zondag 21 februari 2016

Landschapsfotografie?






Terwijl Ans in Phnom Penh haar afsluitende gesprek met VSO heeft rijdt Martin op de brommer door het landschap. Kijkend naar zijn verzameling foto's vindt hij weinig tot geen landschappen. Cambodjanen vullen zijn beeld en op de achtergrond zijn er rijstvelden, rivieren, straten, huisjes en pagodes zichtbaar. Landschappen? Nee eigenlijk niet.
En het landschap is mede bepalend voor onze Cambodja ervaring. Martin heeft een 16 mm groothoeklens en de mogelijkheid panoramafoto’s te maken. Het zal toch niet zo moeilijk zijn om het landschap te fotograferen?
Vol goede voornemens gaat hij vroeg op pad en is een aantal uren zoet met fotograferen.


Met vuile, door mieren gebeten, voeten, stof in zijn neus en een vers kleurtje komt hij tegen lunchtijd tevreden thuis. Na anderhalf stokbrood met ‘La Vache qui rit’, ei, jam en een douche begint hij zijn foto’s te selecteren. Het merendeel verdwijnt in de prullenbak. Dat is niet vreemd want hij maakt meerdere foto’s van 1 onderwerp. Daarbij komt dat hij al veel foto’s verzameld heeft en dat maakt hem kritischer.
Van de ruim 300 foto’s die hij op zijn tochtje maakt doorstaan er 30 de selectie.
Meer dan genoeg.
Maar wat er overblijft aan landschappen is minimaal. Wat machtige bomen, wat rokerige stronken maar geen weidse panorama’s. Die heeft hij toch wel gemaakt. Naar de prullenbak, terugzetten en nogmaals bekijken. Oninteressante beelden, niet spannend, geen verhaal. Terug de prullenbak in. 
Het verhaal zit voor Martin in de mensen. Een hoge boom wordt pas hoog wanneer er een referentie aanwezig is. De menselijke maat bepaald de gewaarwording.
Is het iemand opgevallen dat Martin in/op de omgezaagde boom zit op de landschapsfoto waarmee dit blog opent? Ans is beter in landschappen dan Martin J


Het landschap waar Martin doorheen rijdt is snel aan het veranderen. Het is ontsloten door de opening van de Mekongbrug in 2014. Buitenlandse investeerders kopen duizenden hectaren grond om plantages aan te leggen.
Het bos wordt gekapt en de grond in gebruik genomen. De daartoe aangelegde infrastructuur maakt dat er nieuwe leefgemeenschappen ontstaan. De omstandigheden zijn armoedig en de mensen die zich hier vestigen komen uit andere provincies dan Stung Treng. Verdreven van hun oorspronkelijke gronden proberen ze hier een nieuw bestaan op te bouwen.



Het is goed om te zien dat er op verschillende plekken naar water geboord is. Ongetwijfeld bekostigd door een buitenlandse NGO die zich om het lot van deze mensen bekommert. De mannen die bezig zijn met boren maken Martin aan de lengte van de vele boorstukken duidelijk dat het water hier zo’n 50 meter diep zit. Het is droog en dor. Elektriciteit is er niet maar water is van levensbelang.






Verderop langs de weg zijn mensen bezig in het land. Nieuwsgierig naar wat ze aan het doen zijn wandelt Martin naar hen toe.
Het stakerige gewas wat ze aan het om spitten zijn is hem onbekend. Tot hij de wortel knollen ziet die men omhoog haalt.
Dit is dus cassave. De onogenlijke plant die op heel veel plaatsen groeit en mede het landschap bepaald is een belangrijk landbouw product. Tsja, weer iets geleerd. 




Cassave (of Tapioca) kan op arme en droge grond groeien en het is dus niet verbazend dat het hier in zulke grote getale aanwezig is. Het moge ook duidelijk zijn dat een landschap met cassaveplantages niet echt fotogeniek is.



Maar de mensen die er mee aan het werk zijn is wel een onderwerp wat Martins aandacht trekt. Het imponeert hem opnieuw dat landbouw in Stung Treng een zware handmatige arbeid is.
De lange stengels worden met een hakmes gekapt waarna men met pikhouwelen de wortels boven de grond haalt. Een stralende zon en hoge temperatuur begeleidt het werk. En geen boom te vinden waaronder men in de schaduw de wortelknollen kan verwerken.



