zondag 15 februari 2015

Tante betje maakt een wandeling door het dorp want het zonnetje schijnt.








Het zijn dagen die terloops passeren. Geen wolkje aan de lucht en de brommertjes pruttelen voorbij. 
Ans hangt, geveld door het Cambodjaanse wintervirus, snotterig thuis en Martin mag de boodschappen doen. Interessant voor een wekelijks weblog? Ach nee, maar een tantebetjeblog waarin we weinig te melden hebben mag ook wel een keer want elke week een boeiend blog zit er toch niet in de pen en een leeg zondagblog vindt Catrien niets en Lex maakt geen bezwaar tegen een tante betje op zijn tijd dus vooruit dan maar want iets bij elkaar neuzelen gaat nog wel en wanneer het echt allemaal geleuter wordt dan stopt u met lezen maar dat spreekt vanzelf. Het staat u allen natuurlijk ook vrij om slechts de plaatjes te bekijken en een zondagwandeling te maken al weten we niet hoe het weer in Nederland is maar hier is het tropisch en al langdurig droog.


Tante betje gaat boodschappen doen en kijken hoe de rivier er bijligt.


 Maar eerst even zien wat er naast ons gebeurt. 
De klingelkoeien hebben vanochtend op het buurlandje verstek laten gaan en dat blijkt verstandig want de ene vrachtwagen na de andere verschijnt om zijn lading grond in de tuin van de brommerpoetsman te lozen. Het lijkt erop dat de grond bouwrijp gemaakt wordt. De dikke laag zal nog wel moeten inklinken en dan zullen we zien wat het wordt.

Vanuit het raam schiet Ans, zittend in het zonnetje, een paar plaatjes. De scherpe toeschouwer kan zien dat de Mangobomen in bloei staan. De bloesem is niet zo uitbundig als we hoopten maar blijkbaar is de lente begonnen en kunnen we medio april zoete mango’s verwachten. Lekker.

Zoals we eerder hebben kunnen constateren kan bouwen in Cambodja behoorlijk snel gaan. 2 weken geleden is er op het braakliggende terrein dat aan de andere kant van het brommerstalletje ligt in een week tijd een compleet huis annex opslagplaats gebouwd. Het houten geraamte werd in een paar dagen tijd opgericht. Vervolgens golfplaten op het dak en een wc-hok achterin de tuin. De benodigde watertoevoer komt vanaf de rivier en daartoe heeft men een waterleiding naar de overkant van de weg getrokken. Met enige verbazing zien we ze met een pikhouweel het asfaltlaagje openbreken, een gleuf graven en een waterslang leggen. De gleuf wordt weer dicht geveegd en aangestampt. Klaar. Hoezo gemeentewerken en stratenmakers? Inmiddels woont er een familie die een handeltje heeft in kruiwagens en ander wat onbestemder gereedschap.

Op pad voor de boodschappen wordt ik vriendelijk glimlachend gegroet door de vrouw waar we drinkwater en benzine halen. Haar bezigheden voor de dag zitten er grotendeels op. ’s Ochtends rond 8 uur is het voor haar spits. Het restaurantje zit rond die tijd bomvol met mannen die hun ontbijt nuttigen alvorens naar het werk te gaan. Cambodjanen eten gewoonlijk driemaal daags warm. Rijst met prutsoep al of niet voorzien van brokjes vlees. In het winkeltje naast haar waar we drinken en sigaretten kopen ligt de eigenares achter haar toonbank op de tegelvloer en een dekentje een dutje te doen. Aangezien dit eerder regel dan uitzondering is voel ik me niet bezwaard om middels een luid ‘Sue S’daay’ haar te doen opstaan. Ze schikt haar jurk en verkoopt me een pakje sigaretten. 


Rechtsaf, langs de Pagode, op weg naar de rivier om de waterstand te controleren. Het heeft sinds oktober geen druppel meer geregend en het waterpeil in de rivier zakt en zakt. Bomen en rotspartijen steken inmiddels boven het water uit. Het is niet verwonderlijk dat er behoudens de kleine houtenbootjes geen scheepvaart is. Er wordt pas in mei weer een regenbui verwacht en we vragen ons af of we tegen die tijd naar de overkant kunt lopen. De lokale bewoners verzekeren ons dat dit niet het geval zal zijn maar we moeten dat nog maar zien. Het is onvoorstelbaar dat in augustus het water tot aan ons huis schijnt te hebben gestaan. Goed, even onvoorstelbaar is dat er geen druppel water valt en die valt er daadwerkelijk niet. 

Cambodja, een land waar de weersverwachting het journaal niet haalt.


oktober 2014















Langs de rivier op weg naar de ‘boulevard’ voor een kijkje bij de zich steeds verder in de rivier uitstrekkende pier. Waar in oktober op de terrassen het water onder ons tegen de muur klotste is er nu voldoende ruimte voor een weg en een pier waar bootjes aanmeren en mensen hun waren voor de markt lossen. 



