel in staat is geweest om zich minder afhankelijk te maken van het regenseizoen en een rijstveldje.









Een prachtig en hoopvol voorbeeld van hoe het ook kan.








O ja, komende week zijn we in Phnom Penh voor de jaarlijkse VSO bijeenkomst. Veel dagdelen gevuld met presentaties en discussie. Wat ons betreft zeker ook over het feit dat ze stoppen met het financieren van gezondheidszorg projecten in april 2015.

Alvast een fijne Sinterklaas gewenst aan diegene die dat vieren. Nog een paar dagen om de surprises en gedichten in elkaar te frutselen.



Voor Loek, Koos en Cor;


Deze Sint durft wel te beweren
Dat Nek dit jaar niet zal promoveren
En over een jaar of wat miljoen
Wordt Feyenoord weer eens kampioen
Maar och, deze arme arme Sinterklaas
Mist Ajax en vooral zijn plakje kaas.



Li Hai





Geen opmerkingen:

Een reactie posten