Na rijst blijkt cassave het tweede grote landbouwproduct in Cambodja. Daar merken we in de dagelijkse voedselpraktijk niets van. Driemaal per dag rijst is wat men hier in de kommetjes op tafel aantreft. Cassave? Ons nog nooit opgevallen.



De UNDP (het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties) geeft aan dat de vraag naar cassave toeneemt maar dat men in Cambodja door een gebrek aan technologische kennis weinig verdient aan het verbouwen van cassave. Het overgrote merendeel van de productie verdwijnt, al of niet illegaal, naar Vietnam en Thailand waar de gedroogde knollen verwerkt worden tot noedels, biscuit en meel. Vervolgens worden deze producten weer doorverkocht richting China en duiken ze eventueel bij ons in de toko’s op. 


Daarnaast is er een sterke toename in de vraag naar cassave als biomassa voor de productie van ethanol.
De prijs voor een kilo cassave was in 2010 200 tot 300 riel en is nu door de toegenomen vraag gestegen tot zo’n 700 riel per kilo. Omgerekend komt het er op neer dat als men zo’n 6 kilo gedroogde cassave wortel produceert deze voor
1 dollar aan Thailand verkocht kan worden.

Martin moet er niet aandenken wat de mensen in het droge veld van Stung Treng per dag met z’n allen verdienen.
Ze zijn naar deze provincie getrokken om er een bestaan op te bouwen. De voorheen moeilijk bereikbare provincie Stung Treng verandert in een rap tempo tot één van de snelst groeiende regio’s van Cambodja. Het bos wordt vervangen door kilometerslange rubber-, bananen-, cashewnoten-, en cassaveplantages. De bruggen over de Mekong en Sekong maken dat de landbouwproducten snel vervoerd kunnen worden richting Thailand, Vietnam en uiteindelijk China. Vooruitgang? Gelukkig wordt er ook naar water geboord en is er zelfs een Cambodjaans Rode Kruis.
Het wachten is nog op een gezondheidscentrum.




Maar goed, Martin heeft op zijn tochtje geleerd hoe de cassaveplant eruit ziet.
Blogwaardig materiaal J Nu nog landschappen.


nb Cashewplantage op de achtergrond :)



De volgende dag stapt hij op zijn brommer om de langs de weg te drogen liggende cassave te fotograferen. Een vorm van bermlandschap wat hem al wel eerder is opgevallen maar hij nooit fotowaardig heeft gevonden. Hij blijft aan onze eigen kant van de rivier waar het landschap al een aantal jaren eerder gecultiveerd is. De plantages zijn weelderiger. De rubber- en cashewbomen groter. De dorpjes verder ontwikkelt.




Wintertijd en de bermen zijn wit. In dit geval geen sneeuw maar cassave. Veel cassave. Nu zijn oog er opgevallen is ziet Martin er overal mensen mee bezig. In het dorpje op de weg richting Sre Krasang zijn veel families voor hun huis bezig met het schillen en klein snijden van de wortels. Ouders, grootouders en kinderen zitten tussen grote stapels cassavewortels. Het aardappelschilmesje blijkt hier dienst te doen als cassavemesje.




En wanneer Martin zijn brommertje langs de kant van de weg zet met de vraag of hij foto’s mag nemen wordt hij vriendelijk lachend toegeknikt. Handen worden geschud en terwijl Martin zijn plaatjes schiet gaan ze rustig verder met hun werk. Als hij hen bedankt bedanken ze hem terug.

Thuis, aan de pier in Stung Treng bepaalt cassave het beeld. Zakken worden met bootjes aangevoerd, gewogen (60 tot 70 kg) en afgevoerd. Een eindeloze stroom aan cassave wordt er in de provincie Stung Treng verwerkt. Een zak cassave vertegenwoordigd ongeveer 10 dollar export waarde. Er zit een ongelooflijke berg handenarbeid in.
Wat kost cassave bij ons in de toko? Geen idee, maar ongetwijfeld veel te weinig.


  


Het landschap blijft op Martins netvlies en in zijn neus. Slechts decor bij foto’s van Cambodjanen.

Het wordt tijd om Khmer te leren.




Li Hai


Geen opmerkingen:

Een reactie posten