Het veerpondje naar Thala Barivat is ondanks de Mekong brug blijkbaar weer in de vaart genomen want het ligt aan het einde van de pier afgemeerd.  Kijken naar de omgeving met het fototoestel in de aanslag geeft een vakantiegevoel. Met een gebrekkig Khmer en gebarentaal vragen of er een foto gemaakt mag worden wordt veelal met een vriendelijk gebaar toegestaan. De meesten gaan vervolgens door met hun werk en lachen wanneer ze bedankt worden. ‘Rare buitenlanders’ zie je ze denken. 




De hoofdstraat van Stung Treng blijkt inmiddels aan een kant weer goed begaanbaar. Er liggen nu betonstroken waar het in oktober nog een open bouwput was voor de aanleg van een nieuw riool. Aan de marktzijde is men nu bezig met de aanleg van deze stroken. Zoals de meeste werkzaamheden in Cambodja is het voornamelijk een kwestie van jonge mankracht. Arbeid is goedkoop en aan jonge mannen is geen gebrek. Met verbazing heb ik bijvoorbeeld een aantal weken geleden vanaf ons balkon zitten kijken naar twee jongens die uren en uren bezig waren met het lossen van een vrachtwagen met bakstenen. Pallets en steekwagens of een vrachtwagen met een kraan? Vergeet het maar. Een kwestie van handenarbeid. En waarschijnlijk was de vrachtwagen op dezelfde wijze geladen ook. En dat in een temperatuur van ++ 30 graden.




Bij de markt is een man of 25 bezig met de aanleg van de betonstroken. Er staan twee cementmolentjes die met emmers kiezelstenen, zand en cement worden gevuld. Vervolgens wordt het mengsel over de banen geschept, wordt er water toegevoegd en met behulp van een houtenlat gladgestreken. Aan het eind of begin is iemand bezig met een roterend machientje het geheel mooi egaal te maken. 
De zon tenslotte doet de rest. 




Aan de ‘Barang’ die op zijn hurken foto’s zit te maken wordt nauwelijks aandacht geschonken. Wanneer ik omloop om ook de jongens die de cementmolentjes vullen te fotograferen zijn er wel een paar die willen poseren. 
Wanneer ze het resultaat zien krijg ik een stuk plakkerig en kleverig cake-brood aangeboden. Het smaakt goed en ik vraag me af waar hij dat gekocht heeft. Mijn Khmer is onvoldoende om hem dat te vragen en zijn Engels kom niet verder dan “Hello”. 


Ik koop later het kokosachtige wittebrood wat we normaliter bij de bakker halen.



Het groentewinkeltje bij de markt is na maanden weer geopend en dat bevalt me. Zo hoef ik niet het benauwde marktgedeelte binnen waar de warmte en met name de vleesafdeling me een ongemakkelijk gevoel geven. Knoflook, wortel, bosuitjes, iets onbestemds bladgroenterigs, aardappelen, sla, paprika en een aubergine kosten zo’n $3,= en daar kunnen we twee dagen van eten. Het fruitstalletje heeft wel de pitaja, drakenvrucht, maar geen lychees waarvoor ik naar een volgend stalletje ga. Het meisje daar vraagt $2,50 voor een kilo lychees en ik vermoed de toeristenprijs te betalen. Ans bevestigt echter dat lychees wel prijzig zijn dus we zullen opletten wat ze een volgende keer bij de vertrouwde fruitverkoopster kosten. Na de aanschaf van wat beltegoed voor de telefoon gaat tante betje terug naar huis voor de lunch.


Aan het eind van de dag verschijnt er bij de buren een kleine bulldozer waarmee de hopen grond worden geëgaliseerd. 
De aangeplante fruitstruikjes en boompjes worden ondersteboven geschoffeld en het resultaat maakt ons uitzicht er niet fraaier op. Martin gaat even polshoogte nemen en het blijkt dat de eigenaar van het landje een huis wil gaan bouwen. Hij laat nu grond storten en zal gaan bouwen wanneer hij opnieuw voldoende gespaard heeft. De man van de brommers huurt zijn plek van hem. 
We vragen ons af waar hij met zijn gezin naar toe moet wanneer er daadwerkelijk gebouwd gaat worden. Zijn brommerplaats en huisje lijken redelijk permanent maar zullen waarschijnlijk wel tegen de vlakte gaan.

Tot slot klingelen en wandelen de koeien weer door de straat op weg naar hun overnachtingsplaats. Ze moeten wat verder lopen dan hiervoor want het grasveldje naast ons lijkt voorlopig ongeschikt als graasweide.








Li Hai


3 opmerkingen:

  1. Heerlijk zo'n tante Betje verhaal over jullie dagelijks leven!
    Beterschap Ans, hier schijnt ook een griepepidemie te zijn, maar ons huisje is hij voorbij gegaan tot nu toe.
    Liefs, Annet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dacht dat jullie alleen maar heel hard werkten en uitstapjes maakten, dus ben ook ik blij met je tante Betje verhaal. ook je fotoblog bezorgt mij veel plezier
    liefs
    Maja

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heb genoten van je verhaal. Volgens mij is daar het werkmotto vele handen maken het snel klaar. Hopelijk ook voor Ans, snel weer aan de slag kunnen. Aan de persoonlijke verzorging van Martin zal het niet liggen.
    Mooie foto's heb je gemaakt geeft een beeld van jullie leefwereld
    Groeten Catrien

    BeantwoordenVerwijderen